...

Professor Yves Coppieters, epidemioloog aan de School of Public Health van de ULB, is één van de drie deskundigen die zijn aangesteld om de coronacommissie van de Kamer te adviseren. Zijn conclusie is hard: "De pandemie heeft het vermogen van ons land om het hoofd te bieden aan een onvoorziene en ongewone gebeurtenis op de proef gesteld. En we kwamen er slechter uit dan andere landen."Dit zijn strenge vaststellingen. "Bij de opkomst van corona bleek de oudere bevolking bijzonder kwetsbaar wat betreft morbiditeit en mortaliteit. De bevolking boven de 65 jaar (en boven de 55 jaar met co-morbiditeiten) vertegenwoordigt de meest kwetsbare groep in termen van sterfte (95% van de gevallen van overlijden) en morbiditeit die ziekenhuiszorg vereisen", benadrukt de expert. Van 1 maart tot 31 mei telde Sciensano 4.858 overlijdens in woonzorgcentra en rust- en verzorgingstehuizen op een totale populatie van 148.331 residenten, oftewel 3,3% van de sterfgevallen aldaar in drie maanden. Aan deze cijfers moet men nog die bewoners toevoegen die na hun overplaatsing in het ziekenhuis zijn gestorven. Voor wie niet overtuigd is: het verband tussen de oversterfte in België en de evolutie van de epidemie werd ook aangetoond in het kader van het Belgian Mortality Monitoring-programma. Voor Coppieters is het duidelijk: "Covid-19 heeft dus bijzonder hard en vaak dodelijk toegeslagen bij de oudere bevolking. En omdat een deel van deze ouderen is gehuisvest in woonzorgcentra werden zij binnen de muren van die instellingen blootgesteld aan een bijzonder hoog risico op overdracht van het virus, waarbij de besmettingsgraad in sommige rusthuizen soms opliep tot meer dan 60% bij de residenten en meer dan 20% bij het zorg- of toezichthoudend personeel". De immunosenescentie, of de achteruitgang van de werking van het immuunsysteem na het 50ste levensjaar is ook een gekende kwetsbaarheidsfactor voor andere virale infecties van de luchtwegen (Influenza of RSV). "De verspreiding van de ziekte in de bijzondere context van woonzorgcentra heeft ook op beleidsgebied een erg precaire situatie aan het licht gebracht: dat van een kwetsbare groep ouderen die onverwacht worden blootgesteld aan een aanzienlijk verhoogd risico op medische complicaties en overlijden". Een ander belangrijk element om rekening mee te houden zijn de sociale ongelijkheden. Covid treft de bevolking op een ongelijke manier en bepaalde sociale en etnische groepen lijden er meer onder. Klinische studies tonen aan dat bepaalde factoren zoals leeftijd, geslacht, obesitas en de aanwezigheid van co-morbiditeiten zoals diabetes, respiratoire, cardiovasculaire en nierziekten voorspellers zijn voor ernstige vormen van corona."Epidemiologische studies met betrekking tot covid-19 zijn zeer talrijk, maar onderzoeken omtrent de getroffen sociale groepen zijn zeldzaam in België en dat geldt nog meer voor studies die sociologische en epidemiologische profielen kruisen", verwijt de deskundige. Deze kritiek is gericht aan het adres van Sciensano, wiens belangrijkste opdracht er juist in bestaat om ziekten en hun sociaal-culturele profilering te monitoren. En Sciensano moddert al aan sinds eind 2019, toen de eerste alarmen afgingen in Azië: "Bij het begin van de crisis werden technische fouten gemaakt (slecht voorbereid, nalatigheid, immobilisme), maar er zijn toen vooral slechte beslissingen genomen. Die hebben geleid tot de oprichting van beheersstructuren die 'minder adequaat' zijn om de strijd tegen de epidemie te organiseren. De institutionele problemen van België maakten de taak zeker niet gemakkelijker, maar het lijkt me dat 'een kleine groep' die het crisisbeheer in handen heeft genomen op de rem stond om bredere strategieën uit te rollen." Nochtans pakte de pers eind januari al uit met krantenkoppen over 'dit nieuwe virus dat de wereld doet huiveren'. "Vanaf 4 maart waarschuwden experts voor de dreigende ziekte, waarbij het sterftecijfer naar verwachting tussen de 0,5 en 0,8% zou schommelen, vijf keer hoger dan de seizoensgriep. Ons land mocht zich bovendien aan een grotere epidemie verwachten als gevolg van onze institutionele zwakheden. Ondanks het toen al beschikbare bewijs was Sciensano er absoluut niet van overtuigd dat Sars-Cov2 gevaarlijker was dan de griep. Het risico werd dus fout ingeschat en ook de daaropvolgende reactie van de toezichtautoriteiten (Sciensano) was ontoereikend". Erger nog, volgens Coppieters "staan sommige deskundigen in rechtstreeks contact met farmaceutische bedrijven, wat het debat kan beïnvloeden. Anderen zijn managers van privébedrijven in IT en e-health en controleren de uitvoering van bepaalde beleidsmaatregelen, zoals de contact tracing. Deze mogelijke belangenconflicten moeten worden onderzocht om beter te begrijpen wat er is gebeurd met: het bestellen van maskers en apparatuur in het algemeen (waaronder de PCR-reagentia), de keuze van de tests die door de autoriteiten zijn gevalideerd, de ontwikkeling van apps voor contactonderzoek, de keuze voor toekomstige vaccins, en zo meer." Waarom is dit gebrek aan efficiëntie zo erg? Omdat het levens kost, maar ook omdat dit het vertrouwen van het publiek uitholt. "Momenteel zie je verscheidene groepen opduiken die alles in twijfel te trekken en gevaarlijke boodschappen uitsturen die de bevolking kunnen beïnvloeden. Zo is de open brief, ondertekend door een groep van 'academische en maatschappelijke personaliteiten', die onlangs in de pers verscheen zorgwekkend. Veel kritiek in deze tekst is volkomen terecht, maar er worden ook gevaarlijke standpunten ingenomen die, als we niet voorzichtig zijn, de aanpak van toekomstige crises kunnen beïnvloeden. Denk maar aan de kritiek op het managen van de H1N1-epidemie (Mexicaanse griep) uit 2009, die blijvend sporen heeft nagelaten bij de publieke opinie en uiteindelijk in de kaart heeft gespeeld van anti-vaxxers en de 'anti-experts'"