...

Het is een fragment uit de column Wachtkunde van prof. Ilse Degreef (zie artsenkrant.com, rubriek Opinie & Analyse). Hebben uw patiënten 'geluk' als ze in uw wachtruimte moeten wachten? Hoe vult u de wachtzone in uw praktijk, letterlijk en figuurlijk, in? Waarin verschilt ze van andere wachtzones? En wat zegt dat allemaal over u(w praktijkvoering)?"Onze wachtzaal zegt iets over de investering die we hebben willen doen om het wachten voor de patiënt zo aangenaam mogelijk te maken", vertelt dr. Johan Conings van huisartsenpraktijk Lanakerheide in Lanaken. De nieuwbouwpraktijk is het resultaat van een samensmelting van twee groepspraktijken drie jaar geleden (zie Artsenkrant nr. 2589).Johan Conings: "Als het wachten in een rustige sfeer verloopt, is dat al een goede aanzet tot een rustige consultatie. In onze vorige praktijk was de wachtruimte veel te klein waardoor ze altijd overvol zat, patiënten zaten dicht opeengepakt. Dat zorgde voor stress, zowel bij patiënt als arts. Onze nieuwe wachtruimte is groot met voldoende zitplaatsen en veel natuurlijke lichtinval. Daarnaast hebben we bij de bouw veel aandacht besteed aan geluidsdemping, wat de rust in de wachtzaal ook ten goede is gekomen.""Verder is er een constante temperatuurregeling met automatische ventilatie. De zonneweringen, die automatisch in werking treden bij veel zoninval, zorgen ervoor dat het niet te warm wordt. Omdat ze doorzichtig zijn, blijft de ruimte 'open'."Voor soloarts Vera De Vleesschauwer uit Gent moet een wachtruimte ook gezelligheid uitstralen. In haar wachtruimte staat een "pseudohaard" met schouw. "Vooral in de winter is dat aangenaam. Patiënten wachten niet, maar zitten zoals thuis" - ze beschrijft het zelf met de term "thuisarts".Een aangename wachtruimte ten spijt, soms durven wachttijden al eens op te lopen. "Informatie over het waarom achter de achterstand verhelpt veel stress", zegt Ilse Degreef, handchirurg in UZ Leuven en hoogleraar orthopedie KU Leuven. "Het compliment dat je veel bevraagd bent, weegt bij lange wachttijden niet op tegen het leed van iedere betrokkene. Zelf steek ik op dergelijke momenten een tandje bij. Wie al lang wacht, mag niet het gevoel hebben daardoor zelf minder tijd te krijgen om zijn of haar verhaal te doen. Daarom zoek ik een gulden middenweg, en probeer ik de onvermijdelijke haast te verbergen in een deken van intense warmte, individuele aandacht en opperste concentratie (glimlacht)."Ondertussen hebben patiënten maar best iets om handen. De dag van vandaag is de smartphone meestal het eerste waar mensen naar grijpen om de verveling tegen te gaan. Sommige artsen en ziekenhuizen bieden gratis wifi aan, in andere gevallen moet de patiënt gebruik maken van zijn (betalende) mobiele data. Soms werd de dokterspraktijk/wachtruimte bij de bouw echter te goed geïsoleerd, met een slecht bereik tot gevolg. Bye bye mobiel internet, hallo tijdschriften. Aan de publi-catiedata van deze laatsten is meestal te zien of er iemand in het doktersgezin liefhebber is van 'de boekskes'. Niets zo leuk om over de fratsen van prins Harry van Engeland te moeten lezen alsof het gisteren was!Het kan trouwens ook anders: patiënten die niet tevreden zijn omdat de wachttijd... te kort is. De patiënten van dokter Vera De Vleesschauwer, die overigens volledig op afspraak werkt, klagen soms wel eens dat ze niet alle informatie hebben kunnen lezen. "Ze zijn vooral nieuwsgierig naar de krantenartikels waarin ik verschenen ben, en een plekje hebben gekregen aan de muur", lacht ze.In ziekenhuizen zijn ze al een tijdje ingeburgerd, maar ook in steeds meer huisartsenwachtzalen doen ze hun intrede: de wachtkamerscher-men. Het team van dokter Conings werkt daarvoor zelfs samen met een Nederlands bedrijf. "Zij zorgen voor geupdatete informatie, die we zelf nog kunnen aanpassen." Denk aan 'educatieve' informatie over het griepvaccin, pollenseizoen, ...Wat met informatie waarmee de patiënt zelf aan de slag moet? Bijvoorbeeld in de vorm van een app. Een spelletje om de tijd te verdrijven heeft iedereen wel op zijn gsm staan, maar zijn er ook apps die de patiënt specifiek kan gebruiken tijdens het wachten, bijvoorbeeld ter voorbereiding op zijn consultatie? Eric Van der Hulst, innovation manager health bij imec, denkt meteen aan Bingli. Bingli of 'het slimme medische interview', laat de patiënt toe zijn consultatie voor te bereiden aan de hand van een digitale vragenlijst (zie ook Artsenkrant nr. 2511). Normaal gebeurt dat thuis, maar met de nodige privacymaatregelen kan dat volgens Van der Hulst ook in de wachtkamer.Sebastian De Boer, Business Development Manager bij imec, denkt dan weer aan Carey (Meddition), een app die patiënten op een interactieve wijze begeleidt voor én na een operatie. Op die manier weten ze wat ze vóór de medische ingreep moeten doen en waar ze nadien op moeten letten.Tot slot kan de wachtkamer ook een ruimte zijn om de patiënt te laten kennis maken met zijn patiëntendossier, bijvoorbeeld door hem of haar informatie te laten aanvullen.