Dr. Babette Van Rafelghem (30) is al van jongs af gefascineerd door (de anatomie van) het menselijk lichaam. "Als forensisch arts kan je heel veel detecteren, ook omdat wij zicht hebben op de volledige anatomie. Ik vermoed dat veel mensen dat best fascinerend vinden, maar er heerst ter zake ook veel onwetendheid. Als we dat mysterie voor een stukje kunnen ophelderen met het boek ben ik tevreden", klinkt het. Welkom in de wondere wereld van Post mortem en de lijkschouwing.
...
Onze gesprekspartner werkt op de afdeling gerechtelijke geneeskunde van het UZA. Na ons interview start haar wachtdienst. "Dan kan ik gesommeerd worden voor een breed scala aan medische vragen die de parketmagistraat in kwestie heeft, van een verdacht overlijden tot gevallen van intrafamiliaal geweld of kindermishandeling. Ik heb trouwens net mijn consultaties beëindigd." Dat laatste verdient een woordje uitleg: "Nee, het gaat niet om overleden personen", maakt ze duidelijk, "wel bijvoorbeeld over mensen die door een incident werkonbekwaam zijn geworden en waar het gerecht vraagt om het letsel te interpreteren en de schade te objectiveren." Die dagdagelijkse omgang met het menselijk lichaam, ook in het mortuarium, is de jonge arts naar eigen zeggen op het lijf geschreven. "Als kind snuisterde ik al in medisch-anatomische atlassen, ik teken(de) ook graag. Vandaar: ik heb ooit overwogen om iets in de richting van illustrator te gaan studeren, maar Vesalius en het visuele aspect van deze specialisatie hebben me uiteindelijk toch in de richting van de geneeskunde geduwd. Het tekenen heb ik als hobby gehouden." Over die keuze heeft ze duidelijk geen spijt. Want dat menselijk lichaam blijft voor dr. Van Rafelghem een fascinerend gegeven: "Ja, wij zien gruwelijke dingen: van verbrande lichamen, lichamen die uit het water worden gehaald, tot lichamen in ontbinding of drugsdoden. Weten dat ik moet proberen te achterhalen wat er gebeurd is en/of dat mijn analyse kan bijdragen om de puzzel van de waarheid te leggen, dat is voor mij wel geruststellend, zelfs fijn. Een overleden lichaam toont geen pijn of emotie meer, maar het kan mij wel heel veel leren." Dit gezegd zijnde, dr. Van Rafelghem en haar collega's zien niet enkel doden: het kan even goed gaan om een baby'tje, een bewusteloze patiënt of om partijen die tegenstrijdige verklaringen afleggen: "Dan zijn wij er als objecti(e)ve(rende) factor." Die een-op-eenrelatie in het mortuarium met de overledene voelt goed voor dr. Van Rafelghem: "Ik denk dat elke arts een bepaalde zwaarte voelt in zijn of haar job. Denk maar aan het geval dat je slecht nieuws moet melden aan een patiënt. Dat zou mij stress bezorgen. Ik vind het sowieso al moeilijker als wij slachtoffers van slagen en verwondingen moeten onderzoeken en deze zichtbaar geëmotioneerd zijn." "Toen de vraag kwam om een boek te maken was ik al een aantal jaren bezig met deze tekeningen. Voor alle duidelijkheid: ik teken geen situaties of patiënten die ik professioneel ben tegengekomen. De tekeningen in het boek zijn wel geïnspireerd op wat we bij een lijkschouwing zien: hersenen, verdrinkingslongen, onderzoek van de tanden, enzovoort - net om duidelijk te maken wat er gebeurt. Series als Bones of Silent witness vertellen niet altijd het volledige plaatje." "Om privacyredenen kan ik uiteraard niet zomaar iedereen portretteren, dus gebruik ik mezelf of mijn vriend soms als model. Over mijn eigen lichaam kan ik zelf beslissen. Mijn ouders en grootouders zouden misschien ook wel graag eens geportretteerd worden, maar dat doe ik liever niet." Hoe gebeurt het tekenen dan concreet? "Elke tekening bestaat uit twee delen: een pentekening op doorzichtig papier, daaronder komt een aquarel in kleur." Beide elementen versterken mekaar. "Voor het boek heb ik veel tekeningen gemaakt, ook omdat ik liefst klein en gedetailleerd werk. Elke tekening of aquarel is een dag werk." En ziet ze zichzelf ook andere kunstvormen beoefenen? Babette Van Rafelghem: "Ik heb een brede culturele interesse, maar ik kan ook tekenen zonder doel. Het gaat wel vaak terug tot dat medisch-anatomische. Dat was eertijds de trigger. Misschien maak ik ooit wel eens 3D-dingen?"