...

Springen vanaf een metershoge plank vereist lef en zelfvertrouwen. De adrenaline die vrijkomt na een geslaagde sprong is voor veel sporters dé reden om keer op keer de ladder van de springplank te beklimmen. Ook Deleu herkent dit gevoel: "Bij elke sprong voel je de spanning, terwijl je geconcentreerd op de plank boven het water staat. Voer je de beweging niet goed uit, dan kun je hard op het water terechtkomen, of nog erger; de springplank. Maar juist de combinatie van hoogte, snelheid en een perfect uitgevoerde sprong zonder spat geeft een enorme kick. Dat is precies wat me aantrok in deze sport." Die interesse voor schoonspringen bleek er bij de huisarts al van jongs af aan in te zitten. "Als kind zag ik mijn vader altijd een mooie duik maken van de springplank. Dus sprong ik tijdens vakanties ook altijd van rotsen en duiktorens bij het zwembad. Ik kon altijd wel iets vinden om vanaf te springen. Het zoeken van die kick zat er dus van kinds af aan al in. Maar ondanks mijn enthousiasme heeft het nog lang geduurd voordat ik me aansloot bij een vereniging." Het enthousiasme voor schoonspringen bleef jarenlang sluimeren. Ongeveer tien jaar geleden stuitte de huisarts toevallig op een affiche van de lokale schoonspringclub in Gent. "Ik deed er op dat moment nog niks mee, maar het bleef wel ergens in mijn achterhoofd hangen. Toen mijn vrouw later voor een project naar Ecuador ging besloot ik dat als zij iets 'zots' deed, ik ook het avontuur moest opzoeken. De schoonspringclub zat nog steeds in mijn achterhoofd en ik besloot me in te schrijven en begon op mijn 49ste met het beoefenen van de sport." Schoonspringen is geen conditioneel zware sport. Wél is het een sport die veel vraagt van de core, armen, benen en rug, omdat het uitvoeren van de bewegingen veel kracht vraagt. "In het begin ben je vooral bezig met leren je lichaam onder controle te krijgen. Je moet tegelijkertijd focussen op meerdere lichaamsdelen, terwijl je richting het water valt. Het vergt veel oefening om die coördinatie onder de knie te krijgen", zegt Deleu. "Vooruitgang boeken kost veel tijd, want je moet ook aan je lenigheid werken. In de zomer train ik soms op een trampoline, maar de meeste uren maak ik doorheen het jaar in het zwembad. In de mannen-volwassenencompetitie zijn we in België slechts met zo'n vijftien springers. We kennen elkaar goed; het voelt meer als een vriendengroep. Binnen de club noemen ze me met een knipoog de 'springdokter'." Het doel van schoonspringen is om tijdens een wedstrijd zoveel mogelijk punten te halen. Elke sprong wordt door vijf juryleden beoordeeld, waarbij de hoogste en laagste scores afvallen. De drie overgebleven scores worden vervolgens opgeteld en vermenigvuldigd met de moeilijkheidscoëfficiënt van de betreffende sprong. "Je kan als sporter dus kiezen om een makkelijke sprong perfect uit te voeren, of om juist een moeilijke sprong met een hoge coëfficiënt zo goed mogelijk uit te voeren. Éen goede sprong tijdens een wedstrijd maakt mijn dag al goed, dat gevoel is onbeschrijfelijk." Iedere springer heeft uiteraard een favoriete sprong die hij steeds verder wil perfectioneren. Voor Deleu is dat de 'binnenwaartse duik gebukt of gehurkt'. "Bij deze sprong sta ik met mijn rug naar het water, spring achteruit van de plank en duik vervolgens met mijn hoofd in de richting van de plank. Mentaal is dat een rare sprong, omdat je met je hoofd naar de plank beweegt", vertelt de huisarts. "Je kunt met je voeten of vingers de plank raken, wat schaafwonden of zelfs breuken kan veroorzaken. Gelukkig leidt een verkeerde landing in het water zelden tot serieuze blessures, al kan het behoorlijk pijnlijk zijn. Voor de landing is het belangrijk om je schouders en armen maximaal op te spannen, vooral bij sprongen vanaf grotere hoogtes. De impact op de schouders is dan enorm en vergroot de kans op blessures." Deleu: "Op dit moment experimenteer ik met dubbele salto's en extra schroeven om de moeilijkheidsgraad te verhogen. Het is een proces van voortdurend herhalen en bijschaven. De laatste indruk die de jury krijgt, is hoe je het water raakt; een cruciaal onderdeel van de sprong. De techniek bestaat uit het vormen van een "plankje" met je handen waarmee je een gat in het water slaat. In dat gat moet je ganse lichaam verdwijnen. Vervolgens moet je onder water je armen openen, zodat de meegenomen lucht opzij wordt geduwd. Als je dit perfect uitvoert, ontstaat er geen opspattend water. Dat geeft een geweldig gevoel en een enorme adrenalinekick", besluit Deleu.