In Frankrijk is het wat tussen de plooien gevallen omdat alle aandacht wordt opgeslokt door Napoleon die 200 jaar geleden de tocht naar Les Champs Elysées inzette, maar dat wordt in ons land deels goedgemaakt met een fraaie tentoonstelling in Luik en bijhorende prachtuitgave over de bloedig neergeslagen Commune van het jaar 1871 in de Franse hoofdstad. De Luikenaars hebben 15 jaar later overigens een gelijkaardige opstand gekend, eveneens met bloedige afloop.
...
De kern van de tentoonstelling in het fraaie Musée Grand Curtius wordt gevormd door een reeks unieke foto's, prenten, karikaturen uit de collectie van Jessy en Ronny Van de Velde. Gedurende tientallen jaren struinde Jessy in Brussel, Parijs, Londen de veilinghuizen, bookinisten en antiquariaten af op zoek naar brieven, glasplaten, boeken en andere getuigenissen van deze fascinerende periode. Dat leverde een schat aan informatie op die ook historisch van belang is. Na het bloedige neerslaan van de opstand, werden 'les Communards' immers afgeschilderd als een hoopje schorremorrie, waardoor de waarheid wel flink geweld werd aangedaan.La Commune was immers een ware volks- en burgerbeweging die gedragen werd door een heel brede groep mensen, waaronder bijvoorbeeld ook geneesheren en journalisten. Tijdens de 72 dagen van La Commune werden democratische verkiezingen gehouden en heel wat moderne ideeën ingevoerd of voorbereid die ons vandaag bekend in de oren klinken: verplicht onderwijs, vrouwenemancipatie, afschaffing van de doodstraf, scheiding van Kerk en Staat (de zogeheten Laïcité die tot vandaag in Frankrijk overeind is gebleven), de strijd tegen werkeloosheid, de oprichting van werknemersorganisaties om toe te kijken op de arbeidsvoorwaarden, enzovoort. Vele idealen van La Commune zullen in de loop van de geschiedenis uitmonden in het socialistische gedachtegoed en zijn vandaag algemeen aanvaard in vele landen. De revolutie was ontstaan als gevolg van de wurgende maatregelen die de Franse regering had uitgesproken na de capitulatie op 28 januari 1871 die het einde betekende van de Frans-Pruisische oorlog. Na goed twee maanden Commune, op 21 mei sloeg het Franse regeringsleger echter ongenadig toe. De barricades van les Communards werden gesloopt, vele gebouwen in brand gestoken en met brutaal geweld werd gedurende La Semaine Sanglante een einde gemaakt aan La Commune. De balans was bijzonder zwaar: naar schatting 30.000 Communards werden afgeslacht, zo'n 900 regeringssoldaten verloren het leven. Zo'n 40.000 Communards werden gevangen genomen. Velen van hen werden later gedeporteerd naar de kolonies Nieuw-Caledonië en Guyana waar ze in barakken werden ondergebracht en een nieuw leven begonnen. De tentoonstelling brengt deze bloedige periode en dit scharniermoment in de geschiedenis zeer gedetailleerd in beeld, van het begin van de opstand tot en met de bootreis naar Nieuw-Caledonië in Oceanië. Als sluitstuk worden ook de opstanden in Luik, Jumet en Roux van 1886 belicht die eveneens bloedig werden neergeslagen. Een prachtig beschilderd doek van de kunstenaars Roger Somville, Louis Deltour en Edmond Dubrunfaut uit 1951 evoceert deze periode. Kortom, een uiterst boeiende tentoonstelling. Neem ook de tijd om de vaste collecties van het Musée Grand Curtius te bekijken, en dan vooral de fenomenale collectie glaskunst waarover het museum beschikt.