Vorige week, op 3 mei, keurde het Vlaams Parlement het ontwerp van decreet over de kwaliteit van zorg in het beleidsdomein welzijn, volksgezondheid en gezin goed. De dag nadien kondigde de Vlaamse regering het decreet al af.
...
Naast een federale zorgkwaliteitswet is er nu ook een Vlaams zorgkwaliteitsdecreet. Om precies te zijn, in Vlaanderen gelden nu drie zorgkwaliteitsdecreten: twee uit 1997 (een voor gezondheidszorg en een voor welzijnszorg) en een uit 2003 (voor beide sectoren). Die zijn nog steeds van kracht (1). Het nieuwe decreet, dat de voorgaande decreten opheft, moet nog gepubliceerd worden in het staatsblad. De opheffingsdatum wordt bepaald door de Vlaamse regering. De Raad van State adviseerde om er toch een einddatum op te plakken voor het geval men zou nalaten dat tijdig te doen, maar de Vlaamse regering volgde niet. Terwijl de Vlaamse zorgsector nu al kreunt onder de regeltjes... Het decreet kiest resoluut voor de term 'zorggebruiker' als spilfiguur in de zorg. Paradoxaal genoeg luidt de definitie ervan: 'de natuurlijke persoon aan wie zorg wordt verstrekt'. Dat is letterlijk de passieve definitie van patiënt in de wet op de patiëntenrechten. Als het voorontwerp van wet van minister Vandenbroucke wordt goedgekeurd, zal die term vervangen worden door een meer actieve omschrijving:'de persoon die gezondheidszorg wenst te ontvangen of ontvangt'. Artikel 2, 4° van het decreet omschrijft kwaliteit van zorg als 'de mate waarin de geleverde zorg op het vlak van veiligheid, tijdigheid, effectiviteit, efficiëntie, toegankelijkheid, duurzaamheid, innovatie of persoonsgerichtheid bijdraagt tot de voor en door de zorggebruiker, of in voorkomend geval diens wettelijke vertegenwoordiger, vooropgestelde zorg- en levensdoelen.' Een innovatie is het 'belanghebbendenoverleg'. De regering regelt dat op grond van artikel 5. Eerst wint men het advies in van de Vlaamse raad voor welzijn, volksgezondheid en gezin. Daarna bepaalt de regering, per sector of voor meer sectoren, de kwaliteitsthema's waarvoor minimaal een belanghebbendenoverleg nodig is. Dit overleg adviseert over kwaliteitskaders, -instrumenten en -indicatoren voor die thema's. Verder bepaalt de regering na advies van de Vlaamse raad de samenstelling van het overleg. Ook de te verwachten resultaten, de kwaliteitsinstrumenten en -indicatoren, de timing en of het belanghebbendenoverleg al dan niet ingebed wordt in bestaande overleg- of adviesorganen bepaalt de regering. Op basis van de adviezen kan de Vlaamse regering (na advies van de Vlaamse raad) kwaliteitskaders, -instrumenten en -indicatoren bepalen. Ook hier laat het decreet bijzonder veel ruimte voor regels bepaald door de Vlaamse regering.