...

Het aandeel 65-plussers zal tussen nu en 2050 met de helft toenemen, en het aandeel personen boven de 80 jaar zal verdubbelen. Een veilige en langdurige mobiliteit is een basisbehoefte. Daarom dient er meer aandacht besteed te worden aan wat de 'senior' aanbelangt, ook in het verkeer, stelt Vias.Het stijgende aandeel van ouderen in de bevolking is te zien in de ongevallenstatistieken: onder de dodelijke slachtoffers was in 2018 meer dan een op vijf 65 jaar of ouder. Het risico om dodelijk gewond te raken stijgt bij senioren, met name bij oudere fietsers en voetgangers. Meer dan de helft van de omgekomen senioren was een voetganger of een fietser. Volgens Vias institute is dit verhoogde risico vooral te verklaren door drie factoren: oudere personen zijn lichamelijk meer kwetsbaar, ze zijn minder geroutineerd doordat ze minder kilometers afleggen, en ze hebben vaker beperkingen door hun gezondheidstoestand.Uit analyses blijkt dat ouderen eerder zichzelf dan andere verkeersdeelnemers in gevaar brengen. Ze stellen minder risico gedrag zoals overdreven snelheid of gevaarlijke manoeuvers, en houden meer afstand. Volgens Vias kunnen heel wat problemen voorkomen worden door een verstandige keuze van route, plaats waar en tijdstip waarop men rijdt, en een voorzichtige en defensieve rijstijl.Met de stijgende levensverwachting neemt ook de prevalentie van dementie toe. Het aantal mensen met dementie zal als gevolg van de vergrijzing tegen 2060 verdubbeld zijn. De diagnose dementie betekent niet automatisch dat men rijongeschikt is. Het verkeersreglement stelt dat "elke bestuurder moet in staat zijn te sturen en de vereiste lichaamsgeschiktheid en de nodige kennis en vaardigheid bezitten. Hij moet steeds in staat zijn alle nodige rijbewegingen uit te voeren en voortdurend zijn voertuig of zijn dieren in de hand te houden."Het K.B. betreffende het rijbewijs van 23 maart 1998 verduidelijkt evenwel dat eender welke neurologische aandoening die aanleiding geeft tot een belangrijke afwijking in gedragingen, stoornissen in oordeels-, aanpassings-, of perceptievermogen, resulteert in rijongeschiktheid.Volgens Vias institute is de huisarts in eerste lijn het best geplaatst om de impact van dementie op de rijgeschiktheid te beoordelen. De huisarts kan bij twijfel doorverwijzen naar een neuroloog, geriater, of een andere specialist zoals een (neuro-)psychiater.Wanneer de rijgeschiktheidsbeslissing ook op dit niveau niet kan genomen worden, dient er doorverwezen te worden naar de derde lijn, met name het CARA (Centrum voor Rijgeschiktheid en Voertuigaanpassingen), waar een team van rijgeschiktheidsspecialisten de uiteindelijke beslissing zal nemen. Het CARA is wettelijk aangesteld om dergelijke rijgeschiktheidsbeslissingen te nemen, zowel in Vlaanderen, Brussel, als Wallonië. In Wallonië is ook het Agence Wallonne pour la Sécurité routière (AWSR) bevoegd om de rijgeschiktheid te beoordelen.