Bestuurders van personenwagens met automatische rijhulpsystemen zijn minder alert in het verkeer. Ze laten het stuur vaker los, en zijn bezig met hun smartphone of andere toestellen. Dat blijkt uit een nieuwe studie*.
...
Steeds meer personenwagens zijn uitgerust met automatische rijhulpsystemen die bedoeld zijn om de veiligheid te verhogen. Voorbeelden zijn de adaptieve cruise control die vertraagt als de wagen te dicht tot een voorligger nadert, de rijstrookassistentie (lane assist) die voorkomt dat de wagen zijn rijstrook verlaat, en de file-assistentie die automatisch aanschuift in traag of stilstaand verkeer. Het Amerikaanse Insurance Institute for Highway Safety (IIHS) en het Massachusetts Institute of Technology onderzochten wat de invloed van dergelijke systemen is op het gedrag van de bestuurder. Twintig vrijwilligers kregen een nieuwe wagen met adaptieve cruise control en/of rijstrookassistentie. Sensoren en camera's aan boord registreerden hoe deze functies gebruikt werden, waar en hoe snel de bestuurders reden, maar ook welke andere taken de bestuurders uitvoerden tijdens het rijden en of ze hun ogen op de weg hielden. Bij het begin van de testperiode waren de bestuurders even alert als normaal. Maar na enkele weken begon hun aandacht te verslappen. Bestuurders lieten het stuur twaalf keer vaker los dan voorheen, gebruikten een smartphone tijdens het rijden of bedienden het entertainmentsysteem in de wagen. Dit effect was het sterkst indien de wagen met zowel adaptieve cruise control als rijstrookassistentie was uitgerust. Uit eerder onderzoek blijkt dat adaptieve cruise control duidelijke veiligheidsvoordelen heeft. Wanneer echter meer geavanceerde functies zoals pilootassistentie in het spel komen, lijkt de positieve invloed op verkeersveiligheid gecompenseerd te worden door de verminderde alertheid van de bestuurder, stellen de onderzoekers. "Het onderzoek toont aan dat sommige chauffeurs na verloop van tijd door een vals gevoel van veiligheid in slaap worden gewiegd", zegt Ian Reagan, Senior Research Scientist aan het IIHS. De geteste rijhulpsystemen zijn stapstenen op weg naar een auto die zonder tussenkomst van een bestuurder volledig autonoom kan rijden. Een internationaal classificatiesysteem deelt de mate van autonomie in van 0 (geen auto- matisering) tot 5 (volledig zelfrijdend). Systemen van niveau 1 kunnen de bestuurder bijstaan bij één rijtaak. Adaptieve cruise control is daar een voorbeeld van: het reguleert de maximum- snelheid. Systemen van niveau 2 zoals rijstrookassistentie kunnen twee taken uitvoeren. Niveau 2 is het hoogste automatiserings- niveau dat momenteel beschikbaar is in productievoertuigen. Ze mogen niet aangeprezen worden als 'zelfrijdende' systemen en vereisen dat de bestuurder steeds de controle over het voertuig behoudt. Maar dat gebeurt niet altijd - denk maar aan berichten over bestuurders die een dutje doen terwijl hun voertuig in autopiloot-modus rijdt. "Crashonderzoek heeft uitgewezen dat onoplettendheid van de bestuurder een belangrijke factor is bij dodelijke ongevallen met semi-autonome voertuigen", zegt Reagan. Technologie kan gelukkig ook helpen om bestuurders tegen zichzelf te beschermen. Er bestaan systemen die registreren hoe vaak en hoe lang een bestuurder met de ogen knippert, en waarschuwt als de bestuurder dreigt in te dommelen. Deze systemen waarschuwen als de bestuurder te lang of te vaak wegkijkt. Als de bestuurder na herhaalde waarschuwingen niet reageert, kan zo'n systeem de knipperlichten activeren en het voertuig geleidelijk tot stilstand brengen. De bestuurder kan deze veilige stopprocedure op elk moment onderbreken door de controle weer over te nemen.