...

Prominent in de beleidsverklaring* staat het behoud van de groeinorm. Die toegelaten reële uitgavengroei voor de ziekteverzekering bedraagt 2,5% voor het jaar 2025, voor 2026 en 2027 telkens 2%, voor 2028 is dat 2,6% en in 2029 tot slot 3%. Dat is gemiddeld 2,42% per jaar - iets hoger dan onder de Vivaldi-coalitie, maar lager dan de vooruitzichten van het Federaal Planbureau. Een bewuste keuze, zei Vandenbroucke. "De projecties van het Planbureau volgen zou geen goed beleid zijn. Het Planbureau voorspelt bijvoorbeeld een explosie van het budget voor medicijnen tot 12 miljard euro. We moeten die proberen te beheersen." In het marathondebat dat volgde, vroegen verschillende Kamerleden Vandenbroucke om passages in de beleidsverklaring te verduidelijken en om de timing te concretiseren. De minister bleef in zijn replieken echter bewust vaag. "Ik ga vaak het antwoord schuldig blijven, en vaak is dat precies omdat ik iets wil doen wat vele mensen in deze vergadering hebben gevraagd, namelijk veel ruimte maken voor overleg met alle betrokkenen - met artsen, kinesitherapeuten, vroedvrouwen, ziekenhuizen, patiëntenorganisaties, verzekeringsinstellingen... Als u vraagt dat we ruimte maken voor overleg, dan betekent dat natuurlijk ook dat ik hier niet vooruit wil lopen op hoe we een aantal beleidspistes concreet invullen." De grote lijnen van de hervormingen van de nomenclatuur en van de ziekenhuisfinanciering liggen wel al vast. Tegen het einde van dit jaar zouden drie werkgroepen klaar moeten zijn met de herijking van de nomenclatuur voor technische medisch-chirurgische handelingen (ATMC), geautomatiseerde en aanverwante medisch-technische handelingen (AMTAA), en raadplegingen en aanverwante handelingen (ACA)."De bedoeling is om hun werkzaamheden te integreren in een technisch voorstel met één geïntegreerde, relatieve waardenschaal - niet in euro's maar in punten. Tegelijkertijd gaan we in de komende maanden een voorstel uitwerken voor het budget dat nodig is om het professionele gedeelte correct te vergoeden. En dan komt de cruciale oefening, namelijk dat we dat budget in euro's omslaan naar die puntenschaal. Dat is het moment van de waarheid", legde Vandenbroucke uit. Ook nog dit jaar moet het onderzoek naar de feitelijke kosten voor gehospitaliseerde patiënten afgerond zijn. Dat moet toelaten om de financiering op te splitsen in een zuiver honorarium en praktijkkosten (zowel voor ziekenhuizen als ambulante praktijken). Idealiter zou de gecombineerde hervorming in 2028 van start gaan, zei Vandenbroucke, die eraan toevoegde dat hij ervan uit gaat dat voor gehospitaliseerde patiënten geen afdrachten meer ingehouden worden op het zuiver honorarium. Ook een hertekening van het ziekenhuislandschap staat op de agenda. De dag na de commissievergadering zette de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid een expertengroep aan het werk die een voorstel moet doen voor de taakverdeling tussen de 103 bestaande en algemene en universitaire ziekenhuizen, met een evenwicht tussen geografische toegankelijkheid en zorgconcentratie. Frieda Gijbels (N-VA) wou weten of er bij een afbouw van acute bedden geen buffercapaciteit voorzien moet worden, zodat ziekenhuizen snel kunnen opschalen bij een gezondheidscrisis. "Vandaag hebben we eigenlijk al buffercapaciteit", antwoordde Vandenbroucke, "bedden die niet gebruikt worden omdat we het personeel niet hebben. Ik vind de vraag naar buffer- capaciteit belangrijk, maar we moeten daar naar kijken vanuit een realiteit waarbij het niet zozeer de infrastructuur is die ons mankeert, maar wel het personeel." In het regeerakkoord was al te lezen dat het conventiemodel hervormd zal worden om conventionering aantrekkelijker te maken. Vandenbroucke wil daarover in april in overleg gaan met de artsenorganisaties en andere betrokkenen, zodat het toegepast kan worden voor het volgende akkoord artsen-ziekenfondsen dat op 1 januari 2026 in werking moet treden. "De vraag is of we niet meerdere categorieën van premies afhankelijk maken van het feit dat men gekozen heeft voor het conventiesysteem", gaf Vandenbroucke alvast als voorzet.