De 32 pianosonates die Ludwig van Beethoven tussen 1795 en 1822 componeerde worden als grensverleggend bestempeld. De werken worden tijdens een tweedaagse integraal uitgevoerd op instrumenten die nauw aansluiten bij de klavierinstrumenten die Beethoven zelf bespeelde.
Tijdens zijn hele carrière was Beethoven obsessief op zoek naar het perfecte klavierinstrument - Hammerklavier noemde hij het uiteindelijk - om zijn ideeën weer te geven. Hij zocht iets dat destijds haast onmogelijk leek, namelijk een piano die niet alleen zangerig, gedragen en zelfs luid kon spelen, maar tegelijk ook gearticuleerd, flexibel en gevoelig bleef.
Onstuimig
Beethovens zoektocht naar het ideale klavierinstrument leidde hem naar Weense bouwers als Stein, Streicher of Walter. Hij voerde vaak lange gesprekken met hen om zijn indrukken, wensen en opmerkingen kenbaar te maken. En na de instrumenten enige tijd thuis bespeeld te hebben, was hij niet te beroerd om nog aanpassingen te laten aanbrengen. Nu en dan moesten er ook reparatiewerken uitgevoerd worden om de schade te herstellen die Beethoven met zijn onstuimige pianospel had aangericht. Dat zijn roem tot ver buiten de Weense stadsgrenzen reikte, blijkt uit het feit dat hij zomaar instrumenten aangeboden kreeg van het Franse Érard en van het Engelse Broadwood, bouwers die hun merknaam maar al te graag aan die uitzonderlijke componist uit Wenen wilden verbinden.
Integrale uitvoeringen van Beethovens pianosonates worden doorgaans op een moderne vleugelpiano gespeeld. Toch staat dat klankbeeld ver af van de realiteit in Beethovens componeerkamer. En de ene sonate is ook de andere niet: denk daarbij maar aan de link tussen Beethovens Érard-piano en de Waldsteinsonate of de Appassionata. De klankwerelden die in de sonates opgeroepen worden zijn zeer divers.
Amuz presenteert de 32 sonates in chronologische volgorde op verschillende historische instrumenten die door 13 pianisten bespeeld worden. Daar zijn onder meer Alexei Lubimov, Arthur Schoonderwoerd, Els Biesemans, Tobias Koch, Abdel Rahman el Bacha of Melvin Tan bij. De instrumenten komen uit collecties uit binnen- en buitenland en zijn te vergelijken met de types die Beethoven bezat.
Beethovens 32 pianosonates in Primetime bij Amuz in Antwerpen op 1 februari om 10u, 13u30 en 20u en zo. 2 feb om 10u, 13u30 en 16u30 - www.amuz.be
Tijdens zijn hele carrière was Beethoven obsessief op zoek naar het perfecte klavierinstrument - Hammerklavier noemde hij het uiteindelijk - om zijn ideeën weer te geven. Hij zocht iets dat destijds haast onmogelijk leek, namelijk een piano die niet alleen zangerig, gedragen en zelfs luid kon spelen, maar tegelijk ook gearticuleerd, flexibel en gevoelig bleef.Beethovens zoektocht naar het ideale klavierinstrument leidde hem naar Weense bouwers als Stein, Streicher of Walter. Hij voerde vaak lange gesprekken met hen om zijn indrukken, wensen en opmerkingen kenbaar te maken. En na de instrumenten enige tijd thuis bespeeld te hebben, was hij niet te beroerd om nog aanpassingen te laten aanbrengen. Nu en dan moesten er ook reparatiewerken uitgevoerd worden om de schade te herstellen die Beethoven met zijn onstuimige pianospel had aangericht. Dat zijn roem tot ver buiten de Weense stadsgrenzen reikte, blijkt uit het feit dat hij zomaar instrumenten aangeboden kreeg van het Franse Érard en van het Engelse Broadwood, bouwers die hun merknaam maar al te graag aan die uitzonderlijke componist uit Wenen wilden verbinden.Integrale uitvoeringen van Beethovens pianosonates worden doorgaans op een moderne vleugelpiano gespeeld. Toch staat dat klankbeeld ver af van de realiteit in Beethovens componeerkamer. En de ene sonate is ook de andere niet: denk daarbij maar aan de link tussen Beethovens Érard-piano en de Waldsteinsonate of de Appassionata. De klankwerelden die in de sonates opgeroepen worden zijn zeer divers.Amuz presenteert de 32 sonates in chronologische volgorde op verschillende historische instrumenten die door 13 pianisten bespeeld worden. Daar zijn onder meer Alexei Lubimov, Arthur Schoonderwoerd, Els Biesemans, Tobias Koch, Abdel Rahman el Bacha of Melvin Tan bij. De instrumenten komen uit collecties uit binnen- en buitenland en zijn te vergelijken met de types die Beethoven bezat.