Veiligheidsgordels zijn een essentieel onderdeel van de veiligheidsuitrusting van een auto. Een gordel vermindert de kans op dodelijke of ernstige verwondingen aanzienlijk. Maar een autogordel beschermt niet alle inzittenden even goed.
...
Moderne auto's zijn erg veilig, onder meer dankzij veiligheidssystemen zoals de driepuntsgordel en airbags. De veiligheid van personenwagens wordt onder meer getest door middel van crashtests. Bij zo'n crashtest wordt met auto's opzettelijk tegen muren of andere obstakels gebotst, terwijl sensoren en camera's de gevolgen voor inzittenden registreren. Crashtests worden uitgevoerd door de fabrikanten in het kader van de homologatie van nieuwe modellen, door onafhankelijke organisaties zoals Euro NCAP en door consumentenorganisaties. Dergelijke crashtests hebben echter beperkingen. In de regel worden voor crashtests gestandaardiseerde poppen gebruikt, de bekende crash test dummies. De standaardpop is de zogenaamde 'Hybrid III 50th Male'. Deze weegt 77,7 kg en heeft de afmetingen van een volwassen man van 175 cm groot. Toen deze pop in het midden van vorige eeuw ontwikkeld werd, waren dat namelijk de lichaamsmaten van een gemiddelde Amerikaanse man. Ook de nieuwere Thor-50M heeft die 'ideale maten'. Er bestaan ook aangepaste poppen die vrouwen, kinderen en baby's representeren, en een mannelijke pop met grotere maten, de Hybrid III 95th (100 kg lichaamslengte 188 cm). Maar de resultaten van de meeste frontale crashtests zijn dus gebaseerd op de lichaamsmaten van een Amerikaanse man van 70 jaar geleden. De Duitse mobiliteitsorganisatie ADAC en haar Oostenrijkse tegenhanger ÖAMTC voerden daarom experimenten uit om na te gaan of crashtests wel voldoende rekening houden met de fysieke kenmerken van de inzittenden. Ze onderzochten de werking van veiligheidssystemen aan de hand van twaalf tests met vijf verschillende dummies die het hele spectrum van de bevolking bestrijken. Bij de tests werden zowel conventionele driepuntsgordels met gordelspanner als gordels met adaptieve spankrachtbegrenzers (zie kader) gebruikt. Volgens hun onderzoek verminderen gordels in combinatie met adaptieve spankrachtbegrenzers de impact van de crash op de dummies die een gemiddelde man, een kleine vrouw en een oudere vrouw vertegenwoordigen. De tests geven aan dat dergelijke adaptieve beschermingssystemen een positieve invloed hebben op de ernst van letsels bij zowel mannen en vrouwen als ouderen. De situatie is anders voor lange (101 kg, 193 cm) en zware (125 kg, 175 cm) inzittenden: in de test werden de dummies alleen voldoende beschermd door conventionele gordels in combinatie met airbags. In een noodgeval kunnen de adaptieve veiligheidssystemen deze zwaardere inzittenden niet voldoende tegenhouden vanwege hun hogere gewicht. Bovendien lopen zeer zware inzittenden een verhoogd risico op het optreden van het 'duikboot-effect'. Omwille van hun grotere omtrek zit de horizontale riem van de gordel niet over hun bekken maar over hun buik. Bij een crash schuift de inzittende onder de gordel door, waardoor deze de buikholte afknelt en ernstige inwendige verwondingen kan veroorzaken. Volgens ADAC en ÖAMTC zouden andere veiligheidssystemen, zoals een knie-airbag of het gebruik van meerdere gordels, de veiligheid van zware inzittenden kunnen verbeteren. Ongeacht de lichaamsbouw is het voor een optimale werking van de veiligheidssystemen belangrijk om de optimale zitpositie in te nemen. Dit betekent dat de rugleuning zo rechtop mogelijk moet staan en de hoofdsteun ter hoogte van de bovenkant van het hoofd moet komen. Een bestuurder moet het stuur kunnen vasthouden zonder dat de armen gestrekt zijn. De diagonale riem van de veiligheidsgordel moet langs de schouder lopen en niet langs de nek. De horizontale riem van de veiligheidsgordels moet aansluiten op de beenderen van het bekken, en mag niet over de buik lopen.