We zijn pas bezig met gezondheid als iemand al ziek is geworden, wanneer het eigenlijk al te laat is. Daarom schreef spoedarts Sam Proesmans een vurig pleidooi voor 'public health', een waaier van factoren die de gezondheid bepalen. Artsenkrant sprak met de auteur.
...
In de loop van de vorige eeuw is de levensverwachting in de westerse wereld gestegen van 45 naar meer dan 75 jaar. Slechts vijf van die extra jaren zijn te danken aan verbetering in de geneeskunde; de overige komen op het conto van public health maatregelen zoals schonere lucht en water, antirookcampagnes, vaccinaties, het verplichten van autogordels, het toevoegen van jodium aan brood en fluor aan tandpasta. "Public health maatregelen zijn voor de gezondheid veel belangrijker dan genetische of gedragsfactoren", zegt dr. Sam Proesmans. "Toch gaat er 50 keer meer geld naar curatieve geneeskunde dan naar het voorkomen van ziekte." In Wat maakt het uit? Waarom jouw gedrag iedereen gezonder maakt geeft Proesmans daarom nuttige tips om aan gezondheidspreventie te doen. Hij vertrekt van het vertrouwde individuele niveau, met de zogeheten 'vital four'. Niet roken, een half uur per dag matig intens bewegen, gezond eten en de BMI onder 30 houden: die vier gedragsfactoren samen verminderen het risico op de frequentste en dodelijkste chronische ziekten al met 80%. Een tweede hoofdstuk focust op collectieve maatregelen, zoals vaccinatie, verantwoord antibioticagebruik en hygiëne. Proesmans maakt duidelijk dat individueel gedrag daarbij wel degelijk gevolgen kan hebben voor anderen. "Ik hoor vaak bij patiënten: zolang ik mij aan het voorschrift voor antibiotica houd, loop ik geen risico. Maar die perceptie is gevaarlijk en verkeerd, want iedereen loopt het risico besmet te raken met resistente bacteriën. Het is de bacterie zelf die resistent wordt, niet de gastheer." In het derde hoofdstuk focust Proesmans op de klimaatcrisis. Dat is een onderwerp dat je niet meteen verwacht in een boek over gezondheid. "Ik heb ooit in Artsenkrant gezegd dat artsen klimaatambassadeurs zouden moeten zijn", antwoordt Proesmans. "De klimaatcrisis zal immers onvermijdelijk een gezondheidscrisis worden, als dat al niet het geval is. Denk maar aan slachtoffers van hittegolven, droogtes en overstromingen, maar ook minder vanzelfsprekende gevolgen zoals een lagere voedingswaarde van gewassen, een langer en feller pollenseizoen en verzilting van het grondwater dat tot een verhoogde zoutinname zal leiden." "We moeten daarom heel duidelijk zeggen wat de klimaatcrisis concreet zal betekenen, niet alleen voor de planeet maar voor onszelf. Als we niets doen, brengen we onze eigen gezondheid en die van onze kinderen in gevaar. Dat klinkt misschien egocentrisch, maar de geschiedenis leert dat de mens pas actie onderneemt als hij de gevolgen voor zichzelf merkt. Niemand lag echt wakker van het gat in de ozonlaag tot duidelijk werd dat het leidde tot een forse toename van huidkanker en cataract. Daaruit is het Montreal-protocol voortgekomen, een van de weinige echt succesvolle internationale verdragen om milieuproblemen aan te pakken." Het tweede deel van het boek gaat over gezondheidsgeletterdheid. Proesmans neemt de lezer mee in de wereld van associatie en causatie, benadrukt het belang van multifactoriële verklaringen en legt uit hoe de wetenschap werkt. Hij put hierbij ook uit zijn ervaring als adviseur van premier Alexander De Croo (Open VLD) tijdens de covid-pandemie. "Ik heb lang geworsteld met dit deel, omdat ik niet wilde dat het een cursus statistiek werd. Ik wou vooral sprekende voorbeelden geven waaruit mensen iets bijleren en die misschien niet zo bekend zijn." "Neem nu de samenhang van inkomen, opleidingsniveau en levensverwachting. De levensverwachting is de voorbije eeuw spectaculair gestegen, en we schrijven dat terecht toe aan betere public health en gezondheidszorg. De onderliggende driver is hier echter onderwijs: de mensen die langer leven, zijn mensen die langer naar school zijn gegaan en daardoor een hoger inkomen hebben - dat is de zogeheten Preston-curve, naar de socioloog Samuel Preston die de relatie voor het eerst beschreef. Het is niet 'hoe rijker, hoe gezonder', maar wel 'hoe wijzer, hoe gezonder'. Wie goed onderwijs kreeg, is meer begaan met de eigen gezondheid, doet meer aan preventie, ziet het belang in van gezondheid en onderwijs voor hun eigen kinderen. Investeren in onderwijs is dus ook investeren in gezondheid. En als de kwaliteit van het onderwijs achteruitgaat, heeft dat op termijn dus ook gevolgen voor de gezondheid." Zoals u op de cover van deze editie kan lezen, is voor Sam Proesmans de huisarts de spilfiguur in een gezondheidssysteem dat verder kijkt dan individuele gezondheid en meer oog heeft voor preventie en 'public health'. "De eerste lijn kan een unieke rol spelen in het begrijpen van de leefomstandigheden en het coachen van patiënten. Ook de fundamentele sociale determinanten van gezondheid moeten aangepakt worden. Dat is echte geïntegreerde zorg. Ik hoop daarom dat artsen mijn boodschap zullen lezen en uitdragen. Ik weet dat het niet altijd evident is om de tijd te vinden om een boek te lezen; ik heb het daarom ook bewust niet te lang gemaakt. En op het einde van elk hoofdstuk staat de essentie samengevat. Als je het doorbladert, heb je al veel opgestoken."