...

Volgens professor gezondheidsrecht Thierry Vansweevelt (UA) zou het een spijtige zaak zijn indien artsen zouden twijfelen aan de legitimiteit om een euthanasie op wettelijke (en zorgvuldige) wijze uit te voeren doordat er nu een euthanasieproces voor assisen komt: "Sinds de wet op euthanasie er is gekomen in 2002 werd er slechts één zaak door de controle- en evaluatiecommissie doorverwezen naar het parket, wat bijzonder weinig is op een tijdsspanne van 18 jaar. Bovendien is de kans dat de commissie over een zaak zou vallen, bijzonder klein."Prof. Vansweevelt verwijst naar een volgens hem tot nog toe beperkt totaal van drie rechtszaken inzake euthanasie. De eerste was die van pneumoloog Vanginderachter die in 2003 in het O.L.V.- ziekenhuis in Aalst een euthanasie uitvoerde zonder schriftelijke toestemming van de patiënt, waarop hij op staande voet werd ontslagen. Het ziekenhuis bracht dit als burgerlijke zaak voor de arbeidsrechtbank die oordeelde dat de longarts geen overtreding beging en zijn werkgever een aanzienlijke schadevergoeding deed betalen. "Er was nl. wel degelijk sprake van een herhaald verzoek en van mondelinge toestemming vanwege de patiënt waarbij ook getuigen aanwezig waren geweest, en wat in het patiëntendossier was opgetekend. Wat verder pleitte in zijn voordeel is dat de euthanasie gebeurde kort nadat de wet van kracht was geworden, een jammerlijke procedurele beginnersfout kon makkelijker door de vingers gezien worden." Een tweede zaak kwam echter wel tot stand door een strafrechtelijke klacht die werd ingediend door Tom Mortier, wiens moeder euthanasie verkreeg in 2012 zonder dat hij en andere naaste familieleden daarvan op de hoogte waren. Ook hier echter kreeg uitvoerend arts Wim Distelmans gelijk gezien de wet stipuleert dat overleg met de familie enkel op verzoek van de patiënt kan gebeuren, - wat de vrouw in kwestie niet had gewenst -, en werd de zaak dus geseponeerd (later werd overleg met familie een extra zorgvuldigheidslijn bovenop de wet voor euthanasie bij psychisch lijden vanwege Zorgnet Icuro, VVP en de Orde der Artsen, waarschijnlijk onder impuls van de zeer onwenselijke manier waarop de euthanasie van Tine Nys is verlopen). Een derde zaak in 2018 was die van Ivo Poppe, de 'diaken des Doods' die een aantal familieleden uit 'barmhartigheid' doodde, waardoor zijn daden volgens hem zelf te beschouwen vielen als euthanasie. Er was uiteraard geen verzoek van de patienten daartoe, en dus werd de man tot 27 jaar cel veroordeeld.Wel is het volgens Vansweevelt een manco in de euthanasiewet (art. 3 & art. 4) dat deze niet voorziet in proportionele sancties naargelang men ofwel een fundamentele voorwaarde (bijv. aanwezigheid van een ongeneeslijke ziekte, ondraaglijk fysiek of psychisch lijden, verzoek van de patiënt), ofwel een procedurele voorwaarde (bijv. overleg met team en familie) overschrijdt. Op welke manier men de wet ook schendt, men staat, bij strafrechtelijke klacht en onder bescherming van de wet op euthanasie, meteen terecht voor moord. Zowel in de medische als juridische wereld schijnt er brede consensus te bestaan over het inadequate van dit disproportionele straffen.In de wet wordt overigens geen sanctie voorzien wanneer men achteraf geen melding doet van de uitgevoerde euthanasie (art. 5), zegt prof. em. Herman Nys (KU Leuven). Dat de melding van de euthanasie van Tine Nys aan de controlecommissie dus te laat zou zijn gebeurd, kan volgens Nys dan ook geenszins worden aangevoerd tegen dr. Joris V.H. "Indien er overigens al enige rechtsonzekerheid voor artsen zou ontstaan", zo gaat prof. Nys verder, "dan is het omdat er geen sanctie is voorzien voor het niet-melden, omdat er geen onderscheid wordt gemaakt in sanctioneren tussen het niet-naleven van een zwaardere (fundamentele) of lichtere (procedurele) voorwaarde, en omdat het misdrijf dat dan wordt begaan niet nader is genoemd: het kan ofwel om moord, doodslag of vergiftiging gaan. Maar het zal voor iedereen wel duidelijk zijn dat het hier dan niet om pakweg diefstal kan gaan."Men kan zich natuurlijk afvragen of het 'schaarse aantal' rechtszaken in deze te wijten is aan het feit dat de meeste uitvoeringen netjes volgens de wet gebeuren, dan wel of de commissie van haar kant wel voldoende evaluerend optreedt. Die laatste vraag stelt dr. Gert Huysmans zich, voorzitter van de Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen. Volgens Huysmans is het probleem niet de wet an sich, maar wel dat de wet 18 jaar lang weinig tot niet op een onbevangen en kritische manier werd geëvalueerd. Deze nalatigheid is echter niet alleen de verantwoordelijkheid van de commissie zelf, maar ook van de beroepsgroepen en van het politieke veld, die zich langdurig te laks hebben opgesteld (en opstellen). Wat er achter dit gebrek aan morele moed schuilgaat, is volgens dr. Huysmans, de angst dat de wet zou worden ingeperkt,- iets wat ook prof. em. Nys vermoedt -, en de argwaan dat wie zich kritisch uitlaat, wel niet anders dan een tegenstander kan zijn van de euthanasiewet.Dat artsen zich intussen de facto heel wel onzeker zijn gaan voelen, is volgens dr. Huysmans precies daarvan het gevolg. Gaandeweg werd het steeds meer aan de artsen zelf overgelaten om de wet op een subjectieve manier in te vullen.