...

Arno Hintjens werd in 1949 in Oostende geboren en groeide op in een havenstad die in de jaren '60 een bloeiend nachtleven kende met muziekclubs die hem wel konden bekoren. Op school was de stotterende Arno een buitenbeentje. Wanneer een van zijn leraren hem enthousiast maakte voor de blues ontkiemde ook bij Arno het muzikale zaadje. Op zijn 17de leerde hij gitarist Paul Couter kennen en samen gingen ze muziek maken. Dat resulteerde in de groep Tjens-Couter, een succesvolle formatie in de jaren '70. De muzikale wegen van Paul Couter en Arno Hintjens scheidden bij de start van TC Matic maar de vriendschap bleef tot de dood van Paul, amper een jaar geleden. De TC van TC Matic herinnerde nog aan de pioniersjaren. Met O la la la brak in 1981 die nieuwe groep én meteen een nieuw muzikaal geluid in ons land door. Vier albums getuigen van dat bijzondere hoofdstuk in de Belgische muziekgeschiedenis.Arno was als zanger het sluitstuk van een formatie die vanuit de drums en de bas bijzonder strak klonk maar die ook ongegeneerd buiten de lijntjes durfde kleuren. Ze serveerden een experimentele cocktail met uiteenlopende muzikale invloeden die via uiterst creatieve gitaarriffs en onvoorspelbare synthesizerlijnen binnenslopen.Arno's Engelstalige teksten die nu en dan gelardeerd werden met Oostends dialect, een zinnetje Frans of Duits, stonden ver van de mainstream songtekst. Live stond TC Matic als een huis en de overgave waarmee Arno keer op keer de songs bracht, zorgden voor een verslavende concertroes. Ik zag de band een vijftal keer aan het werk en telkens deed die TC Matic-pletwals haar werk. Arno op een podium, dat was zowat de ultieme definitie van charisma. Schijnbaar nonchalant naar het microstatief stappen, de ogen sluiten om diep in die gehavende ziel te kunnen graven. Dan een kolkende lavastroom ritmisch oppompen en die langs die schurende stembanden over het publiek uitstorten. In zijn songs profileerde hij zich steevast als iemand die lak heeft aan macht, aan de kloof tussen rijk en arm, aan schijnheiligheid of aan opgeklopt succes. Het lag voor de hand dat Arno na de split van TC Matic in 1985 nog een mooie toekomst voor zich had. Hij startte zijn solocarrière met het album Charlatan in 1988. Midden de jaren '90 werd hij onder meer door het lied Les yeux de ma mère, het album A la française en zijn filmcarrière ook in Frankrijk een echte ster. Zijn repertoire werd vanaf toen ook meer Franstalig. Arno uitte zich in zijn chansons steeds vaker als een romantische zwerver, een lonesome cowboy, schijnbaar eindeloos op zoek naar geluk. Arno's solocarrière zou 16 studio-albums opleveren. Critici vonden het soms wat te veel van hetzelfde maar in die tientallen songs bleven geregeld pareltjes opduiken.Dat hoor je ook in zijn album Vivre uit 2021 waarop hij samen met de klassiek geschoolde maar daarna uitgebroken pianist Sofiane Pamart en zijn geliefde bassist Mirko Banovic uit zijn rijke catalogus putte. In deze kwetsbare bezetting, in vaak sublieme arrangementen en met de nog meer gehavende stem van Arno grijpen de chansons waarin liefde, pijn, de alcohol, het leven en de dood bezongen worden, meteen naar de keel. Dat album ontstond nog nadat eind 2019 bij Arno pancreaskanker werd vastgesteld, een diagnose die hij begin 2020 ook openbaar maakte. Arno toonde zich daarna strijdvaardig en positief. De ziekte en behandeling lieten duidelijk hun sporen na, maar hij verklaarde meermaals hoe optreden en muziek maken de adrenaline lieten stromen en hem onverhoopt weer energie gaven.De coronalockdowns hielden de concertzalen echter lang gesloten. In een Radio 1-sessie in januari, met concerten in de AB en in het Kursaal van Oostende nam Arno afgelopen weken afscheid van zijn vrienden en trouwe publiek. In maart nam hij ook nog enkele songs op voor een nieuw album. Dat zal ongetwijfeld een warme herinnering worden aan deze uitzonderlijke figuur uit de Belgische muziekgeschiedenis die gemist zal worden.