In Europa wordt chronische obstructieve longziekte meestal (in ongeveer 90% van de gevallen) veroorzaakt door roken. Vooral door primair roken, maar ook door secundair rookgedrag (minder frequent in onze maatschappij dankzij de verschillende wetten die beschermen tegen passief roken). Het zou dan ook logisch zijn te stoppen met roken, zeker als er al sprake is van COPD.
...
Maar hoe doe je dat en wat mag je er echt van verwachten? Een gesprek met dr. Pierre Bachez, pneumoloog en tabakoloog aan de Clinique Saint-Luc in Bouge, waar hij het plaatselijke hulpcentrum voor rokers coördineert. "Als COPD-patiënten blijven roken, zullen ze meer exacerbaties vertonen", zegt de specialist. "Die exacerbaties hebben een zeer negatieve invloed en versnellen het ziekteproces. Sinds enkele jaren komt COPD, net zoals longkanker, iets vaker voor bij vrouwen dan vroeger. Waarom dat zo is, weten we niet. Ik heb de indruk dat vrouwen die roken, vaak veel vroeger COPD ontwikkelen dan mannen en dat de COPD vaak ook sneller verergert (exacerbaties en optreden van emfyseem) bij vrouwen." Het risico op longziekten zoals COPD en bronchuscarcinoom is duidelijk hoger vanaf tien pakjesjaren. Om onbekende redenen is echter niet iedereen gelijk wat tabak betreft. "Naar schatting zal ongeveer een kwart van de regelmatige rokers COPD (met of zonder emfyseem) ontwikkelen. De anderen hebben het geluk dat ze maar lichte afwijkingen ontwikkelen, type bronchitis, zonder achteruitgang van de longfunctie." Maar welke roker heeft een kristallen bol die toont wat de toekomst in petto heeft? "We weten alvast dat teren niet de enige oorzaak zijn. 'Moderne' tabak bevat veel andere bestanddelen zoals ammoniak, een goedgekeurd additief, dat de smaak van de rook wat verzacht, maar ook de oplosbaarheid van nicotine verhoogt (waardoor de verslaving toeneemt), en verschillende andere toxische en kankerverwekkende stoffen. Ammoniak wordt veel gebruikt in light sigaretten. Vrouwen die dergelijke sigaretten roken, ontwikkelen niet alleen vaak COPD, maar ook perifere longkanker." We moeten de bevolking goede informatie geven over COPD en het belang van rookstop. We moeten daarbij niet alleen de nadruk leggen op het feit dat de ziekte onomkeerbaar is, maar ook op de zeer negatieve invloed ervan op de levenskwaliteit. "We zouden de mensen meer beelden van terminale ademhalingsinsufficiëntie moeten tonen, beelden van patiënten die dag en nacht, seconde na seconde proberen wat lucht te happen. COPD veroorzaakt een trage dood", aldus Pierre Bachez. De screening dient vooral te gebeuren in de eerste lijn, vindt de pneumoloog. "Ongeveer driekwart van de patiënten die we voor het eerst op een gespecialiseerd spreekuur zien, vertoont al een sterk verminderde longfunctie (ongeveer 50% van de normaalwaarden). De ziekte verergert traag. Jammer genoeg geraken rokers hun levenswijze en de klassieke symptomen, die ze 'normaal' vinden omdat ze roken, gewoon." Bij de hulp bij rookstop moeten we informatie inwinnen over het rookgedrag (startleeftijd, hoeveelheid,...), bijvoorbeeld met de Fagerström-test. Van die test bestaat een vereenvoudigde versie met slechts twee vragen (zie kader). "Zelf vraag ik waarom de patiënt wil stoppen met roken. Die beweegreden kan sterk verschillen", legt Pierre Bachez uit. "Het is uiteraard belangrijk die motivatie te versterken. Ik nodig de patiënt uit het op te schrijven op papier of in te voeren op een smartphone zodat hij het zich altijd kan herinneren. Vaak probeer ik eerst de consumptie te verminderen (vooral bij zware rokers). Daarna bekijk ik de zaken opnieuw en probeer ik de patiënt ervan te overtuigen volledig te stoppen met roken. Jammer genoeg is varenicline niet meer in België te verkrijgen om redenen die te maken hebben met de productie. Dat is vooral jammer voor zware rokers, want met varenicline zijn ze niet verplicht meteen te stoppen met roken. Als we zware rokers een nicotinevervangingsmiddel voorstellen, zouden ze eigenlijk meteen volledig moeten stoppen met roken om een acuut coronair probleem door overdosering te voorkomen. Dat risico is weliswaar niet hoog."Het probleem zal over enkele maanden misschien opgelost zijn. "Helaas wordt weinig farmacologisch onderzoek verricht met betrekking tot rookstop. Een interventie op andere receptoren in de hersenen dan nicotinereceptoren zou kunnen helpen bij het stoppen met roken. Dat is jammer, als je weet dat 23% van de Belgen rookt. Twee tot drie jaar geleden was dat ongeveer 18%."