...
Zullen we ooit weer een gegarandeerd rendement van 4,78% zien op een levensverzekeringscontract, aangevuld met een mooie winstdeelname? Niet meteen. De prestaties van 2018 waren (nog) niet catastrofaal met opbrengsten van ongeveer 2% bij AG, Belfius of Fédérérale, maar het rendement op staatspapieren is sindsdien ineengestort tot op het punt dat ze in negatieve cijfers belanden, terwijl de gewaarborgde rentevoet bij verschillende tenoren van de sector terug 0% bedraagt. Geen wonder dat het verzilveren in het individuele leven gedaald is van 14 miljard in 2005 naar zes miljard vandaag.Anders vergaat het de groepsverzekeringen waar integendeel de inning met de helft is toegenomen over dezelfde periode en de zes miljard euro benaderen. Maar met de ontwikkelingen op de markten in 2019 beginnen bedrijven te vrezen dat hun groepsverzekeringen niet meer de 1,75% rendement halen (het percentage sinds 2016) dat ze wettelijk verplicht zijn te garanderen aan hun personeel in het kader van de Wet op de Aanvullende Pensioenen (WAP). Sommigen overwegen dan ook om over te schakelen naar tak 23-producten die meer flexibel zijn maar die op langere termijn ook meer rendement kunnen genereren.Een tak 21-product biedt naast een kapitaalgarantie ook een percentage (rendement). Het is om die reden dat het bijna uitsluitend in obligaties wordt belegd waar er behoud van kapitaal is en een gekend rendement. Dit is echter niet het geval voor tak 21-producten bestaande uit fondsen die in verschillende activa investeren en dus onderhevig zijn aan marktschommelingen. Hetzelfde geldt voor de pensioenfondsen (officiële naam Instelling voor Bedrijfspensioenvoorziening, IBP), die ook zwaar belegd zijn in aandelen: vandaag niet minder dan 39% of amper minder dan obligaties (45%). Hun opbrengsten variëren natuurlijk ook, maar hun lange- termijngemiddelde is benijdenswaardig met 6,6% over de laatste drie decennia.Het alternatief van het pensioenfonds is goed gekend in de medische sector want het werd opgericht in 1967 onder de naam 'Voorzorgskas voor Geneesheren' (VKG) die Amonis werd in 2004. Het pensioenfonds werd geleidelijk opengesteld voor andere medische beroepen; vandaag wordt er bijvoorbeeld campagne gevoerd bij apothekers, maar bij de leden zijn er ook andere zelfstandigen. Wat daarentegen niet veranderd is, is de concurrentie met verzekeringsmakelaars. "De rol van de makelaar is belangrijk en aanvullend met de onze voor wat verzekeringszaken betreft", zegt Veekash Fakun, chief sales officer van Amonis."We werken dus ook samen met een aantal makelaars. Wat daarentegen triest is, is dat sommige concurrenten zich richten op de Riziv-premie en een premie kunnen ontvangen die kan oplopen tot 40% bij aansluiting. En dat ten nadele van de klant die een contract krijgt waarop vandaag soms 0% staat."Toelichting voor de niet-ingewijden: de premie, ook 'sociale voordelen' genaamd, bedraagt dit jaar 4.941? en wordt elk jaar betaald in ruil voor de conventie, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan, waaronder die van een maximaal tarief; de arts beperkt daardoor zijn inkomsten en zijn sociale bijdragen. Om dit te compenseren ontvangt hij de premie, een bedrag dat rechtstreeks op een pensioenrekening wordt gestort als 'sociale VAPZ'- rekening. Die kan beheerd worden door een verzekeringsmaatschappij of een pensioenfonds. De premie wordt dus toegekend aan het pensioen, maar kan ook deels gebruikt worden voor een gegarandeerd inkomen. Tandartsen, zelfstandige verpleegkundigen, apothekers, fysiotherapeuten en logo pedisten kunnen ook van de premie genieten, maar voor een ander bedrag.Hoe werkt het Amonis-systeem? Het pensioenfonds biedt zowel het klassieke VAPZ aan, als het sociale VAPZ of de garanties van het pensioenkapitaal zoals bepaald door de VAPZ-wetgeving. "We rekenen 3% inschrijvingsgeld aan, maar dan is er geen heffing meer voor het beheer", zegt Veekash Fakun. "Het basistarief op dit moment is 1,60% voor het sociaal VAPZ. Rekening houdend met het aandeel in de winst in 2018 kwam het rendement op 2,75% (na 3,25% in 2017, nvdr.). Wij bieden de beste voorwaarden aan op de markt", concludeert hij. "Wat beleggingen betreft, zijn er twee portefeuilles. De eerste, die ongeveer 60% uitmaakt van het totaal, bevat onderdelen die zo goed mogelijk en met de minste risico's rekening houden met de oudere verplichtingen." Het bevat grotendeels obligaties zoals bij een tak 21-product. "Het andere deel dat ongeveer 40% van het totaal uitmaakt, is voor 60% in aandelen belegd zodat we ons op een optimaal rendement richten op lange termijn uitgaande van een beleggingshorizon van ongeveer veertig jaar.""Maar wanneer de leden tot op tien jaar van hun pensioen komen, worden de premies ondergebracht in de meest veilige portefeuille", zegt Nathalie De Maertelaere, communicatiemanager.De Riziv-premie wordt normaal gestort op een sociaal VAPZ-rekening, maar kan ook worden gebruikt voor extra betalingen, aftrekbaar tot 3.747?, tegen 3.256? op een klassieke VAPZ-rekening.Dit verschil houdt rekening met het feit dat het Sociaal-VAPZ voor 90% besteed naar het pensioen gaat, de overige 10% wordt gebruikt om wettelijk verplichte solidariteitsprestaties af te dekken. Bij Amonis bestaan die uit een zwangerschapsuitkering, een aanvulling voor de erfgenamen in geval van overlijden, een arbeidsongeschiktheid en afhankelijkheidsrente. Het pensioenfonds biedt naast het VAPZ (Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen) ook het IPT of 'Individuele Pensioen Toezegging' aan voor zelfstandigen die in bedrijven werken.Merk op dat het grootste deel van de beleggingen van Amonis gemaakt werden via een Sicav opgericht in 2001 die elf compartimenten bevat. En omdat een Sicav/Bevek openbaar is, kan iedereen er in investeren. Maar uiteraard zonder de garanties die aangeboden worden aan de leden van het pensioenfonds.