Utopia Avenue is de beroemdste Britse popgroep uit de jaren 60 waar je nog nooit van gehoord hebt. Na de recentste roman van David Mitchell weet je waarom.
...
Londen, swingende jaren 60, Janis Joplin, Jimi Hendrix en Brian Jones hebben niet meer zo lang te gaan, maar niemand die dat weet. Donald Campbell is net verongelukt met zijn raketboot, piratenradio's kleuren de ether en John Peel moet nog bij de BBC landen. Dat is het tijdsgewricht dat Mitchell met bruisende energie beschrijft in de roman Utopia Avenue. Vier jonge muzikanten met hun eigen achtergronden en muziekstijlen, van folk, blues, jazz naar psychedelische rock, vinden elkaar in hun diversiteit. De heterogeniteit van Utopia Avenue (de groep) is hun kracht. Ze surfen mee op de golf van muzikale vernieuwing die vanuit Londen de wereld overspoelt.Elk van de drie delen van Utopia Avenue (het boek) is een van de drie langspelers die de groep uitbrengt. Elk hoofdstuk is een song, verteld vanuit het standpunt van de schrijver van dat nummer. Die verschuivende gezichtspunten en belevingswerelden maken het boek tot een caleidoscopische dwarsdoorsnede van de samenleving. In elk liedje weerklinkt het leven van de makers, je hoort bijna hoe de songs ontstaan terwijl de levensverhalen zich in elkaar haken. Mitchell slaagt er ook in om hun optredens zo te beschrijven alsof je er live bij bent. Nochtans is 'schrijven over muziek zoals dansen over architectuur', zoals Zappa tijdens een feestje Charles Mingus citeert. Muziek beschrijven is verdomd moeilijk, het zijn uiteindelijk niet meer dan abstracte klankpatronen, die er toch in slagen om hevige emoties op te wekken. Dat effect weet Mitchell met woorden te evenaren. Klanken, ritme en melodie zitten diep verweven in de structuur en de taal van het boek.Utopia Avenue is een meeslepend, wervelend portret van een tijd met 'geestverruimende' middelen, 'vrije' seks, (nog onbespreekbare) homoseksualiteit en denigrerende spot voor jongens met lang haar. En aan een huurappartement hing nog uit: BLACKS & IRISH NEED NOT APPLY. Het lijkt ver weg, maar het is nog maar 50 jaar geleden. Mitchell geeft op onnavolgbare manier een stem aan de geest (helemaal uit de fles) en de energie van die tijd. Zelfs wie niet thuis is in de oertijd van de popcultuur zal zich laten meeslepen met de liedjes van die tijd (er staat al een playlist op een bekend streamingkanaal) en in de ontmoetingen van de bandleden met David Bowie, Leonard Cohen, Syd Barrett en vele andere (echte) artiesten uit die tijd. Het boek is meer dan een levendige en sensorische reconstructie van een swingend tijdsgewricht. De lezer betreedt de typische Mitchell-wereld, zoals in Tijdmeters of Wolkenatlas, waarin verhaallijnen uit verschillende werelden en tijdperken op wonderlijke wijze in elkaar overlopen. De bassist van Utopia Avenue is geboren in het plaatsje waar Tijdmeters begint. De gitarist, Jasper de Zoet, is een verre nazaat van Jacob de Zoet, de hoofdfiguur uit De niet verhoorde gebeden van Jacob de Zoet. Dat onvolprezen boek speelt in Japan (waar Mitchell acht jaar woonde en werkte) en ook dat verhaal zit als een onderstroom in deze roman, die meer dan 600 pagina's leesplezier in vijfde versnelling levert. Mitchells boek is bovendien een ode aan de creativiteit en de kunst, een loflied op de jeugd (in al haar kracht en kwetsbaarheid) en een pleidooi voor meer verdraagzaamheid voor iedereen die 'anders' is dan de rest.