...

Al meer dan twintig jaar heeft het microbiologisch laboratorium van prof. Xavier De Bolle (universiteit van Namen) ervaring met onderzoek naar Brucella. Deze bacterie infecteert vee en ligt aan de oorsprong van één van de meest verspreide zoönosen ter wereld. De infectie kan op de mens worden overgebracht via contact met producten op basis van niet-gepasteuriseerde melk en besmette weefsels of zelfs door inhalatie. In onze streken is de ziekte onder controle. Sciensano (www.sciensano.be) geeft aan dat Brucella zeldzaam is bij ons vee. Mogelijke contaminatie bij medewerkers in het laboratorium is wél een 'niet te verwaarlozen' risicofactor. Anders liggen de kaarten op wereldvlak: naar schatting worden jaarlijks bijna 500.000 mensen besmet. Het grootste risico bestaat in streken met een minder goed ontwikkelde gezondheidsinfrastructuur, waar dikwijls ook maatregelen in verband met de preventie van zoönosen moeilijk toegang vinden. In die regio's wordt de diagnose vaak laattijdig gesteld, zeker omdat de symptomen aspecifiek zijn: koorts, overvloedig zweten, vermoeidheid, enzovoort. Onbehandeld kan brucellose chronisch worden. Na het acute stadium kunnen ernstige complicaties optreden, zoals osteomyelitis en endocarditis.Dankzij een tijdig gestelde diagnose kan brucellose goed behandeld worden, met een combinatie van twee antibiotica: doxycycline plus streptomycine of rifampicine. Bij chronische vormen is een drievoudige behandeling nodig. De behandeling moet minstens zes weken gegeven worden. Het hoogste risico op brucellose bestaat in gebieden waar ook tuberculose endemisch is, zodat resistentie vaak een obstakel vormt. Andere therapeutische aangrijpingspunten zijn dus welkom.Prof. De Bolle en zijn team vonden er één: "Ons onderzoek ging vijf jaar geleden van start. We hadden in eerste instantie vastgesteld dat Brucella in de gastheercel een soort rustfase inlegt waarbij ze haar DNA niet repliceert vóór ze begint te delen. Bovendien vonden we in de beide genen van de bacterie een hele reeks genen die herstel van het DNA mogelijk maken, als het door alkylering beschadigd is. Bij alkylering wordt een alkylgroep aan de basen van het DNA gekoppeld. Voor de cel of de bacterie betekent dit een vorm van stress, die tot mutatie of afsterven aanleiding kan geven."Op basis van deze gegevens gingen prof. De Bolle en medewerkers vermoeden dat Brucella het eigen DNA herstelt vóór de bacterie deelt. Met een aantal experimenten konden ze aantonen dat hun hypothese klopt.De Naamse onderzoekers ontwikkelden een systeem waarmee men schade door alkylering in het licht kan stellen. "Voor elke bacterie die we onder de microscoop bekeken, konden we dankzij ons detectiesysteem nagaan of ze aan alkylerende stress was blootgesteld. Aangetaste bacteriën worden daarbij fluorescerend groen.""Daarna hebben we de verdediging van de bacterie ondermijnd: we verwijderden de genen die instaan voor het herstellen van de schade die door alkylering opgetreden is. Vervolgens hebben we muizen met die gemuteerde bacteriën besmet. We zagen dat die bacteriën in aanwezigheid van alkylerende stoffen veel sneller buiten strijd werden geplaatst dan niet-gemuteerde bacteriën. Indirect betekenen onze bevindingen dat Brucella zich tegen alkylerende stress moet kunnen verdedigen om de gastheercellen doeltreffend te infecteren. Meteen hebben we ook aangetoond dat zoogdieren - muizen in dit geval - direct of indirect schade door alkylering kunnen uitlokken. Dat had nog nooit iemand aangetoond in verband met infecties."En in het verlengde hiervan...? Nu de resistentie van de bacterie beter begrepen wordt, beschikken wetenschappers over informatie om nieuwe behandelingen tegen infecties - of alvast tegen Brucellose - te ontwikkelen. "Als we de gastheer een middel kunnen aanreiken om alkylerende stress te ontwikkelen, zouden we hem kunnen helpen om sneller van dit soort bacteriën af te raken", hoopt prof. De Bolle. "We moeten er natuurlijk wel voor uitkijken dat we daarbij het DNA van de gastheer zelf niet beschadigen. We moeten de bacterie ontwapenen zonder ook de gastheer in moeilijkheden te brengen."Terloops wijst hij er nog op dat het laboratorium nu ook beschikt over een techniek om één cel per keer te analyseren. "We spreken van 'single cell'. We hebben er jaren over gedaan om dit te bereiken, onder andere met de hulp van ons laboratorium voor organische scheikunde. Brucella is amper een micrometer groot en kan dus moeilijk met de microscoop gevisualiseerd worden. Nochtans is het belangrijk cel per cel te kunnen bekijken, omdat er individuele verschillen bestaan in functioneren, verdedigingsmechanisme en ziekteverwekkend potentieel."