...

Alcohol wordt in verband gebracht met meer dan 200 ziektes en aandoeningen. Naast individuele gevolgen op korte en lange termijn, berokkent overmatig alcoholgebruik ook schade aan de omgeving van de persoon die alcohol drinkt. Toch blijft alcohol alomtegenwoordig - u zal deze sportzomer niet aan alcoholreclame kunnen ontkomen. Ook al daalt het alcoholgebruik in Vlaanderen over het algemeen, bingedrinken en dronkenschap bij jongeren blijven stabiel. Bij volwassenen groeit de groep die problematisch alcohol gebruikt: 9,8% van de volwassenen drinkt meer dan tien glazen per week. Van de Belgische werknemers die alcohol drinken, ervaart 12% daardoor negatieve effecten op het werk. Volgens het VAD is alcohol in Vlaanderen nog steeds de standaard, ondanks initiatieven zoals Tournée Minérale en de opkomst van alcoholvrije alternatieven. "Bij veel sociale gelegenheden in Vlaanderen geldt er een dwingende alcoholnorm: uit alles blijkt dat men ervan uitgaat dat je alcohol drinkt. Geen alcohol drinken roept vragen op (sober shaming)... We klinken 'op de gezondheid' met een glas alcohol, nochtans een contradictorische uitspraak." Alcohol blijft ook sterk verbonden met overgangsrituelen zoals (studenten-)dopen en wordt zelfs gepromoot als toeristische attractie: de Belgische biercultuur is erkend als immaterieel cultureel erfgoed door UNESCO. Daarnaast grijpen sommige mensen naar alcohol als copingmechanisme om met de stress van het bestaan om te gaan. Door dat positieve imago van alcohol wordt problematisch alcoholgebruik genegeerd of geminimaliseerd. "Een kater lokt eerder geamuseerde reacties uit dan bezorgdheid." Mensen met ernstige alcoholproblemen daarentegen worden gezien als persoonlijk verantwoordelijk voor hun situatie en gestigmatiseerd. Zelfs na het zoeken van hulp blijft dat stigma bestaan. Ook in de gezondheidszorg worden medische en psychische problemen niet altijd voldoende gekoppeld aan alcoholgebruik, stelt het VAD - met uitzondering van ernstige signalen zoals leverproblemen. Er zijn nochtans effectieve screeningsinstrumenten om riskant en schadelijk alcoholgebruik te identificeren. Zorgprofessionals moeten hierover beter opgeleid worden. Bij een alcoholbeleid zou alleen de volksgezondheid mogen doorwegen, en niet de belangen van de alcoholindustrie. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) hanteert de regel 'hoe minder alcohol, hoe beter'. Die staat echter haaks op de doelstellingen van de alcoholindustrie, die haar omzet wil verhogen. Daarbij merkt het VAD op dat er voor de alcoholindustrie veel minder beperkingen gelden, bijvoorbeeld op het gebied van marketing en etikettering, dan voor de tabaks- en gokindustrie. Het VAD wil daarom evolueren naar een nieuwe norm waarbij alcohol drinken in geen enkele situatie de standaard is. "Alcoholgebruik mag nooit automatisch als gangbare praktijk worden beschouwd. Daarom moeten we actief streven naar een verandering in het dominante en door de industrie gesteunde discours", luidt het. Daarbij zijn meerdere boodschappen en strategieën nodig. Het VAD wil in de eerste plaats de positieve aspecten van geen alcohol drinken benadrukken, zoals betere slaap en meer energie de volgende dag. "We stimuleren mensen om de huidige norm in vraag te stellen door te wijzen op gezondheidswinst in plaats van op gezondheidsschade", is de achterliggende gedachte. Alcohol mag niet gezien worden als essentiële voorwaarde om plezier te hebben.Daarnaast blijft objectieve informatie over de toxische effecten van alcohol nodig, en moet ook de maatschappelijke schade door alcoholgebruik belicht worden, zoals verkeersongevallen en intrafamiliaal geweld. Alcohol aanbieden of drinken mag geen automatisme zijn, vindt het VAD. Evidenties zoals het glas schuimwijn op een receptie, de fles wijn of het pakket streekbieren voor een spreker moeten in vraag gesteld worden. "Mensen moeten er autonoom voor kunnen kiezen om minder en minder vaak alcohol te drinken en om risicobeperkende drinkstrategieën toe te passen. Denk bijvoorbeeld aan 'zebradrinken', het afwisselend drinken van een alcoholische en een niet-alcoholische drank." Het VAD wil ook het verband tussen alcohol en geestelijke gezondheid belichten. Alcoholgebruik lost stress, angst, relatieproblemen en depressieve gevoelens niet op en verergert ze op termijn nog. Alcohol kan psychische problemen veroorzaken, in stand houden of verergeren, en kan interageren met psychoactieve medicatie. Nu geestelijke gezondheid hoog op de agenda staat, wil het VAD benadrukken dat minderen of stoppen met alcohol drinken een positieve impact heeft. Verder pleit het VAD om alcohol in bepaalde settings aan banden te leggen. Een alcoholverbod zou de norm moeten zijn in ziekenhuizen, en in het verkeer moet er een nultolerantie komen. Een aantrekkelijk en divers alcoholvrij aanbod zou in alle contexten de norm moeten zijn. In contexten met minderjarigen mag alcohol niet de norm zijn. Het VAD wil een verhoging van de minimumleeftijd voor alcohol naar 18 jaar, en vraagt aandacht voor voorbeeldgedrag op school, in de jeugdbeweging en de sportsector, maar ook thuis. Het VAD wil ook de deskundigheid van hulpverleners bevorderen door de kennis over verslaving en middelengebruik, screening en vroeginterventie te verhogen. Ook over de wisselwerking tussen verslaving en andere psychische klachten heersen nog veel misvattingen, stelt de visietekst. Het VAD wil ook inzetten op het deskundiger maken van teams en samenwerkingsverbanden, waarbij de expertise van alcohol- en drughulpverlening erkend wordt. Er is ook nood aan goed uitgeschreven protocollen om met intoxicatie om te gaan.Ten slotte is ook het inzetten op ervaringsdeskundigheid en diversiteit in de hulpverlening belangrijk. Ervaringsdeskundigheid is voor cliënten én hun omgeving heel helpend en kan vooroordelen wegnemen. Cliënten kunnen steun vinden in het contact met lotgenoten. Ervaringsdeskundigen vormen zo een brug tussen patiënten en professionele zorgverleners.