...

Tijdens zijn postdoctoraatsstudie aan de universiteit van Harvard, van 2015 tot 2017, heeft Alexandre Heeren zich beziggehouden met de grafentheorie, een onderzoeksmethode gebaseerd op wiskundige modellen. De onderzoeker beoogde hiermee na te gaan hoe twee geestesstoornissen in elkaar grijpen en een complex systeem vormen. "Eerst ging het om depressie en sociale angst", legt hij uit. "Daarna zijn daar andere aandoeningen, zoals posttraumatische stress, bijgekomen. Het onderzoek naar het gelijktijdig voorkomen van twee psychiatrische stoornissen is essentieel, want comorbiditeit is in dat domein geen uitzondering, maar de regel." Bij zijn terugkeer in België werd Alexandre Heeren professor aan de Faculteit Psychologie en Opvoedingswetenschappen van de UCLouvain. Hij stelde een eigen onderzoeksgroep samen. Hij zette onder andere in 2018 een studie op in samenwerking met het psychiatrisch ziekenhuis Beau Vallon in Namen, dat het doctoraatsonderzoek van Charlotte Coussement ondersteunde. Beide onderzoekers wilden weten hoe depressie en de gegeneraliseerde angststoornis met elkaar verweven zijn. Die twee aandoeningen komen vaak samen voor bij diagnosestelling in de psychiatrie. "Sommige klachten of symptomen zijn specifiek voor één van beide, maar andere klachten maken deel uit van de twee beelden, zoals agitatie, vermoeidheid, zelfgerapporteerde cognitieve stoornissen en slaapstoornissen. Dat vraag rijst welke van deze gemeenschappelijke klachten de belangrijkste rol speelt bij het feit dat ze vaak samen ontstaan en ook samen blijven bestaan." Om die vraag te beantwoorden stelden Alexandre Heeren en Charlotte Coussement een model op van de wederzijdse relaties tussen de klachten eigen aan beide aandoeningen, met behulp van statistische tools gebaseerd op de grafentheorie. De gegevens waren afkomstig van patiënten met tegelijk depressie en veralgemeende angst, en van personen uit de algemene bevolking. "Het is een beetje alsof je personen uit twee bevolkingsgroepen voorstelt door punten op een schema. Je trekt lijnen tussen de punten naargelang de relaties die de personen met elkaar onderhouden, niet alleen binnen één groep, maar ook van de ene groep naar de andere", aldus prof. Heeren. "Je ziet daarbij netwerken in beeld komen, maar je zal ook zien wie de belangrijkste rol speelt bij de uitwisselingen tussen beide bevolkingsgroepen." "Dat was ongeveer onze werkwijze, met dien verstande dat de personen binnen één groep vervangen werden door de symptomen van depressie, en de personen van de andere groep door de symptomen van gegeneraliseerde angst. Zo hebben we kunnen aantonen dat slaapstoornissen een belangrijke invloed hebben op de connecties tussen de symptomen van depressie en die van gegeneraliseerde angst. Slaapstoornissen staan dus centraal in de anxiodepressieve comorbiditeit." Die vaststelling verraste de onderzoekers: "We wisten natuurlijk dat de slaap een impact heeft op de mentale gezondheid. Depressieve en angstige mensen slapen moeilijk in en worden vroeg wakker. Maar toch dachten we oorspronkelijk dat aandachtstoornissen de spil zouden zijn, want deze stoornissen treden vaak op de voorgrond bij het onderzoek naar de mechanismen betrokken bij depressie en angst." "We hadden niet voorspeld dat ons algoritme slaapstoornissen zou aanduiden als het beslissende element in het ontstaan en de persistentie van de comorbiditeit die ons bezighield. In het licht van onze bevindingen mogen we stellen dat een angstige persoon met slaapstoornissen zeer waarschijnlijk depressieve symptomen zal ontwikkelen, en andersom." Deze resultaten verdienen bevestiging met behulp van verder onderzoek, dat verder het causale verband moet verklaren en aan het licht brengen welk soort slaapstoornissen het meeste gewicht in de schaal leggen. Prof. Heeren wil artsen ertoe aansporen slaapstoornissen te gaan beschouwen als een potentieel doelwit voor het beleid - een soort ingangspoort zowel bij de behandeling als bij de preventie van gelijktijdig voorkomen van depressie en angst. "Als een patiënt met tegelijk angst en depressie op het spreekuur komt, is het misschien nuttig dat de arts zich toespitst op de slaapstoornissen. Hij kan een slaapkuur voorschrijven, of een methode om de slaap beter te reguleren. Dit kan een uitgangspunt zijn om andere, klassiekere interventies in te zetten." "Voor angst en depressie afzonderlijk bestaan er een hele reeks klinische richtlijnen. Maar voor patiënten die beide tegelijk hebben, vindt men vrijwel niets, terwijl deze patiënten vaak geen goede respons op de medicatie ontwikkelen. Aandacht voor de slaap kan een nieuwe piste betekenen."