...

Minder dan een derde van de kinderen van drie tot negen jaar (31%) beweegt voldoende. Bij de adolescenten is dat zelfs minder dan één op vijf (19%). Dat blijkt uit de Voedselconsumptiepeiling van wetenschappelijk instituut Sciensano waarbij de lichaamsbeweging en het sedentair gedrag van de Belgische bevolking werd bevraagd en gemeten. De cijfers zouden kunnen verrassen omdat bijna de helft van de kinderen tussen drie en negen (46%) te voet, met de fiets of de step naar school gaan. Bij adolescenten is dat 41%. Volgens de richtlijnen van de WGO moeten kinderen van drie à vier jaar minstens 180 minuten per dag bewegen, waarvan 60 minuten matig tot hoog intensief. Kinderen van vijf tot zeventien jaar zouden gemiddeld 60 minuten per dag matig of hoog intensief moeten bewegen, waarvan ten minste drie dagen aan hoge intensiteit. "Uit onze recente bevraging blijkt dat weinig kinderen voldoen aan deze richtlijnen voor lichaamsbeweging. Dat aantal is tegenover onze vorige bevraging in 2014-2015 over het algemeen gedaald", zegt Sciensano-onderzoekster Vicka Versele. De situatie verbetert er niet echt op wanneer de Belg volwassen is. Het percentage volwassenen dat voldoet aan de aanbevolen 150 minuten matige tot hoog intensieve lichaamsbeweging is sinds de vorige bevraging onveranderd gebleven. Nochtans heeft meer bewegen veel positieve effecten. "Bewegen is goed voor onze mentale en fysieke gezondheid, al van jongs af aan. Meer bewegen en minder zitten zorgt bijvoorbeeld voor minder obesitas. Het moet deel worden van ons dagelijks leven. Scholen en werkplekken kunnen daar een belangrijke rol in spelen", besluit Vicka Versele.