...

Laten we eerst even duidelijk maken wat we hier juist mee bedoelen... en wat niet. De meeste fondsen die gespecialiseerd zijn in kleine en middelgrote bedrijven beleggen in deze twee soorten aandelen tegelijk. In principe staan deze fondsen van kleine en middelgrote aandelen, die bijna altijd als small & mid caps worden omschreven, duidelijk tegenover large caps: aandelen van grote bedrijven. We hebben het dan in het bijzonder over de aandelen die zijn opgenomen in de belangrijkste beurs- indexen: de BEL 20 voor Brussel, de Stoxx 600 voor Europa, de Standard & Poors 500 voor de Verenigde Staten, enz. Maar afgezien daarvan blijft de definitie eigenlijk heel vaag. Bij de pan- Europese beurs Euronext spreekt men van kleine bedrijven als die minder dan 150 miljoen euro waard zijn. Voor middelgrote ondernemingen gaat het om een waarde tot een miljard euro. Deze definitie kunnen we echt wel omschrijven als 'klein'. Want in de Verenigde Staten kwalificeert men small caps als bedrijven met een waarde tot twee miljard. Hoe dan ook, zelfs in Europa investeren small- en midcapfondsen in bedrijven die veel zwaarder doorwegen. AXA bijvoorbeeld beschouwt small (en niet mid) caps als ondernemingen met een waarde tot vijf miljard!Toch zijn er verschillende meer gespecialiseerde fondsen op de markt te vinden. Zo biedt vermogensbeheerder Janus Henderson een fonds Horizon Pan European Smaller Companies aan, waarvan de helft van de portefeuille bestaat uit bedrijven die minder dan een miljard waard zijn. De kleine Franse fondsbeheerder Mandarine Gestion heeft zelfs een Microcapfonds dat bedrijven selecteert met een waarde van minder dan 500 miljoen. Of het nu om echt kleine dan wel middelgrote of zelf grote bedrijven gaat, volgens hoopvol ingestemde waarnemers zijn beursgenoteerde kmo's goed op weg om weer aan slagkracht te winnen, na twee jaar achterstand op de grote namen. Welke argumenten halen ze daarvoor aan? Janus Henderson, een Britse groep die meer dan 320 miljard euro beheert, keek zowel naar het algemeen als het historisch plaatje, alsook naar de huidige situatie. Ten eerste stipt de vermogensbeheerder aan dat kleine en middelgrote bedrijven driekwart van de tijd een hogere winstgroei laten optekenen dan grote bedrijven, een trend die over 30 jaar tijd werd waargenomen.Het is dus logisch dat de beursprestaties van de small en mid caps twee derde van de tijd beter zijn dan die van de large caps. Een ander argument volgens Janus Henderson: in tegenstelling tot wat vaak beweerd wordt, zijn relatief hoge rentetarieven (wat vandaag het geval is, zeker in vergelijking met de afgelopen jaren) niet nadelig voor kleinere bedrijven, zoals we dat hebben kunnen vaststellen in de periode 2001-2007.De Britse fondsbeheerder stelde nog twee andere zaken vast. Sinds vorig jaar is een behoorlijk aantal beursgenoteerde kmo's het doelwit van overnamebiedingen, soms met premies van rond de 60% ten opzichte van de laatste beurskoers. Dit is niet verwonderlijk, aangezien de koers-winstverhouding, de meest traditionele maatstaf voor de prijs van een aandeel, amper 12 bedraagt voor deze aandelen in de eurozone, tegenover bijna 16 voor grote bedrijven. Bovendien liggen hun huidige waarderingen 15% onder hun historische gemiddelden. Een iets ander verhaal maar nog steeds positief klinkt vanuit de AXA Groep. In tegenstelling tot Janus Henderson zijn zij van mening dat kmo's wel last hebben van hoge rentetarieven. Exacte wetenschap moet men niet zoeken in de financiële wereld, zoveel is duidelijk. Hoe dan ook, de verwachte rentedaling kan dan wel een gunstige factor zijn: "Naarmate de rente begint te dalen en de algemene macro-economische situatie verbetert, zou de kapitaalstroom richting small caps moeten stijgen, in lijn met de toegenomen appetijt voor risico".Toch is het risico van small & mid caps in feite relatief, merkt AXA op. Op de aandelenmarkt wordt dit gemeten aan de hand van de volatiliteit, wat simpelweg betekent in welke mate een aandeel stijgt of daalt ten opzichte van het marktgemiddelde. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, was de volatiliteit van small caps de afgelopen 25 jaar nauwelijks hoger dan die van large caps, met als enige uitzondering de crash van de covidcrisis, begin 2020. AXA bevestigt ook dat small caps wat betreft winstgroei op lange termijn beter presteren dan grote bedrijven, wat natuurlijk essentieel is. Maar dat geldt niet voor de laatste drie jaar, met een sprong van 65% voor large caps tegenover van 47% voor kleine bedrijven. We hebben het dan over Europa als geheel.Maar kijken we naar de laatste vijf jaar, dan nemen kleine bedrijven weer de leiding (36,5% tegenover 32,6%) en in de laatste tien jaar zelfs nog meer. Met meer dan een verdubbeling tot 101,8% ligt die winstgroei bijna dubbel zo hoog als bij grote bedrijven, waar dit beperkt bleef tot 51,8%. Dat is een krachtig argument ten gunste van small caps! De voorwaarde is natuurlijk dat die goede resultaten ook weerspiegeld worden in de aandelenkoersen. Hier toont AXA een cijfer over 15 jaar, waardoor de vergelijking met het voorgaande helaas wat mank loopt. Hoe dan ook, tussen 2008 en 2023 boekten small caps een totale prestatie van 521%, vergeleken met 466% voor large caps, dus zowat 10% beter. Dat is geen enorme kloof, maar het gaat wel de goede kant op. In ieder geval, het belangrijkste argument op dit moment is niet zozeer dat small caps historisch gezien beter hebben gepresteerd, maar vooral dat ze de afgelopen twee jaar een serieuze achterstand hebben opgelopen en nu op weg lijken om die in te halen. Als gevolg daarvan zouden ze nu niet een beetje, maar veel beter kunnen presteren dan de grote jongens. Dit alles natuurlijk steeds in de voorwaardelijke wijs...