...

Momenteel volgen er in België bijna 140.000 mensen een behandeling voor obstructief slaapapneusyndroom (OSAS). Deze behandeling gebeurt meestal met een zogenaamd CPAP-apparaat, dat tijdens de slaap lucht in de luchtwegen blaast. Om deze behandeling terugbetaald te krijgen, moet de diagnose van OSAS eerst worden bevestigd door een polysomnografie in een slaaplaboratorium van een ziekenhuis. Een tweede nacht in het ziekenhuis is meestal nodig om de behandeling aan te passen. Omdat de vraag snel toeneemt, wordt dit zorgmodel zwaar en duur bevonden, klinkt het bij het KCE. Daarbij komt dat er de afgelopen jaren draagbare apparaten op de markt zijn kwamen, die het mogelijk maken om de diagnose bij patiënten thuis te stellen. "Dit is meer comfortabel, en het leunt veel dichter aan bij de normale slaapomstandigheden. Bovendien zou het voor de gezondheidszorg een aanzienlijke besparing betekenen."Daarom stelt het KCE dat thuisdiagnose "best zoveel mogelijk wordt aangemoedigd", tenzij bij vermoeden van een 'complexe' OSAS, waarbij de patiënt ook hartproblemen of een neuromusculaire aandoening heeft. Ook het instellen van het CPAP-apparaat moet volledig bij de patiënt thuis kunnen gebeuren, aldus het Federaal Kenniscentrum, dat in eenzelfde adem pleit voor een financiering aangepast aan deze nieuwe aanpak. Het KCE pleit ook voor een grotere rol voor huisartsen in de diagnose en behandeling van OSAS. Zij zouden bij een vermoeden van een OSAS een slaaptest moeten kunnen voorschrijven. Ook bij de opvolging ziet het KCE een belangrijke rol weggelegd voor de huisartsen, met o.a. de jaarlijkse verlenging van de CPAP, "als alles goed verloopt".