Aanpak ongecompliceerde urineweginfecties bevestigd

...

Jasper Holvoet, Lien De Corte en Laura Vandevelde gingen na of de huidige behandelrichtlijnen voor ongecompliceerde urineweginfecties in eerste lijn bij vrouwen nog correct zijn. Ongecompliceerde urineweginfecties worden in de eerste lijn empirisch behandeld met antibiotica. Het onderzoek hielp nagaan of de betrokken bacteriën nog steeds reageren op de voorgeschreven antibiotica.Het bevestigt dat de richtlijnen voor de behandeling nog altijd up-to-date zijn. De resistentiecijfers blijven goed. Indien in de toekomst toch meer antibioticaresistentie zou voorkomen, is - het recent in België op de markt gebrachte - pivmecillinam een mogelijk alternatief. Dokter Sarah-Jane Maertens koos voor een praktijkverbeterend project: hoe maak je het aanvraagbeleid voor laboratoriumtesten meer evidence-based? Ze voerde nieuwe EB-aanvraagformulieren in in het elektronisch dossier. Het prikkelde de artsen in de praktijk om hun manier van werken te herbekijken. Het aantal testaanvragen dat niet EB was, verminderde. Sterk aan de masterproef waren de evaluatiegesprekken en het volledig doorlopen van de kwaliteitscirkel. Dokter Maertens besprak met haar collega's de barrières die ze ondervinden om richtlijnen om te zetten in de praktijk. Overtuiging, kennis, tijd om met de patiënt te praten en veilig willen werken, spelen allemaal een rol. Nina Karia optimaliseerde de opvolging van diabetes type 2 bij patiënten van vooral Marokkaanse en Turkse afkomst in een multiculturele huisartsenpraktijk in Borgerhout. Daartoe werd onder andere een sociaal verpleegkundige ingeschakeld. Het project kwam de kwaliteit van de geleverde zorg ten goede met een verbeterde metabole controle (gemiddelde HbA1c -0,6%) en stijging van de opvolgingsgraad. Dit werk toont aan dat een multidisciplinaire aanpak en het inschakelen van een praktijkverpleegkundige een grote meerwaarde biedt. Dat is belangrijk vermits diabetes wereldwijd een steeds groeiend gezondheidsprobleem is. Via een systematisch literatuuronderzoek brachten Saar Ramboer en Ellen Van Hoecke enerzijds de kennis over het begrip overdiagnose bij kankerscreeningsonderzoeken en anderzijds de waarde die eraan gehecht wordt door patiënten en burgers in kaart. De nadelen (o.a. overdiagnose) van kankerscreeningstesten worden vaker geminimaliseerd of niet vermeld, stellen de twee huisartsen vast. Hun conclusie: het is belangrijk dat burgers en patiënten zorgvuldig geïnformeerd worden over zowel de voor- als de nadelen van de onderzoeken, zodat er op een genuanceerde manier een bewuste en geïnformeerde keuze kan gemaakt worden. Artsen spelen een centrale rol in het verschaffen van deze informatie aan patiënten. Florian Stul onderzocht of het veilig is om volwassenen met een vermoedelijk onterecht 'label' penicillineallergie te 'delabelen' op basis van een klinische inschatting (anamnese en dossiernazicht) en orale provocatietest in de eerste lijn. Om dit te onderzoeken werd een systematic review uitgevoerd. Uit de review blijkt dat het veilig is om in de tweede lijn een vereenvoudigde delabeling uit te voeren bij laagrisicopatiënten, maar dat nog weinig onderzocht is in ambulante setting of in de eerste lijn. Een concrete aanbeveling is dus niet mogelijk, het onderzoek kan de huisarts weliswaar meer bewust maken en verwijzing voor delabeling stimuleren.