...

Het aantal chronische aandoeningen (COPD, diabetes,...) neemt toe parallel met de veroudering van de bevolking. Onder meer daarmee gaan mensen vanuit de wijk of gemeenschap waarin ze leven naar de eerste lijn. "Die eerste lijn stuurt de patiënt door naar een tweedelijnsactor, naar het community-based hospital," legt Johan Hellings, CEO van AZ Delta Roeselare uit. "Het ziekenhuis zit ingebed in de lokale gemeenschap, functioneert in goede interactie met de eerste lijn, met steeds meer vervagende lijnen en is patiënt- en populatiegericht. In die samenwerking ontstaat geïntegreerde zorg." Eens de diagnose gesteld is, hoeft de opvolging van chronische ziekten niet noodzakelijk te gebeuren in een hooggespecialiseerd ziekenhuis. Veel zorg kan men 'geïntegreerd' - dat wil zeggen verbindend - verstrekken. Johan Hellings: "Neem type 1-diabetes waar nu een zelfsturend insulinepompje voor kan ingeplant worden. Het community-based hospital ondersteunt deze zorg via een 'educator' maar op termijn kan dat wellicht net zo goed in de thuissituatie." Hij verwijst naar het voorbeeld van AZ Delta. "De campussen in Torhout en Menen maken deel uit van de lokale gemeenschap én zijn ingebed in het grotere geheel. Dat is de 'way to go'. Een op zichzelf staand ziekenhuis kan immers niet langer alle investeringen in bijvoorbeeld zware apparatuur aan."Een ander voorbeeld. De diagnose borstkanker gesteld in het community-based hospital wordt in lijn met de Eusoma-standaarden gevolgd door een multidisciplinair gesprek met de behandelende arts en de radiotherapeut. Daarbij bespreekt men met de patiënt de diagnose en de verdere planning. Zorgen die lokaal kunnen gebeuren zoals chemotherapie in de dagkliniek gebeuren in het community-based hospital. Bestralingen gebeuren evenwel in een gespecialiseerd centrum. De radiotherapeut in het community-based hospital maakt de verbinding met het grotere geheel. "Anders gezegd, dit is een warm verhaal van verbondenheid en integratie," aldus de topman van AZ Delta. Preventie, het 'gezond houden' van mensen, wint steeds meer aan belang. "Het Riziv richt zich vandaag nog hoofdzakelijk op het genezen van mensen. Naar de toekomst toe, dat blijkt onder meer ook uit de rapporten van de vergrijzingscommissie, stelt er zich een stevige uitdaging inzake financiering. En sowieso willen mensen zo lang mogelijk in goede gezondheid leven. In partnership met de eerste lijn, vanuit de gezondheidsdoelstellingen op Vlaams en Riziv-niveau en vanuit een community-based benadering moeten we zo snel mogelijk de shift maken. Ziekenhuizen hebben hiervoor veel potentieel, onder meer in expertise maar ook in data." Hellings verwijst bijvoorbeeld naar de impact van voeding en lifestyle op gezondheid. "In het ziekenhuis werken maag-, darm-, en leverartsen, diëtisten en andere zorgverleners met veel kennis ter zake. Het zou uiteraard zonde zijn om die knowhow en het ziekenhuis als kenniscentrum enkel te benutten om mensen te behandelen. In partnership met de eerste lijn willen we dan ook investeren in preventie," aldus Johan Hellings. Dat gaat hand in hand met gezondheidseducatie en welzijn. "Met 'Delta on the road' doen we bijvoorbeeld twintig regionale steden en gemeenten aan vanwaar veel patiënten worden doorverwezen. De lokale overheden vragen onze hulp om preventie in het ziekenhuis te ontwikkelen, om gerichte informatie te verstrekken en de samenwerking met de eerste lijn te versterken. Momenteel stappen immers vaak mensen op een foute manier naar de gezondheidszorg, bijvoorbeeld via de spoedgevallen. Een shift naar educatie en informatie, naar ontwikkeling van meer gezondheidsgeletterdheid en -vaardigheden dringt zich op. Om gerichter gebruik te maken van zorg en de betaalbaarheid te behouden maar natuurlijk ook als toegevoegde waarde, voor het welzijn van mensen. Goede adviezen over levensstijl kunnen een behandeling in het ziekenhuis soms overbodig maken." Een klassiek voorbeeld daarvan is medisch begeleid sporten. Johan Hellings: "Eerst stelt een arts een goede diagnose. Vervolgens geeft hij advies over een trainingsprogramma. In AZ Delta gaan we nog een stapje verder. Met de uitbouw van een sportmedisch centrum, zoals Sport'R, kan een multidisciplinair perspectief ontwikkeld worden waar digitalisering en technologie nieuwe mogelijkheden aanreiken om sporters op te volgen en gericht te ondersteunen. Dat vergt dan wel een ander financieringsmechanisme, goed in lijn met de nieuwe context die ontwikkeld wordt." Vermits mensen langer leven, het aantal chronische aandoeningen stijgt en populatiemanagement aan belang wint, zal het ziekenhuizen niet aan werk ontbreken, integendeel. Alleen zal de focus anders gaan liggen. Nog grotendeels onontgonnen terrein is het potentieel van data, zowel dienst-specifiek als populatiegericht. Johan Hellings: "Ziekenhuizen worden de facto kenniscentra voor data, met veel potentieel. Het ontwikkelen van inzichten uit data creëert toegevoegde waarde voor diagnostiek, therapie en revalidatie. Er valt wel nog een hele weg af te leggen. We moeten meer 'evidence' ontwikkelen inzake inzichten uit gezondheidsondersteunende data. Dit vergt een proactieve benadering waar goede samenwerking tussen zorgprofessionals, data engineers en informatici een kritische succesfactor is. Informatisering gebeurde in een eerste fase om prestaties te factureren in ziekenhuizen. Geïntegreerde elektronische patiëntendossiers betekenden vervolgens een belangrijke stap voorwaarts voor de zorg en de verbinding met andere zorgverstrekkers. Hierdoor beschikt een ziekenhuis over veel data. De echte toegevoegde waarde, vanuit een geaggregeerd perspectief zit er echter nog aan te komen. Het is het ontsluiten van deze data, ze klinische betekenis geven en ze via specifieke algoritmes en na zorgvuldige validatie nieuwe inzichten laten genereren."Het potentieel van ziekenhuisdata valoriseren veronderstelt wel volume aan data, kwaliteit van data, gedreven artsen en topexperten om hieromtrent goede samenwerkingsinzichten te ontwikkelen. Dergelijke ontwikkelingen zullen dus noodzakelijkerwijze geconcentreerd verlopen, in een beperkt aantal ziekenhuizen. Johan Hellings: "Dergelijke werking genereert echter waardevolle inzichten waarvan ook het community-based hospital, goed geïntegreerd in een groter geheel, gebruik van kan maken. Dat is de fundamentele shift. Daarom investeert AZ Delta met overtuiging in RADar (lees ook AK 2733). Namelijk omwille van de toegevoegde waarde van AI-toepassingen en van het OMOP-model (Observational Outcomes Parnership) - dat data vanuit verschillende databases en systemen transformeert naar een 'common model'." Het debat over de concentratie van zorg, bijvoorbeeld voor hoofd- en halstumoren of voor slokdarm- en pancreaskankers is volop aan de gang. Johan Hellings: "In West-Vlaanderen is er geen universitair ziekenhuis. In een filosofie van partnerschap en overleg met de UZ's leggen we het ambitieniveau van AZ Delta daarom ook wel hoog. Het onderscheid met universitaire diensten vervaagt. Een aantal van onze diensten positioneert zich op universitair niveau."Hij verwijst bijvoorbeeld naar het 'West-Vlaamse' partnerschap met Sint-Jan Brugge. "AZ Delta doet de slokdarm- en Sint-Jan de pancreaschirurgie. Dit ondersteunen we maximaal zodat de 'outcome' state of the art is, zegt Johan Hellings. "Concentratie verloopt hand in hand met decentralisatie. Het gaat ook over geïntegreerde, goed met de eerste lijn afgestemde, warme zorg dicht bij de bevolking. Dat is de organisatie-paradox. Het ziekenhuis moet groot genoeg zijn om volume te kunnen ontwikkelen, te kunnen investeren en specifieke expertises aan te trekken. Tegelijk moet het ziekenhuis klein zijn, dichtbij de patiënt en dichtbij de bevolking om warme basiszorg te kunnen aanbieden."Johan Hellings verwijst nog naar de controverse rond de sluiting van materniteiten annex pediatrie. "Beide diensten moeten nabij zijn en tegelijk kaderen in een breder geheel. Een kindje dat echt zorg nodig heeft, moet natuurlijk naar een hoger zorgniveau gekaderd in het breder geheel. De toekomst van de kinderarts is daarom én in het community-based hospital - voor de artsen met een allround profiel - én in het grotere geheel van een dienst pediatrie met subspecialisaties in nefrologie, cardiologie, pneumologie, endocrinologie, ..." Fusioneren is hiervoor niet noodzakelijk maar helpt wel. "Samenwerking is in ieder geval noodzakelijk en kan op vele wijzen gerealiseerd worden, ook vanuit het perspectief van een ziekenhuisnetwerk. Die toekomstgerichte, geïntegreerde benadering zoals we in AZ Delta aanbieden, vormt een heel belangrijke nuance in de debatten over het al dan niet sluiten van materniteiten en diensten pediatrie.