...

Het Rekenhof wees Vlaanderen een quotum van 929 artsen toe op grond van het advies van de federale Planningscommissie over het Belgische contingent. Minister De Block maakte dat advies officieel beleid met het KB van 5 mei 2019.Dat KB legt het quotum vast voor jaar 2025 - het advies van de Planningscommissie ging over het aantal plaatsen in de beroepsopleiding voor 2025 én 2026, met voor beide jaren hetzelfde aantal.De Vlaamse regering neemt het KB als startbasis voor de berekening van het aantal studenten dat in 2020 met de studie geneeskunde en tandheelkunde mag beginnen. In het quotum dat het KB aan Vlaanderen toewees, werd er rekening gehouden met een tekort van 1040 artsen in het aantal dat Vlaanderen de voorbije jaren mocht opleiden. Om die 'reserve' van 1040 geleidelijk af te bouwen mocht Vlaanderen van minister De Block in 2025 welgeteld 929 artsen opleiden in plaats van 860, dat is 8% meer.Voor de berekening van het aantal studenten geneeskunde dat in 2020 met de studies mag beginnen, past de Vlaamse regering de Codex Hoger Onderwijs toe. Die bepaalt dat deze berekening een aantal factoren omvat: het aantal studenten dat uitvalt en het aantal dat een andere beroepskeuze maakt - maar ook het 'afnemend beroepenveld'. Ten slotte moet de Vlaamse regering volgens de Codex rekening houden met de opleidingscapaciteit van de universiteiten.De Vlaamse regering beroept zich op het afnemend beroepenveld om het toegewezen quotum in het KB van vorig jaar met 104 artsen te verhogen tot 1033. De Vlaamse regering verwijst hiervoor in de toelichting bij het BVR naar de te verwachten uitstroom van het aantal oudere beroepsbeoefenaars. Omdat de Planningscommissie bepaalt dat Vlaanderen een historisch tekort heeft opgebouwd van 1.040 artsen, gaat Weyts er van uit dat de federale overheid in 2026 ook geen problemen zal maken met de toewijzing van het extra aantal Riziv-nummers.Het aantal studenten dat in 2020 met de studie geneeskunde mag beginnen, bedraagt 1.245 (in vergelijking met 1.153 in 2019). Bij tandartsen wordt besloten vanwege de verwachte uitstroom de optimale opleidingscapaciteit te benutten: dat houdt een startquotum in van 180 - vorig jaar bedroeg het geplande quotum bij de start van de opleiding 147.Weyts wijst er in een persmededeling over het BVR op dat de Franstalige gemeenschap de federale quota al 20 jaar lang keer op keer overschrijdt. Dat werd telkens door de federale regering door de vingers gezien. In Vlaanderen, dat braaf de adviezen opvolgde, is intussen een achterstand ontstaan."De balorige leerling werd keer op keer beloond, de brave leerling werd keer op keer bestraft. In dat spel spelen we niet meer mee", stelt Weyts. Een uitspraak die het goed zal doen bij de Vlaamse achterban. Maar de kans is wel groot dat de Franstaligen, wanneer Vlaanderen de federale quota lijkt los te laten, daar juist een bevestiging in zullen zien van het beleid dat zij altijd al gevoerd hebben.