In een volgende editie van onze krant bespreekt prof. Bart Van der Schueren (dienst klinische en experimentele endocrinologie van het departement chronische ziekten en metabolisme KU Leuven en dienst endocrinologie UZ Leuven) de BASO/eetexpert-flowchart voor de begeleiding van patiënten met obesitas. Naar aanleiding van een enquête die prof. Van der Schueren en zijn onderzoeksteam graag zo snel mogelijk willen verspreiden, praten we alvast even met hem.
...
Prof. Van der Schueren benadrukt enkele vuistregels die de arts van pas komen bij de behandeling van obesitas. "In de voorbije tien jaar hebben we artsen en patiënten duidelijk gemaakt dat de strijd tegen obesitas zich niet exclusief moet vastpinnen op het lichaamsgewicht", blikt prof. Van der Schueren terug."Dat was terecht omdat de ene persoon nu eenmaal een andere lichaamsbouw heeft dan de andere en omdat het gewicht slechts een symptoom is van de ziekte obesitas. Recentelijk zien we een hernieuwde focus op het gewicht omdat de indicatie voor medicatiegebruik tegen obesitas geformuleerd is op basis van de BMI." Het klopt dat patiënten met ernstige obesitas - en dus een zeer hoge BMI - een verhoogd risico op vroegtijdige sterfte hebben en daarom energiek moeten worden behandeld. Maar toch is het belangrijk door middel van een grondige medische evaluatie naar een hele reeks factoren te kijken, die naast het lichaamsgewicht bepalend zijn voor obesitas. Het gaat zowel om de lichamelijke weerslag van het lichaamsgewicht (hypertensie, ademnood, rugpijn, mobiliteitsbeperkingen, werkonbekwaamheid) als om de psychische en metabole weerslag, die door het bloedonderzoek wordt weergegeven. "Daarvoor onder andere dient de BASO-flowchart", vervolgt Bart Van der Schueren. "Ze geeft een zeer uitgebreid overzicht van alle gegevens die men bij de evaluatie moet opnemen." Aan de hand van die gegevens kan men de EOSS-score berekenen (*) en beslissen of de patiënt moet worden behandeld in de eerste, dan wel in de tweede lijn. Uit de gegevens kan ook blijken dat de patiënt obesitas heeft zonder klachten of risicofactoren (EOSS-score 0). "Die patiënt moet desondanks toch wel leefstijladvies krijgen, zeker als het een jonge persoon is", nuanceert prof. Van der Schueren. "Als iemand op twintig of dertig jaar al een probleem van obesitas heeft, dan is de kans groot dat het in de volgende decennia alleen maar erger wordt. Daarom beoogt de behandeling minstens stabilisatie van het gewicht." Leefstijladvies is een centraal gegeven. Bart Van der Schueren: "Geneesmiddelen en bariatrische heelkunde zijn doeltreffend, maar men moet ze beschouwen als een hulpmiddel bij patiënten die het moeilijk hebben met de overstap naar aangepaste voedingsgewoonten. Voor de aanpassing van de voedingsgewoonten moet de patiënt gespecialiseerd advies krijgen. Anders loopt men het risico dat hij na het stoppen van de medicatie of enige tijd na de bariatrische heelkunde opnieuw aankomt. Eén van de factoren daarbij is dat mensen een vermageringsdieet volgen met te weinig eiwitten. Daardoor breken ze met hun vermageringsdieet spier af. Zodra ze stoppen met het dieet, treedt er opnieuw een gewichtstoename plaats, omdat de spiermassa afgenomen is, en spieren veel energie verbranden. En als blijkt dat de patiënt zijn streefgewicht niet kan behouden met gezonde voedingsgewoonten alleen, dan moet je als arts de medicatie eigenlijk levenslang voorschrijven. Vandaar dat ik ervoor pleit bij jonge mensen zover mogelijk te gaan met leefstijlaanpassing alleen." "Andersom moet men ook het toepassen van medicatie of bariatrische heelkunde correct kunnen duiden. Sommige patiënten zien bariatrische heelkunde als een falen - ze zijn er niet in geslaagd zonder chirurgie genoeg af te vallen. Men moet hen laten inzien dat het gebruik van bariatrische chirurgie niet betekent dat ze gefaald hebben. Wél dat obesitas bij hen zo'n hardnekkig probleem is dat ze voor bariatrische chirurgie in aanmerking komen." Prof. Van der Schueren wijst er nog op dat het nodig is om in de eerste lijn voldoende capaciteit op te bouwen zodat een groeiend aantal patiënten met obesitas daar kan worden opgevangen, met als uiteindelijke beslissing om ze daar te behandelen of ze door te sturen naar de tweede lijn.