"Er zijn veel parallellen tussen de gezondheidszorg en het onderwijs. In de gezondheidszorg is er ruimte voor verbetering maar we boeken ook goede resultaten. Pas als we op de radio te horen krijgen dat de kwaliteit achteruitgaat zoals in het onderwijs zal ik er wakker van liggen."
...
Op het ASGB-debat temperde Pedro Facon, adjunct-administrateur-generaal bij het Riziv, het doemdenken. "Alle vijf jaar wordt het einde van de wereld aangekondigd maar al bij al is ons zorgsysteem stabiel. De kwaliteit verbetert nog steeds. Dat is met cijfers aantoonbaar." Om de zorg betaalbaar te houden, is er wel rationalisatie, concentratie en specialisatie nodig. "Die evoluties", aldus de Riziv-topman, "zijn volop aan de gang. Er is wel nog heel veel ruimte. Maar als we de overcapaciteit in stand houden, zijn er zeker geen middelen voor andere dingen." Het impliceert onder meer dat investeringen deels van de ziekenhuissector naar de eerste lijn en de geestelijke gezondheidszorg moeten verhuizen. "Van de spoed wordt veel te veel gebruik gemaakt en er is ook een overcapaciteit aan kraamklinieken. Voorts valt de kosteneffectiviteit van nogal wat dure, terugbetaalde medicijnen in 'real world evidence' tegen. Eens ze op de markt zijn, is het echter zeer moeilijk om ze terug te trekken." Dat geldt ook in het algemeen. "Een evaluatie van elk nieuw programma en elke prestatie is nodig. Daarbij zetten we het effect van de terugbetaling af tegen de opbrengst." Volgens hoogleraar ethiek Sigrid Sterckx (UGent) is het hele systeem er evenwel op gericht om de kosten op te drijven en te factureren aan het Riziv. "Iedereen, zowel artsen als patiënten, passeert aan de kassa. Hoe meer prestaties, hoe winstgevender." In lijn met Pedro Facon toonde huisarts en co-voorzitter van het ASGB Michel Creemers zich voorstander van een reallocatie van middelen, vooral naar de psychiatrie toe. "De overheid financiert de gezondheidszorg voor 75 tot 80%. Het geld wordt best zo goed mogelijk besteed", meende Creemers. Om het artsentekort op te lossen, dient wie slaagt in de toegangsproef ook toegelaten te worden tot de studies. Dat zei een arts in de zaal. Ze hekelde ook het gebrek aan ondersteuning door verpleeg- en zorgkundigen. "Jonge artsen moeten opnieuw enthousiast worden over hun beroep", zo luidde het. VASO-voorzitter Jonas Brouwers, ook in de zaal, was het met de hoger genoemde 'oplossing' absoluut oneens. "Iedereen die slaagt in de proef toelaten, lost niets op. Syndicaten, alstublieft, pleit in uw verkiezingscampagne niet voor een afschaffing van de quota en de contingentering. 5.000 mensen laten starten aan de opleiding zal de kwaliteit van de zorg zeker niet verbeteren", stelde Brouwers. Tot slot riep Pedro Facon alle artsen op om deel te nemen aan de syndicale verkiezingen. "Op 20 jaar is de participatiegraad gedaald van meer dan 70% naar minder dan 30%. Essentieel is nochtans dat artsen meedenken over de toekomst van de gezondheidszorg en die mee vorm geven."