In het dossier dat een verzoeker om internationale bescherming overmaakt aan het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) worden soms gegevens gevraagd die verband houden met de fysieke en/of mentale gezondheid van de verzoeker. Omdat de praktijk leert dat de medische gegevens niet altijd accuraat worden meegegeven, vraagt het CGVS hier alerter voor te zijn.
...
In 2023 startte het CGVS een project gericht op aspecten van de fysieke en /of geestelijke gezondheid van verzoekers om internationale bescherming. In het bijzonder gaat het over de deelname van verzoekers met fysieke en/of mentale kwetsbaarheden aan de asielprocedure. Het CGVS bestudeert elk verzoek om internationale bescherming op individuele, objectieve en onpartijdige wijze. In het kader van het onderzoek is het CGVS wettelijk verplicht een persoonlijk onderhoud te hebben waarbij de verzoeker de kans krijgt om de motieven van zijn verzoek toe te lichten en aan te tonen. Hoewel het niet het geval is bij elk verzoek om internationale bescherming, kunnen medische vaststellingen met betrekking tot de gezondheidstoestand van de verzoeker in een beperkt aantal situaties wel van belang zijn. Er kan immers sprake zijn van bepaalde fysieke en/of psychische factoren die de verzoeker tijdelijk of zelfs blijvend verhinderen om deel te nemen aan het persoonlijk onderhoud (postoperatief letsel, psychose, ernstige verstandelijke beperking of vergevorderde staat van depressie). Er kan ook sprake zijn van fysieke en/of psychische factoren die een verhoogde waakzaamheid en grotere voorzichtigheid vragen van het commissariaat-generaal bij de behandeling of beoordeling van het verzoek. Bijvoorbeeld wanneer de verzoeker kampt met een depressie, een aandachtsstoornis heeft of lijdt aan een posttraumatische stressstoornis. Bovendien kunnen medische bevindingen concrete aanwijzingen bevatten van het gegeven dat iemand in zijn land van herkomst werd vervolgd of er ernstige schade ondergaat. Deze aanwijzingen kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op de aanwezigheid van bepaalde duidelijke fysieke littekens of ernstige psychologische moeilijkheden die in verband gebracht kunnen worden met daden van vervolging en ernstige vormen van mensonwaardige of vernederende behandelingen zoals foltering of genitale verminking. Het project dat het CGVS vorig jaar opstartte, gaat na hoe de aanpak en benadering hierrond kan worden versterkt en verbeterd. Het geeft daarom een aantal aanbevelingen aan zorgverstrekkers die medische bevindingen rapporteren op eigen initiatief, op vraag van een verzoeker of van een derde partij die de verzoeker bijstand verleent (advocaat, voogd, maatschappelijk assistent, belangenorganisatie). De aanbevelingen bestaan uit algemene en situatiegebonden aanbevelingen. "Als initiële richtlijn geldt dat de gegevens duidelijk, volledig, toegankelijk, uniform en kwalitatief moeten zijn", luidt het bij het CGVS. De algemene aanbevelingen zijn aanbevelingen die ook gelden voor andere documenten die artsen verstrekken. Het document moet correct gedateerd zijn en de inhoud leesbaar. Het moet uiteraard worden opgesteld door een erkend arts, specialist of psycholoog die zijn volledige referenties vermeldt. De opsteller moet tevens aangeven op wiens vraag het attest wordt opgesteld en vermelden dat de patiënt of zijn wettelijke vertegenwoordiger toestemming geven om het document op te maken. Wanneer er een tolk werd gebruikt bij de communicatie tussen arts en patiënt moet dat expliciet worden vermeld. Naast de algemene aanbevelingen geeft het CGVS specifieke, situatiegebonden aanbevelingen voor drie situaties: medische bevindingen ter ondersteuning van het gegeven dat de patiënt (tijdelijk) niet kan deelnemen aan een persoonlijk onderhoud om zijn asielmotieven mondeling toe te lichten; medische bevindingen ter ondersteuning van het gegeven dat de individuele situatie en persoonlijke omstandigheden van de patiënt vragen om een verhoogde waakzaamheid en grotere voorzichtigheid bij de behandeling en beoordeling van het verzoek; en medische bevindingen ter ondersteuning van daden van foltering, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing die de patiënt zou hebben ondergaan. In dat laatste geval is het aangeraden de internationale richtlijnen van bijvoorbeeld het Istanbul Protocol in acht te nemen.