Heel wat Belgische artsen en wetenschappers zijn werkzaam in de Verenigde Staten. Artsenkrant wil dit jaar op hen focussen om te proberen te begrijpen wat er leeft en speelt over de Grote Plas. We landen ditmaal in Lincoln (greater Boston area) voor een babbel met biotechnoloog Robrecht Thoonen (41). "There is no place like Cambridge-Boston", meent hij. "De vervlechting van wetenschap, farma en kapitaal hier is heel uniek. Deze liberal bubble is een intellectueel heel verrijkende omgeving. Iedereen zoekt naar oplossingen om patiënten te helpen."
...
Alleen al in Cambridge zitten zo'n 450 startups. "Dat is ronduit fenomenaal! En iedereen gelooft rotsvast in wat hij doet. En ook typisch voor de mentaliteit hier: je wordt niet afgestraft omdat je iets probeert en het mislukt, integendeel: at least you've tried." Robrecht Thoonen verwijst naar de aandacht die in wetenschap en bij start-ups de jongste jaren is gegaan naar niet-alcoholische leververvetting (NASH), een onderzoeksveld waar ook zijn laatste werkgever actief in was. "Het is net als diabetes en obesitas een ziekte die samenhangt met onze levensstijl en die in de Westerse wereld en Azië vaak opduikt. Een vette lever doet misschien geen pijn, maar kan op termijn wel leiden tot levercirrose en -kanker. Daarom gaat er zoveel aandacht naartoe. Helaas, de huidige medicijnen in ontwikkeling hebben tot nu de klinische testen niet doorstaan. Wetenschappers zoeken nu of een combinatie van medicijnen misschien een oplossing biedt. Al moet je in deze ook de vraag stellen of een andere levensstijl of dieet niet meer soelaas bieden voor mensen met NASH. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan." Zijn carrière als onderzoeker en lesgever in de academische wereld en in de farmabranche voert de Limburger uit Eigenbilzen terug op een fascinatie van jongsaf voor wetenschap. "Na mijn humaniora waren net de eerste stappen in de moleculaire biologie en het ontrafelen van het DNA gezet. Omdat de UGent toen met een opleiding biotechnologie begon, leek me dat de ideale opleiding." In 2010 zette hij de stap richting de VS. "Ik ben in eerste instantie als postdoc en lesgever gewerkt: aan het Tufts Medical Center, in het Massachusetts General Hospital en in Harvard. Tot dan deed ik vooral onderzoek in het cardiovasculaire veld, in Harvard ben ik gaan werken op een link tussen hartziekten en metabolisme: bruin vet. Daarover is nog weinig geweten, dat is dus meer fundamenteel onderzoek. Wat wel vaststaat: bruin vet gebruikt vetzuren en suikers om energie vrij te maken in de vorm van hitte. Denk aan dieren die aan winterslaap doen: zij gebruiken bruin vet om hun lichaamstemperatuur (snel) op te drijven tijdens het ontwaken. Uit onderzoek weten we ook dat baby's wel bruin vet hebben, maar in de groei naar volwassenheid verliezen we dat of wordt het alleszins meer diffuus. En obese mensen blijken minder bruin vet te hebben dan slanke mensen. Mijn onderzoek met muizen toonde aan dat als je meer bruin vet hebt, je minder risico loopt dat er hartweefsel afsterft via een exocriene rol." Het heeft wetenschappers aan het denken gezet: misschien kunnen we dat bruin vet ook therapeutisch aanwenden om obese patiënten meer gewicht te doen verliezen door hun thermogenese op te drijven? Ook het Amerikaanse leger betoont interesse. Misschien kan je soldaten beter tegen de kou bestand maken als je hun bruin vetweefsel kan activeren, luidt de redenering. Vijf jaar geleden maakte hij de overstap naar de farma-industrie. "Ik wilde altijd wel betrokken zijn bij de ontwikkeling van nieuwe medicijnen en/of therapieën, en dan is de industrie de ideale plek. Maar ik hop niet zomaar van een onderzoeksveld naar een ander. Processen van inflammatie zijn zowat de rode draad in mijn onderzoeken: dat komt bij heel ziektebeelden voor en mijn achtergrond en ervaring inzake metabool en cardiovasculair onderzoek komen terzake van pas. Ik ben intussen een soort kameleon die vanuit een brede kijk op diverse wetenschapsterreinen mee nieuwe targets voor onderzoek kan aanreiken." Dat heeft hij in eerste instantie gedaan bij een klein farmabedrijf, Kalvista Pharmaceuticals, later heeft hij bij LG Chem Life Sciences gewerkt rond NASH. "En je treft me aan de vooravond van een nieuwe job. Eerstdaags start ik bij Takeda, een Japans farmabedrijf, als associate director for academic innovation. Het is de bedoeling dat ik inzake neurowetenschappen op zoek ga naar onderzoek dat potentieel interessante farmaceutische applicaties kan hebben en daarrond ook spin-offs ga opzetten." Dat is nog eens een heel nieuw werkveld? "In de neurowetenschappen zijn recent tal van nieuwe ontwikkelingen gebeurd en die genereren ook nieuwe investeringen. Los daarvan, ik hou wel van uitdagingen, dat stimuleert mij. En ik heb het voordeel dat ik redelijk snel the key information kan assimileren." Dat Robrecht Thoonen momenteel thuis in Lincoln verblijft, en niet in Cambridge, heeft alles te maken met de naweeën van de coronapandemie. "Het voorbije anderhalf jaar was heel raar. Ik ben midden in corona bij LG begonnen en pas na vier maanden kwam ik voor het eerst op kantoor. Het geeft een heel dubbel gevoel: ik kan heel efficiënt thuiswerken en kijk er echt niet naar uit om weer te pendelen. Toch mag het thuiswerk stoppen: je wilt wel eens met collega's kunnen brainstormen of gewoon wat bijpraten." Ook privé heeft corona een grote impact gehad. "Nu de grenzen weer opengaan, kunnen mijn ouders eindelijk op bezoek komen. Ze hebben mijn zoontje van twee amper zien opgroeien en dat is jammer. Precorona gingen we minstens een keer per jaar naar België en naar Brazilië, waar mijn vrouw vandaan komt. Maar dat is momenteel niet evident. Onze peuters zijn niet gevaccineerd, dus moeten zij en wij in quarantaine als we gaan reizen. Bovendien: wij hebben wel een green card, maar die verliezen we als we nu te lang weg zouden blijven uit de States. En aangezien de kinderen door geboorte Amerikaan zijn en wij binnen drie jaar aanspraak kunnen maken op de status van resident, hebben we onze plannen om naar Europa te verhuizen on hold gezet. Daarna zien we wel waar onze toekomst ligt."