...

Een van de hilarische hoogtepunten in Antigone was de strak getimede cameo-verschijning van prof. dr. Eric Mortier, gedelegeerd bestuurder van het UZ Gent. Hij kwam op als de oppergod Zeus, met een bliksemschicht in de hand. Ik beeldde me in hoe Mortier 4 dagen en 28 voorstellingen lang, in een Griekse toga gekleed, achter zijn bureau zat, telkens wachtend op het sein van een productiemedewerker dat zijn moment om op te komen zich aandiende. In mijn ogen getuigde het van de overgave en het enthousiasme waarmee het hele ziekenhuis zich op dit project stortte. Het was immers een hele belevenis, deze Antigone, niet enkel voor het 100-tal medewerkers van het UZ Gent die zich, naast hun dagtaak, meer dan een jaar lang op dit locatieproject hadden voorbereid, maar ook voor het publiek. Verdeeld in kleine groepjes, maakte het een wandeling langs verschillende locaties op de campus, waar zich telkens een scène afspeelde, live of op video. Tijdens de verplaatsingen kreeg ieder een hoofdtelefoon opgezet, waarop een podcast te horen was die bijkomende elementen aan het verhaal toevoegde. De regisseurs van dit multidisciplinaire spektakel waren Filip Standaert en Walter Bavo Janssens, beiden doorge- winterde professionelen.Het scenario was in alle opzichten zeer goed uitgekiend, en de tocht, zeker voor wie de campus minder goed kent, even spannend als verrassend. Zo werden onder andere de als monument beschermde kapel, verscheidene audi- toria en de imposante keldergangen aangedaan. Eén punt van kritiek: de passage langs het zwembad van het revalidatiecentrum leverde prachtige beelden (en dito muziek) op, maar voelde te veel aan als een langgerekte epiloog. Op dat moment had de essentie van het drama zich immers al voltrokken.Ook al sprongen de makers vrij om met de oorspronkelijke tragedie van Sophocles, de keuze voor de Creon-figuur als hoofdpersonage was conform het origineel, zelfs al laat de titel, Antigone, het tegendeel vermoeden. In het UZ Gent was die figuur getrans- formeerd naar Gerard Denijs, een Gentse bouwmagnaat die op zijn neef Teo rekent als zijn opvolger. Na een banale ruzie echter, sterft Teo en belandt diens broer Pol in kritieke toestand in het ziekenhuis, en meer specifiek, in het UZ Gent.Minder dan bij Sophocles stonden ethische en ideologische vraagstukken centraal. Insteek was veeleer de vraag wat het vergt om onderlinge meningsverschillen achter zich te laten. Voor Teo komt alle hulp te laat, voor Gerard en Pol komt het moment van inzicht en inkeer net op tijd. Er vallen minder doden dan bij Sophocles. Het UZ Gent koos zeer bewust voor een positief verhaal.