...

Het is de vierde indicator 'doelmatige zorg' die het Riziv lanceert, de eerste die zich richt tot de huisartsen. Hij valt verder uiteen in een kwantitatieve indicator, en in twee kwalitatieve indicatoren. Die indicatoren kennen de huisartsen eigenlijk al uit het feedbackrapport dat ze van het Riziv in 2019 ontvingen. Nieuw is dat er nu 'waarschuwingspercentages' aan zijn gekoppeld - gaat de arts erboven, dan gaat er bij wijze van spreken een lichtje knipperen. De waarschuwingspercentages zijn berekend aan de hand van de aanbevelingen van BAPCOC: de Belgische Commissie voor de Coördinatie van het Antibioticabeleid berekende bijvoorbeeld dat in 2019 43% van de afgeleverde antibiotica onterecht werd voorgeschreven. Wat zijn de drempels waar huisartsen gevraagd wordt proberen onder te blijven? Antibiotica zou de huisarts normaal niet moeten voorschrijven aan meer dan 23% van zijn patiënten (en niet meer dan 45% van de kinderen tot en met 14 jaar - het percentage wordt berekend met het totale aantal patiënten voor wie de huisarts een geneesmiddelenvoorschrift heeft gemaakt als noemer). Dat is de kwantitatieve indicator. Hoogstens 20% van de voorschriften met amoxicilline mag de combinatie met clavulaanzuur bevatten. En hoogstens 20% van antibioticavoorschriften in het algemeen zouden tweedelijnsantibiotica mogen zijn (amoxicilline + clavulaanzuur, cefalosporines, chinolonen en macroliden). Dat zijn de twee kwalitatieve indicatoren. Huisartsen zouden samen 73% van het volume van antibiotica voorschrijven. Voor specialisten is het moeilijker om waarschuwingspercentages vast te stellen, maar het Riziv sluit helemaal niet uit dat die er uiteindelijk ook zullen komen. De overheid lanceert zogenoemde 'flankerende maatregelen' die de huisartsen moeten helpen het antibioticagebruik terug te dringen. Na een jaar wordt de naleving van de indicator beoordeeld. Het Riziv kan dan huisartsen om uitleg vragen.