Drie auteurs die al lang niet meer aan hun proefstuk toe zijn, schreven het afgelopen jaar romans die aan de hooggespannen verwachtingen voldoen. De Nederlandse schrijfster Anjet Daantje ontving vorige week bovendien de prestigieuze Libris Literatuurprijs voor Het lied van ooievaar en dromedaris, nadat ze voor datzelfde boek al de Boekenbon Literatuurprijs won, een unicum.
Twee eeuwen dramatische schoonheid
...
De Groningse Anjet Daanje was sinds haar onvolprezen negende roman De herinnerde soldaat een geheimtip van boekenliefhebbers. Dat verhaal van een soldaat uit de eerste wereldoorlog laat niemand onberoerd, ondanks zijn imponerende omvang en eigenzinnige stijl. Met haar tiende boek Het lied van ooievaar en dromedaris won ze vorige week de Libris Literatuurpijs. Ze kreeg eerder ook al de Boekenbon Literatuurprijs, een unicum dat iemand deze twee prijzen wint en al helemaal dat dat een vrouw toekomt. Terecht, want zelden worden in de Nederlandstalige literatuur deze stilistische en technische hoogten bereikt. Daanje vertelt in prachtige zinnen verhalen die uitpuilen van verbeeldingskracht, opgebouwd rond zusterfiguren, verbonden door de lotgevallen van een onbegrepen roman uit de achttiende eeuw. Leven en werken van gezusters Brönte zijn een inspiratiebron voor Daanje, maar zij rekt het verhaal op tot een episch drama over vergankelijkheid terwijl het ook een boek is over boeken, schrijven, fictie en werkelijkheid. Elf personages, wier levens twee eeuwen overspannen, zijn elk de kern van een kleine roman op zich, in een eigen genre, en vormen samen een breed panorama van de menselijke beschaving van wetenschap, techniek en cultuur. Het is een gigantische roman vol leven en dood, die soms buiten zijn oevers treedt maar de lezer blijft meeslepen. Anjet Daanje, Het lied van ooievaar en dromedaris. Uitgeverij Passage. 655 blz. Men dacht dat hij al gestopt was met schrijven na zijn Pulitzerprijs winnende The Road. Cormac McCarthy, 89 nu, had zich teruggetrokken in het Santa Fe Institute, een interdisciplinaire denktank in New Mexico gericht op de studie van complexe systemen. Zestien jaar later is er nu een literair tweeluik waarvan de eerste De passagier heel nieuwsgierig maakt naar de tweede Stella Maris. McCarthy schrijft tergend spannende en toch vaak plotloze romans, vol prachtige natuurbeschrijvingen en eenzame mensen. In All the Pretty Horses, zijn zesde roman uit 1992, gebeurde schijnbaar niet heel veel meer dan twee jonge cowboys die door de woestijn rijden, een sigaret aansteken met een lucifer die ze afstrijken aan hun zadel en spaarzame conversaties voeren. Ook De Passagier is een raadselachtig meeslepend boek. Een man verliest een geliefde zus aan zelfdoding. Zij was een briljante wiskundige, ten prooi aan psychotische wanen (die zelden zo indringende literaire vorm kregen). Hij probeert het verlies te verwerken, zoekend naar de zin van verder leven. Typisch McCarthy dendert de lezer langs technische ambachtelijkheid en wetenschappelijke inzichten, filosofische afgronden en menselijke drama's, zonder uitkomst of afronding. Menig lezer zal verbijsterd zijn door dat raadselachtige verhaal. Je stoot, literair, op gesloten deuren en doodlopende straten maar dat maakt het er niet minder fascinerend op. De vraag is of Stella Maris, een 200 pagina's lang gesprek tussen de zus en haar psychiater meer houvast zal bieden. Die kans is klein, de leeservaring zal niet minder wonderlijk zijn. Cormac McCarthy, De passagier. Oorspronkelijke titel: The passenger. Vertaald door Arjaan en Thijs van Nimwegen. De Arbeiderspers. 432 blz. Met Lessen schreef Ian MacEwan een historische roman die zich na de tweede wereldoorlog afspeelt en uitmondt in de wereld van nu. De Britse schrijver is weergaloos op dreef in een generatieroman die de persoonlijke lotgevallen van de personages meesterlijk verbindt met de grote geschiedenis van de wereld, van de Suez- en de Cubacrises, de Koude Oorlog, de eenmaking van Europa, Tsjernobyl, de Twin Towers en de klimaatcrisis tot Brexit. Het zijn thema's die al eerder in MacEwans oeuvre een rol speelden en die nu aaneengeregen worden door de belevenissen van een man die worstelt met zijn relaties met (schoon)ouders, de invulling van zijn vaderschap, de ontplooiing van zijn creativiteit en de na-ijlende effecten van seksueel misbruik. Hierbij is hij onderhevig aan de willekeur van het lot, een individu dobberend als een notendop op de woelige baren van de grote historische gebeurtenissen waartoe hij zich niettemin moreel wil verhouden, net als de andere figuranten in dit eigenzinnige familiedrama dat acht decennia overspant. Lessen is complex, intelligent en genereus, en, zoals gewoonlijk bij MacEwan, elegant, interessant en fijngevoelig, de Bookerprijswinnaar op zijn best. Van de val van de muur tot de bestorming van het Amerikaanse Capitool, van het schrijven van een gedicht tot de deugd van een schone keukentafel, het is een synoptische roman met tientallen intellectuele ankerpunten, misschien wat te veel en te afstandelijk voor sommige lezers. Niettemin een literaire belevenis van formaat voor de liefhebbers. Ian MacEwan, Lessen. Oorspronkelijke titel: Lessons. Vertaald door Harm Damsma en Nieke Miedema. De Harmonie. 571 blz.