Gemiddeld hangt aan de eerste accreditatie van een Vlaams ziekenhuis een prijskaartje van 655.000 euro. Niet bewezen is dat dit kosteneffectief is en dat het de patiëntuitkomst verbetert. Wel zorgt (vooral een eerste) accreditatie voor procesoptimalisatie.
...
Het zijn opmerkelijke resultaten uit het doctoraat in de biomedische wetenschappen dat Vaso-voorzitter dokter Jonas Brouwers vorige week behaalde aan de KU Leuven. Voor het eerst bracht hij de kostprijs van accreditatie in beeld. 25 Vlaamse ziekenhuizen werkten mee. De directe operationele kost plus de investeringskost bedraagt voor een eerste accreditatie gemiddeld 655.000 euro. Er zijn uitschieters tot 2,5 miljoen en ook ziekenhuizen die 'slechts' 100.000 euro betaalden. Omgerekend per bed gaat het over 609 euro directe kost en 427 euro investeringskost. Grote ziekenhuizen betalen aanzienlijk minder dan kleine ziekenhuizen. "Directies percipiëren de kost verschillend", legt Brouwers uit. "Sommige boeken investeringen secuur als accreditatie, anderen gaan er vanuit dat ze de investeringen sowieso doen en zetten het niet noodzakelijk op conto van de accreditatie. De bedragen die men JCI, Qualicor, externe consulting en visitaties door accreditatie-agentschappen betaalt, verschillen ook aanzienlijk. Sommige bedingen grote kortingen." Een tweede accreditatieronde kost gemiddeld 211.000 euro en is dus veel goedkoper. Maar slechts zeven ziekenhuizen reikten informatie aan. Voorzichtigheid met de bedragen is dus geboden. Deze aanzienlijke uitgaven zijn niet direct kosteneffectief. "Een bewezen verbeterde harde patiëntuitkomst is er niet in de literatuur. Hier valt nog veel winst te boeken", stelt Jonas Brouwers. "Wel zorgt vooral de eerste accreditatieronde voor procesoptimalisatie. Dat is positief. Daarom bevelen we Belgische ziekenhuizen aan om zich toch minstens eenmaal te laten accrediteren." Vlaanderen is wereldwijd een van de weinige regio's waar nagenoeg alle ziekenhuizen geaccrediteerd zijn. Enkel in Denemarken - met eigen agentschappen - is dat ook het geval. "Er is 'peer pressure'", verzekert Brouwers. "Als één ziekenhuis zich accrediteert, kunnen de andere niet achterblijven. En vooral is er de kwaliteitstriade - accreditatie, publieke rapportering en inspectie. Sinds 2009 zijn geaccrediteerde ziekenhuizen vrijgesteld van ziekenhuisbrede inspectie. Dat gaf de accreditatie een 'boost'. In 2021 besliste de Vlaamse overheid om geen ziekenhuisbrede inspectie meer op te starten. De externe incentive voor accreditatie is dus verdwenen. Het is wachten op meer duidelijkheid. De overheid kondigde een 'externe toetsing van het eigen kwaliteitsbeleid' aan. Welke investering dat van de ziekenhuizen vergt, weten we nog helemaal niet."