Voor 2021 werden in elk ziekenhuis autonoom de loon- en arbeidsvoorwaarden van ASO's bepaald. Met de 'Centrale Overeenkomst' afgesloten in de Nationale Paritaire Commissie Artsen-Ziekenhuizen (NPCAZ) kwam daar verandering in. ASO's (net als HAIO's) werken sindsdien met een sui generis-statuut voor werkgerelateerde rechten.

Dat is geen volwaardig bediendestatuut, waardoor er minder socialezekerheidsbijdragen betaald moeten worden. Keerzijde daarvan is dat de ASO wel recht heeft op een uitkering bij ziekte of zwangerschap, maar niet op pensioenopbouw, werkloosheidsuitkering of vakantiegeld.

"Er is voor ASO's een sui generis-statuut in het leven geroepen dat voor geen enkele andere beroepsgroep geldt. Je zou je kunnen afvragen op welke basis dat bijzonder statuut te rechtvaardigen is", zegt mr. Tom De Gendt. "Als ik het vergelijk met de advocatuur: daar hebben stagiairs sinds jaar en dag een volwaardig zelfstandigenstatuut. Sinds kort zijn zelfs stages als bediende mogelijk."

"De vraag is natuurlijk wie een beter statuut voor ASO's moet financieren. Over het algemeen wil men niet dat ASO's duurder worden - ook al genereren ze, zeker in de latere jaren van de stage, vaak toch een behoorlijke omzet. In het huidige systeem gaat men ervan uit dat ze als arts-specialisten later wel een hoger inkomen zullen hebben. Al is het afwachten hoe dat zal evolueren met de actuele denkoefening over de hervorming van de ziekenhuisfinanciering en erelonen."

Structureel zwakke positie

De Centrale Overeenkomst regelt ook de arbeidsvoorwaarden en uurroosters van ASO's. Maar bij een conflict staat een ASO in een structureel zwakkere positie tegenover de stagemeester, zegt mr. Elias Put van De Gendt Advocaten.

"Als een stage geschorst of niet verlengd wordt, dan heeft een ASO geen vangnet, want ze hebben geen recht op een werkloosheidsuitkering. En als een ASO dreigt niet erkend te worden in het specialisme waar die zich al jaren in bekwaamt, dan is dat uiteraard een enorme klap. Bij onenigheid met de stagemeester denken veel ASO's dus: ik zal het wel uitzweten, want ik wil gewoon zo snel mogelijk aan mijn carrière beginnen."

Bij een ernstig conflict met een stagemeester kan een ASO zich volgens de wetgeving richten tot de erkenningscommissie. Maar in die commissie zitten ook alle collega's van de stagemeester, die weten dat de betrokken stagemeester misschien ooit over een conflict zal moeten oordelen tussen henzelf en één van hun eigen ASO's.

"En dan komt het het rechtvaardigheidsgevoel van de ASO natuurlijk niet ten goede dat de betrokken stagemeester gewoon de vergadering verlaat als zijn eigen dossier ter sprake komt. Dat is structureel absoluut geen juridisch gezonde situatie", zegt Tom De Gendt.

"Het is niet correct dat klachten over stagemeesters worden behandeld door een orgaan met daarin diezelfde stagemeesters. In de erkenningscommissie zijn niet altijd bestuursrechtelijke reflexen aanwezig. Zij formuleert een advies voor de minister, die verondersteld wordt om die reflexen wel te hebben, maar zelden zal durven af te wijken van dat advies."

Als je 'zo snel mogelijk' moet reageren, dan zit je misschien fysiek wel thuis maar ben je mentaal niet vrij' - Elias Put, De Gendt Advocaten

Conflicten tussen ASO en stagemeester gaan overigens niet enkel over medisch-technische zaken maar hebben soms gewoon een karakteriële oorzaak, weet Tom De Gendt. "Het gaat bijvoorbeeld over de manier waarop een vraag van een ASO al dan niet ernstig wordt overwogen door de stagemeester. ASO's zijn mensen die ook al lang gestudeerd hebben, die ernstig behandeld willen worden."

"Maar daar komt de ASO soms in een spanningsveld terecht tussen enerzijds de kwaliteit van de opleiding en anderzijds de organisatie van de dienst. Dit spanningsveld is natuurlijk inherent aan de combinatie van de verschillende hoedanigheden van een stagemeester: zowel werkgever als opleider, en ook nog lid van de erkenningscommissie."

Wachtdiensten

Een heikel punt bij de stages zijn wachten. Als een ASO met wachtdienst binnen de 20 minuten in het ziekenhuis aanwezig moet kunnen zijn, wordt dat volgens de collectieve overeenkomst beschouwd en vergoed als arbeidstijd. "We zien nu dat in sommige contracten ingeschreven wordt dat ASO's binnen 25 of 30 minuten aanwezig moeten zijn, of 'zo snel mogelijk'", zegt Elias Put.

"De bescherming die de collectieve overeenkomst wou bieden, wordt daardoor uitgehold. Volgens Europese rechtspraak moet je kijken naar de mate waarin iemand beperkt is om normale activiteiten te ondernemen, om te bepalen of een wachtdienst al dan niet arbeidstijd is. Als je 'zo snel mogelijk' moet reageren, dan zit je misschien fysiek wel thuis maar ben je mentaal niet vrij."

Wat een uniform kader voor wachtdiensten ook nog bemoeilijkt, is dat het aantal oproepen tijdens een wachtdienst erg verschilt tussen specialismen, zegt Tom De Gendt. "Een dermatoloog of oogarts zal doorgaans minder vaak worden opgeroepen. Dan lijkt het fair om een wacht niet als arbeidsduur te beschouwen. Maar een ASO die om de twee dagen wordt opgeroepen, die kan tijdens wachtdiensten niets anders inplannen."

Een oplossing is echter niet evident, want als je alle wachtdiensten als effectieve arbeidstijd zou beschouwen, dan is de impact op het geheel van de arbeidstijd te groot. De vraag rest dan natuurlijk of dit probleem volledig op het conto van de ASO's moet komen, stelt Tom De Gendt.

Save the date

Op zaterdag 10 mei organiseert VASO - in samenwerking met Artsenkrant - een tweede VASO Symposium dat aandacht besteedt aan mentaal welzijn, arbeidsrechten en financiële topics waarmee een ASO wordt geconfronteerd. Het symposium vindt plaats bij KBC Brussel, Havenlaan 6 in Brussel. Inschrijven kan via de website van VASO: vaso.be/event-details-registration/vaso-symposium.

Voor 2021 werden in elk ziekenhuis autonoom de loon- en arbeidsvoorwaarden van ASO's bepaald. Met de 'Centrale Overeenkomst' afgesloten in de Nationale Paritaire Commissie Artsen-Ziekenhuizen (NPCAZ) kwam daar verandering in. ASO's (net als HAIO's) werken sindsdien met een sui generis-statuut voor werkgerelateerde rechten. Dat is geen volwaardig bediendestatuut, waardoor er minder socialezekerheidsbijdragen betaald moeten worden. Keerzijde daarvan is dat de ASO wel recht heeft op een uitkering bij ziekte of zwangerschap, maar niet op pensioenopbouw, werkloosheidsuitkering of vakantiegeld. "Er is voor ASO's een sui generis-statuut in het leven geroepen dat voor geen enkele andere beroepsgroep geldt. Je zou je kunnen afvragen op welke basis dat bijzonder statuut te rechtvaardigen is", zegt mr. Tom De Gendt. "Als ik het vergelijk met de advocatuur: daar hebben stagiairs sinds jaar en dag een volwaardig zelfstandigenstatuut. Sinds kort zijn zelfs stages als bediende mogelijk." "De vraag is natuurlijk wie een beter statuut voor ASO's moet financieren. Over het algemeen wil men niet dat ASO's duurder worden - ook al genereren ze, zeker in de latere jaren van de stage, vaak toch een behoorlijke omzet. In het huidige systeem gaat men ervan uit dat ze als arts-specialisten later wel een hoger inkomen zullen hebben. Al is het afwachten hoe dat zal evolueren met de actuele denkoefening over de hervorming van de ziekenhuisfinanciering en erelonen." De Centrale Overeenkomst regelt ook de arbeidsvoorwaarden en uurroosters van ASO's. Maar bij een conflict staat een ASO in een structureel zwakkere positie tegenover de stagemeester, zegt mr. Elias Put van De Gendt Advocaten. "Als een stage geschorst of niet verlengd wordt, dan heeft een ASO geen vangnet, want ze hebben geen recht op een werkloosheidsuitkering. En als een ASO dreigt niet erkend te worden in het specialisme waar die zich al jaren in bekwaamt, dan is dat uiteraard een enorme klap. Bij onenigheid met de stagemeester denken veel ASO's dus: ik zal het wel uitzweten, want ik wil gewoon zo snel mogelijk aan mijn carrière beginnen." Bij een ernstig conflict met een stagemeester kan een ASO zich volgens de wetgeving richten tot de erkenningscommissie. Maar in die commissie zitten ook alle collega's van de stagemeester, die weten dat de betrokken stagemeester misschien ooit over een conflict zal moeten oordelen tussen henzelf en één van hun eigen ASO's. "En dan komt het het rechtvaardigheidsgevoel van de ASO natuurlijk niet ten goede dat de betrokken stagemeester gewoon de vergadering verlaat als zijn eigen dossier ter sprake komt. Dat is structureel absoluut geen juridisch gezonde situatie", zegt Tom De Gendt. "Het is niet correct dat klachten over stagemeesters worden behandeld door een orgaan met daarin diezelfde stagemeesters. In de erkenningscommissie zijn niet altijd bestuursrechtelijke reflexen aanwezig. Zij formuleert een advies voor de minister, die verondersteld wordt om die reflexen wel te hebben, maar zelden zal durven af te wijken van dat advies."Conflicten tussen ASO en stagemeester gaan overigens niet enkel over medisch-technische zaken maar hebben soms gewoon een karakteriële oorzaak, weet Tom De Gendt. "Het gaat bijvoorbeeld over de manier waarop een vraag van een ASO al dan niet ernstig wordt overwogen door de stagemeester. ASO's zijn mensen die ook al lang gestudeerd hebben, die ernstig behandeld willen worden.""Maar daar komt de ASO soms in een spanningsveld terecht tussen enerzijds de kwaliteit van de opleiding en anderzijds de organisatie van de dienst. Dit spanningsveld is natuurlijk inherent aan de combinatie van de verschillende hoedanigheden van een stagemeester: zowel werkgever als opleider, en ook nog lid van de erkenningscommissie." Een heikel punt bij de stages zijn wachten. Als een ASO met wachtdienst binnen de 20 minuten in het ziekenhuis aanwezig moet kunnen zijn, wordt dat volgens de collectieve overeenkomst beschouwd en vergoed als arbeidstijd. "We zien nu dat in sommige contracten ingeschreven wordt dat ASO's binnen 25 of 30 minuten aanwezig moeten zijn, of 'zo snel mogelijk'", zegt Elias Put. "De bescherming die de collectieve overeenkomst wou bieden, wordt daardoor uitgehold. Volgens Europese rechtspraak moet je kijken naar de mate waarin iemand beperkt is om normale activiteiten te ondernemen, om te bepalen of een wachtdienst al dan niet arbeidstijd is. Als je 'zo snel mogelijk' moet reageren, dan zit je misschien fysiek wel thuis maar ben je mentaal niet vrij." Wat een uniform kader voor wachtdiensten ook nog bemoeilijkt, is dat het aantal oproepen tijdens een wachtdienst erg verschilt tussen specialismen, zegt Tom De Gendt. "Een dermatoloog of oogarts zal doorgaans minder vaak worden opgeroepen. Dan lijkt het fair om een wacht niet als arbeidsduur te beschouwen. Maar een ASO die om de twee dagen wordt opgeroepen, die kan tijdens wachtdiensten niets anders inplannen." Een oplossing is echter niet evident, want als je alle wachtdiensten als effectieve arbeidstijd zou beschouwen, dan is de impact op het geheel van de arbeidstijd te groot. De vraag rest dan natuurlijk of dit probleem volledig op het conto van de ASO's moet komen, stelt Tom De Gendt.