...

Voor het (Nederlandse) Instituut Hoogbegaafdheid Volwassenen schreef Noks Nauta (73) meerdere 'leaflets' over hoogbegaafdheid in de gezondheidszorg. Een daarvan gaat specifiek over de omgang en communicatie met hoogbegaafde patiënten. "Het wordt wel eens gezegd dat als een arts kan omgaan met hoogbegaafde patiënt, hij of zij met alle patiënten kan omgaan. Hoogbegaafden zijn immers de lastigste patiënten die er zijn", lacht Noks Nauta. "Voor de consultatie hebben hoogbegaafden vaak al heel veel medische informatie zelf opgezocht. Tijdens het gesprek stellen ze kritische vragen en vragen ze ook meer door dan de gemiddelde patiënt. Sommige artsen voelen zich daardoor niet serieus genomen in hun beroep, of zelfs bedreigd." Noks Nauta: "Ik heb ooit meegemaakt dat een arts tegen me zei: ' Stop, ik kan niet verder zo, ik ben helemaal overdonderd! In eerste instantie schrok ik van zijn opmerking, maar ik apprecieerde zijn eerlijkheid wel. "Wat goed dat u dat zegt", repliceerde ik, "dat komt door mij" en ik legde hem uit dat ik hoogbegaafd ben en op een bepaalde manier denk en communiceer. Ik mocht opnieuw beginnen, en samen hebben we vervolgens rustig de tijd genomen. Dat is een heel goed gesprek geworden." "Verder beschrijven hoogbegaafde patiënten hun symptomen doorgaans heel gedetailleerd, en soms op een andere manier dan artsen gewoon zijn te horen van andere patiënten", vervolgt Noks Nauta. "Daardoor kan het gebeuren dat de aandoening niet wordt herkend, de patiënt zich niet gehoord voelt - en diagnoses te laat worden gesteld." In hun zoektocht naar antwoorden gebeurt het dat hoogbegaafden in dergelijke gevallen meerdere artsen opzoeken, met het risico het etiket 'medisch shopper' te krijgen, zegt Noks Nauta. "Maar wat men niet weet, is dat er nog niet écht naar hen geluisterd is geweest. Het is bv. mogelijk dat het om een zeldzame aandoening gaat. Soms heeft iemand gewoon een heel andere aanpak nodig, of een combinatie van beide." Noks Nauta weet waarover ze spreekt. Een aantal jaar geleden had ze last van hevige pijnaanvallen "bij" haar knie. Ik bezocht verschillende specialisten en fysiotherapeuten, onderging een meniscusoperatie, ... Niets hielp, en niemand die de oorzaak van de pijnscheuten vond. Of een gegeven moment dacht ik: ofwel kom ik in een rolstoel terecht, ofwel beland ik in de psychiatrie. In mijn wanhoop heb ik toen een hoogleraar aangeschreven, met als onderwerp van mijn mail 'Mysterieuze knieaandoening'. Uiteindelijk bleek ik een miniem gezwel te hebben buiten het kniegewricht dat de klachten volledig verklaarde. De professor in kwestie had zoiets nog nooit gezien. Maar hij luisterde naar me, en hij keek ook veel beter." Bovenbeschreven kenmerken en ervaringen over de arts-patiëntrelatie kunnen een arts een idee geven of er een hoogbegaafde patiënt voor hem of haar zit. Soms is de patiënt al op de hoogte van de hoogbegaafdheid, soms niet."Veel hoogbegaafden vinden het fijn als ze het weten, het kan hen de nodige rust geven - dat ze niet raar of gek zijn", zegt Noks Nauta. "Hoogbegaafden komen er vaak pas achter als ze ergens vastlopen in het leven met gezondheidsproblemen tot gevolg. Denk aan conflicten, werk- en relatieproblemen, risico op burn-out of bore-out, ... (zie tabel, nvdr). Als arts is het goed er rekening mee te houden dat hoogbegaafdheid hier een rol in kan spelen. Als arts kunt u mensen ook wijzen op diverse informatieve sites. Contacten met andere hoogbegaafden blijken ook zeer waardevol."