...
Zowat driekwart van de slaapduur bestaat uit non-REM-slaap. Die slaapfase omvat zelf drie stadia, die men kan onderscheiden op het EEG. Tijdens stadium 1 maken de snelle golven van de waaktoestand (alfa-ritme) plaats voor een tragere beweging (theta-golven). Stadium 2 wordt eveneens gekenmerkt door theta-golven, maar er verschijnen nu typische elementen op het tracé (slaapspoeltjes). Stadium 3 is het moment van de diepe slaap, vergezeld van trage delta-golven. De diepe slaap speelt een belangrijke rol bij het consolideren van wat kinderen en volwassenen tijdens de dag geleerd hebben. Genormeerd naar de slaapduur hebben kinderen echter meer diepe slaap dan volwassenen. Daarom gingen onderzoekers van de ULB na of men ook kan aantonen dat de leerprocessen tijdens de slaap doeltreffender worden opgeslagen bij kinderen dan bij volwassenen. Om hun hypothese te testen verzamelden de onderzoekers gegevens bij 30 kinderen tussen 7 en 12 jaar oud, en bij 34 volwassen in de leeftijdscategorie tussen 20 en 30 jaar. Ze beoordeelden hoe goed de deelnemers zich aangeleerde associaties konden herinneren. Dat gebeurde hetzij na een nacht slapen of een waakperiode, telkens met een even lange duur (ongeveer 11 uur)."Omdat we kinderen testten, moest de opdracht enigszins ludiek zijn", zegt prof. Charline Urbain (Neuroscience Institute en Faculteit Psychologie en Opvoedkunde, ULB). "Daarom brachten we geheel nieuwe, fictieve voorwerpen in beeld, waaraan magische krachten werden toegeschreven: het ene voorwerp kon een deur openen, het andere verbeterde spellingsfouten, enzovoort." "Sommige van de kinderen en de volwassenen doorliepen het initiële leerproces tijdens de voormiddag. Ze werden 's avonds, na een dag in waaktoestand, getest. Andere deelnemers leerden 's avonds en kregen hun test de volgende morgen na een nacht slaap, conform hun normale levensritme. We zorgden ervoor dat er geen vertekening optrad doordat sommige deelnemers beter uitgerust waren dan anderen. Dat deden we door controle aan de hand van vragenlijsten en analyses die de aandacht in kaart brachten." De resultaten bevestigden dat de slaap zowel bij volwassenen als bij kinderen een gunstige invloed heeft op leerprocessen. Nieuw is dit: men kon aantonen dat het effect bij kinderen sterker is dan bij volwassenen. Prof. Urbain: "Na een dag (in waaktoestand) zijn de geheugenprestaties vergelijkbaar bij kinderen en bij volwassenen. Beide groepen vergeten gegevens op dezelfde manier. Maar bij kinderen zijn de prestaties 's morgens, na een nacht slaap, beter dan bij volwassenen. In die setting vergeten de volwassenen gegevens, terwijl men mag zeggen dat kinderen de test feilloos afleggen. We concluderen daaruit dat de slaap een uitstekend middel is om bij kinderen de leerprocessen die zich hebben voltrokken tijdens de dag, te bekrachtigen." "Dit kan ermee te maken hebben dat kinderen proportioneel meer diepe slaap hebben dan volwassenen, rekening houdend met de slaapduur. Maar hier ontbreken bewijzen. Dat is de volgende stap in ons onderzoek. Aan de hand van beeldvormend onderzoek brengen we momenteel in kaart wat er gebeurt tijdens de diepe slaap bij kinderen, met of zonder leerstoornissen. Dat gaan we vergelijken met bevindingen bij volwassenen, om hoogte te krijgen van de impact van de hersenfuncties op het opslaan van informatie in het geheugen."Rekening houdend met deze resultaten vindt Charline Urbain dat we vastberaden moeten optreden tegenover kinderen die niet tijdig naar bed willen. Het komt er in eerste instantie op aan de ouders hiervoor te sensibiliseren. "Gezonde voeding is een goed begin. Kinderen moeten ook vermijden 's avonds voor een scherm te gaan zitten. Opvoeders moeten hen duidelijk maken dat slaap een zegen is. Op die manier bereidt men hen optimaal voor op de nacht en op een verkwikkende nachtrust. Daardoor helpt men niet alleen het doorsnee kind bij het optimaliseren van zijn leerprocessen. Mogelijk helpt men ook kinderen met aandachts-, leer- en/of taalstoornissen om hun achterstand in te halen." "Verscheidene studies leveren aanwijzingen op dat kinderen met andere aandoeningen, zoals epilepsie, tijdens hun slaap hersenactiviteit hebben die specifiek aan de ziekte gerelateerd is. Misschien ligt deze hersenactiviteit aan de basis van de leer- en geheugenstoornissen die men bij deze kinderen vaststelt." "Hoe dan ook, het is belangrijk de slaap niet te beschouwen als een tijdssegment waarbij de hersenen uitgeschakeld worden. Integendeel, tijdens de slaap vindt een intense neurofysiologische activiteit plaats, die ons helpt te leren."