...

Vandaar het belang van de orale presentatie van Luis Paz-Ares over de werkzaamheid en de veiligheid van lurbinectedine. 1 Lurbinectedine is een stof uit de zee die selectief de transcriptie van oncogene signalen in de macrofagen in de tumoromgeving remt. Lurbinectedine werd uitgetest in een fase II-basketstudie bij 105 patiënten met een kleincellige longkanker bij wie een eerstelijnstherapie was mislukt.De patiënten werden behandeld met lurbinectedine in monotherapie 3,2 mg/m2 in een i.v. infuus van een uur om de drie weken. Het mediane toegediende aantal cycli was vier (spreiding 1-24). Drie van de 105 patiënten werden uit het oog verloren, 66 patiënten zijn overleden. Elf van de 36 patiënten die nog in leven waren na een mediane follow-up van 6,1 maanden, werden nog altijd behandeld; de overige 25 hebben de behandeling stopgezet en worden gevolgd.Naargelang van de tijd tot tumorprogressie tijdens de eerstelijnschemotherapie werden de patiënten ingedeeld in responders (? 90 dagen, 57%) of non-responders (< 90 dagen, 43% van wie 20% met tumorprogressie binnen 30 dagen).De tabel toont het responspercentage, het percentage stabilisering, het percentage tumorcontrole, de mediane duur van de respons, de mediane PFS, de PFS na 6 maanden, de totale overleving en de totale overleving na 12 maanden in de totale patiëntengroep en volgens de respons op de eerstelijnstherapie.Lurbinectedine in monotherapie veroorzaakte graad ? 3-bijwerkingen bij 36 patiënten (ernstige bijwerkingen bij 11 patiënten). Slechts twee patiënten hebben de behandeling stopgezet wegens bijwerkingen. Bij 25 patiënten werd de dosering verlaagd, meestal (24 patiënten) wegens neutropenie.Dus een behoorlijk responspercentage bij de responders (45%), bij wie topotecan een mogelijke tweedelijnstherapie is, die echter vaak slecht wordt verdragen. Lurbinectedine wordt duidelijk beter verdragen en geeft vooral een niet-onaanzienlijk responspercentage (22%) bij resistente patiënten, voor wie er nog geen erkende tweedelijnstherapie bestaat.