Vandaag start de tiende editie van het postgraduaat in het gezondheidsrecht en de gezondheidsethiek van de Leerstoel AHLEC (Antwerp Health Law and Ethics Chair). Professor Filip Dewallens, hoogleraar medisch recht aan de UAntwerpen en managing partner van het bekende advocatenkantoor Dewallens & partners, is verantwoordelijk voor de eerste module, 'Organisatie van de gezondheidszorg'.
...
De vorige editie van het postgraduaat ligt alweer twee jaar achter ons, en de inhoud wordt uiteraard steeds aangepast in functie van nieuwe ontwikkelingen en wetgeving, zoals de Kwaliteitswet of de recente wijzigingen aan de wet Patiëntrechten, zegt Dewallens. Daarnaast gaat ook aandacht naar actuele thema's. "Denk aan de fusiegolf tussen ziekenhuizen en de rol van de Belgische Mededingingsautoriteit (BMA) daarin", vertelt Dewallens. "In Nederland, Duitsland en Frankrijk bestaat al veel langer de traditie om ziekenhuisfusies ook vanuit het mededingingsrecht te bekijken. Bij ons heeft de BMA enkele jaren geleden aangekondigd dat ze daar voortaan ook meer aandacht zouden aan besteden." In eerste instantie kwamen ook de ziekenhuisnetwerken in het vizier, maar daar heeft de wetgever ingegrepen en bepaald dat die vrijgesteld zijn van aanmelding aan de BMA. "Het heeft immers geen zin om ziekenhuizen te verplichten om samen te werken in netwerken, om vervolgens die samenwerkingen als 'verdachte constructies' te gaan controleren", zegt Dewallens. Ziekenhuisholdings en ziekenhuisfusies zijn private constructies die niet opgelegd zijn door de overheid en dus ook niet vrijgesteld werden, en daar wilde de BMA voluit haar toezichthoudende rol opeisen. "In eerste instantie benaderde de BMA die ziekenhuisintegraties dan ook alsof het ondernemingen waren die gedreven zijn door winstmaximalisatie. Dat is natuurlijk niet het geval", zegt Dewallens."Een concreet voorbeeld: ziekenhuizen gebruiken supplementen niet om elkaar te beconcurreren, en zullen omgekeerd ook geen afspraken maken om ze te plafonneren. Supplementen zijn gewoon een kwestie van overleven: ziekenhuizen hebben die inkomsten vooralsnog hard nodig om niet onderuit te gaan. Die insteek is iets waar de BMA toch een hele tijd mee geworsteld heeft." "Begin dit jaar heeft de overheid dan beslist dat ook fusies in de ziekenhuissector vrijgesteld zijn van aanmelding aan de BMA, met uitzondering van fusies tussen ziekenhuizen met een individuele omzet van minstens 250 miljoen euro of een gezamenlijke omzet van minstens 900 miljoen euro. Die grens lag - en ik ben geen complotdenker - net hoog genoeg zodat er maar één ziekenhuisintegratie niet vrijgesteld werd: de fusie van ZNA en GZA tot Ziekenhuis aan de Stroom (ZAS). De andere fusies in Oostende, Aalst, de Kempen vallen allemaal onder die drempel." Een dossier dat dit voorjaar in de pers kwam, was de schorsing en het daaropvolgend ontslag van het team radiologen in ZAS Cadix in Antwerpen. "Zonder op details van dit dossier in te kunnen gaan: die ontslagronde was het gevolg van een medical audit. Zo'n audit is sinds 2014 in ziekenhuizen mogelijk en is bedoeld om mogelijke of vermeende kwaliteitsproblemen in een dienst objectief te laten onderzoeken. Vroeger ging de hoofdarts zelf op onderzoek uit als er ergens problemen gemeld werden, maar die soms zeer complexe problemen vielen vaak buiten het expertisedomein van de hoofdarts." "Daarom is er vandaag een vaste procedure waarbij externe specialisten ingeschakeld kunnen worden. De bedoeling van zo'n medical audit is niet te sanctioneren of fouten te gaan zoeken (phishing operation), maar om desgevallend bij te sturen met een verbetertraject. Het is dus bedoeld als een kwaliteitsinstrument. Natuurlijk, als uit de audit blijkt dat er grote problemen zijn die niet door de beugel kunnen, dan moet het bestuursorgaan van het ziekenhuis wel ingrijpen." Er wordt vandaag parallel gewerkt aan de hervorming van de nomenclatuur en van de ziekenhuisfinanciering. Beide hangen samen, en zullen ook impact hebben op de governance van ziekenhuizen, zegt Dewallens. "De medische raad heeft vandaag haar wettelijk vastgelegde adviesbevoegdheden. Maar een belangrijke hefboom voor de medische raad zit in de afdrachten van de artsen. Ziekenhuizen hebben die afdrachten nodig om te overleven, dus de medische raad kan die broodnodige cofinanciering van het ziekenhuis als hefboom gebruiken in onderhandelingen over andere aangelegenheden. Als artsen in de toekomst uitsluitend voor hun 'intellectuele prestaties' betaald zouden worden, dan valt die hefboom weg. Men zal de medische raad op dat moment moeten herdenken en anders integreren in de governance van de ziekenhuizen."