...

Zowat 13% van de Belgen gebruikt wel eens benzodiazepines. De helft van hen zou dat dagelijks en voor een langdurige periode doen. In de rust- en verzorgingstehuizen zou dit zelfs oplopen van 20 tot 50%. Het is nodig dat benzodiazepinegebruik wordt afgebouwd, zowel wegens het verslavende karakter ervan, als de beperkte efficiëntie en talrijke nevenwerkingen. Het project van dr. Geert Klaasen en dr. Caroline Helsen werd in twee praktijken geïmplementeerd. Elke deelnemende patiënt kreeg een aanmeldingsformulier met een persoonlijke inlogcode die toegang verschafte tot de onlineleeromgeving. Die omvat drie lessen en een slaapdagboek. Les 1 handelt voornamelijk over slapen en slaapstoornissen, les 2 over slaapmedicatie en les 3 over het afbouwen van slaapmedicatie en niet-medicamenteuze alternatieven. Deze lessen hebben een interactief karakter. De patiënt moest geregeld informatie invullen. De arts kon via een persoonlijke code de antwoorden van zijn patiënten opvragen. Dr Klaasen en dr. Helsen: "We kozen voor deze manier van werken om de efficiëntie, zowel voor arts als voor patiënt, van het informeren te verhogen. Wanneer de patiënt op consultatie komt, heeft hij immers al flink wat kennis vergaard over het onderwerp en hij kan dan ook gericht vragen stellen aan zijn huisarts. Naast het informerende luik heeft de patiënt er ook, dankzij de nadruk op de interactieve toepassingen, een reflectief proces op zitten. Op deze manier wordt het concept van cognitieve gedragstherapie - een bewezen niet-medicamenteuze behandeling voor primaire insomnia - optimaal toegepast."Consultatie Wanneer de patiënt op eigen tempo de lessen doorlopen had, werd hij uitgenodigd op consultatie om dieper in te gaan op het probleem van de patiënt. Vervolgens werd een persoonlijk afbouwschema opgesteld en advies gegeven aangaande de aangeleerde niet-medicamenteuze alternatieven. Na week 3 en op het einde van het afbouwschema kwam de patiënt op een controleconsultatie om de vorderingen en eventuele problemen of opmerkingen te bespreken. Deze internetmodule met persoonlijke artsencontacten werd beoordeeld door middel van een enquête. In totaal hebben 28 patiënten de studie doorlopen. Door deelname voelden deze patiënten zich beter geïnformeerd zodat hun houding aangaande chronisch benzodiazepinegebruik veranderde. Deze bewustwording deed hun motivatie om te stoppen en hun vertrouwen in het welslagen ervan toenemen.Positieve evaluatie Alle patiënten in de studie vinden een persoonlijke begeleiding door de huisarts noodzakelijk, zeker oudere patiënten hechten veel belang aan dat contact. Voor vijf patiënten (18%) is een persoonlijke begeleiding door de huisarts voldoende. Deze patiënten zijn beduidend ouder en hebben minder voeling met internet. 82% van de patiënten wil de internetmodule behouden. Door de bijbehorende oefeningen van de internetmodule vinden sommigen dat ze minder uitstelgedrag vertonen om hun probleem aan te pakken. Bij het afsluiten van de studie hadden alle deelnemende patiënten hun gebruik geminderd. Meer dan de helft van hen heeft zelfs geen slaappil meer nodig. Verschillende van deze patiënten waren op dat moment nog actief bezig zijn met hun afbouwproces. Na het minderen of stoppen met de slaapmedicatie vindt drie vierde van de patiënten dat hun slaapkwaliteit erop vooruit gegaan is. Wat de slaapduur betreft, ziet de helft van de patiënten een vooruitgang. Dergelijke concepten in de alsmaar meer geïnformatiseerde maatschappij kunnen dus een antwoord bieden op zowel het alarmerende en stijgende benzodiazepinegebruik in België als de toenemende tijdsdruk voor huisartsen. Momenteel is men op zoek naar mogelijkheden en eventuele partners om een grotere studie op poten te zetten en om deze webtool beschikbaar te maken voor de Vlaamse huisarts.