Digitale triage wordt voorgesteld als een oplossing om de werkdruk in een huisartsenpraktijk te verlichten. Eerstelijnszone Brugge heeft onderzocht hoe huisartsen daar zelf tegenover staan.
...
Bij een triagesysteem wordt de zorgvraag aan de hand van verschillende vragen in kaart gebracht om vooraf een betere inschatting te kunnen maken van urgentie, benodigde tijdsduur, meest aangewezen zorgverlener, eventueel geschikte kanalen, enz. Die vraagstelling kan telefonisch (van vrij informeel tot sterk geprotocolleerd) of digitaal gebeuren. Een digitaal triage- systeem kan bijvoorbeeld inhouden dat een patiënt zijn of haar zorgvraag moet indienen via een webpagina. Het algoritme begeleidt de patiënt dan door een aantal voor de klacht relevante triagevragen.De zorgvraag van de patiënt komt vervolgens - gekoppeld aan een suggestie over de urgentie van de klacht - binnen op een platform waar een medewerker de zorgvraag aan de meest gepaste zorgverlener (huisarts, verpleegkundige, ...) kan toewijzen. De hele procedure kan digitaal worden afgehandeld zonder de patiënt te moeten terugbellen. Technisch kan dat allemaal perfect werken, maar hoe staan artsen daar zelf tegenover? Eerstelijnszone Brugge deed hierover een bevraging waaraan 113 artsen deelnamen. Uit de bevraging blijkt dat huisartsen- praktijken al diverse methoden gebruiken om de werkdruk te beheersen. De meest gebruikte strategieën zijn minder huisbezoeken (81%), afstemmen van agenda's in de huisartsenpraktijk (76%), weekwacht (75%), een gedeeltelijke (73%) of volledige (13%) patiëntenstop, functionaliteiten binnen het agendasysteem zoals het definiëren van de aard en de duur van een afspraak (68%), en taakdelegatie aan bijvoorbeeld verpleegkundigen (57%). 84 van de 113 deelnemers gebruiken al een vorm van telefonische triage. Deze wordt effectief bevonden voor een betere praktijkorganisatie en planning, het beheersen van de werkdruk en een betere patiëntenzorg. Slechts zes deelnemers gebruiken al een vorm van digitale triage, zoals bingli of moetiknaardedokter. Dat is te weinig om valide uitspraken te doen over de effectiviteit van digitale triage. Wel is digitale triage de methode die het vaakst overwogen wordt - door 38% van de respondenten. De belangrijkste pluspunten van digitale triagesystemen die de respondenten aanhalen zijn: het geven van voorrang aan urgente gevallen (100%), het realistischer inplannen van de agenda (95%), het verkrijgen van meer controle over de planning (94%), het verlagen van de werkdruk (89%), zorgvragen inplannen bij de meest geschikte zorgverlener (82%). De personeelskost verlagen en de mogelijkheid bieden om buiten de werkuren een zorgvraag in te dienen zijn minder belangrijke redenen. De respondenten halen ook argumenten contra digitale triage aan (zie grafiek). De belangrijkste bezorgdheid, aangehaald door 90% van de respondenten, is de verminderde toegankelijkheid die dit zou meebrengen voor bepaalde patiëntengroepen. Een groot deel van de respondenten, 80%, is ook bevreesd om door digitale triage bepaalde urgenties te missen. Daarnaast speelt ook de vrees voor minder persoonlijke zorg (78%). De bevraging was deel van een innovatietraject voor digitale triage in het Interreg-project CrossCare 2.0, begeleid door Eerstelijnszone Brugge en POM West-Vlaanderen.Deze bevraging kadert in het ruimere project 'Agendabeheer' van Domus Medica, waarbij huisartsen bevraagd worden over hun noden en wensen betreffende agendabeheer en praktijkorganisatie. Hierbij werd specifieke aandacht besteed aan evoluties als nieuwe praktijkvormen, de inzet van ondersteunende profielen, gebruik van telegeneeskunde, etc. Het expertise- domein ICT & eHealth van Domus Medica maakt een inventaris van de 15 bestaande agendasystemen, en gaat na of die beantwoorden aan de (veranderende) behoeften op het terrein.