Wat zijn kernelementen en -lessen in de samenwerking bij de ondersteuning van jongeren met complexe problemen? Die vraag stond centraal in een panelgesprek tussen verschillende zorg- en hulpverleners naar aanleiding van de boeklancering van 'Een thuis in de branding', over het leven van de meisjes in begeleidingstehuis Van Celst.
...
Afgelopen donderdag lanceerde auteur Geerdt Magiels, die regelmatig boeken recenseert voor Artsenkrant, zijn nieuwe boek 'Een thuis in de branding'. Het schetst het leven in begeleidingshuis Van Celst in Antwerpen, waar meisjes tussen 14 en 20 verblijven die tijdelijk rust en veiligheid nodig hebben in hun tumultueuze leven. Het gaat om meisjes met doorgaans een lange geschiedenis in de hulpverlening. Er zijn ernstige problemen thuis, op school, in contacten met anderen, met de politie of het gerecht. Eind 2013 legden de Universitaire Kinder- en Jeugdpsychiatrie van ZNA (UKJA) en Jeugdzorg Emmaüs Antwerpen de kiemen voor een innovatieve samenwerkingsvorm voor de meisjes die in Van Celst begeleid worden. In het kader van de boeklancering organiseerden Jeugdzorg Emmaüs en uitgeverij Witsand met de steun van Opgroeien afgelopen week een webinar. Tijdens het webinar stonden elke zorg- en hulpverleners stil bij de nood aan intense samenwerking tussen verschillende partners in de ondersteuning van jongeren met complexe problemen. Niet geheel verrassend bleek communicatie daarbij key. Die vertrekt voor een groot deel uit betrokkenheid. Zo drukte Herman Dams, jeugdrechter in Antwerpen, zijn appreciatie uit voor het feit dat bij Van Celst jeugdrechters ook als partner in hulpverlening worden gezien. "Doorgaans worden er grote ogen getrokken als een jeugdrechter aanwezig wil zijn bij een hulpverleningsoverleg. Bij Van Celst is er interactie en worden we uitgenodigd om mee te denken over een verder traject van een jongere." Bij wijkgezondheidscentrum Medisch Huis Colin in Wilrijk kunnen meisjes tijdens hun verblijf in Van Celst een huisarts consulteren. "Sommige meisjes zien we maar heel kort, anderen kennen we al jaren", vertelt dr. Aline De Keyser. "De afspraak is dat meisjes de huisartsen alleen consulteren voor somatische klachten, gezien dr. Corine Faché (kinder- en jeugdpsychiater in ZNA) zich ontfermt over het psychosomatische. Maar soms zijn beide moeilijk los te koppelen of is het niet duidelijk wat er aan de oorzaak ligt. Daarom sturen we na een consultatie onze bevindingen naar de andere partners in het netwerk. Om feedback te krijgen: zien jullie dit op dezelfde manier? Kunnen of moeten we iets anders proberen?""Samenwerking zou niet mogelijk zijn als we niet helder kunnen communiceren", benadrukt dr. De Keyser. "We vragen de meisjes die hier komen hun akkoord om informatie door te sturen naar de begeleiding, naar dokter Faché... Wil iemand dat echt niet, dan bekijken we samen de noodzaak om die informatie te delen. Er gaat immers veel informatie verloren als we die alleen via de patiënt terug laten keren naar Van Celst." In een netwerkorganisatie is het niet alleen belangrijk te communiceren over (veranderingen bij) patiënten/cliënten, maar ook over veranderingen bij een van de partners zelf, zo blijkt uit de tussenkomst van kinder- en jeugdpsychiater Corine Faché. "De andere partners worden niet per se meegenomen in die veranderingen, maar dat kan gevolgen hebben voor het gehele netwerk", zo stipte ze aan. "Belangrijk is dus om snel betrokken te worden in verandertrajecten. Vanuit de vraag: gaan we nog steeds dezelfde doelstelling kunnen bereiken? En hoe?" In het algemeen is het belangrijk dat partners "dezelfde taal" praten, opdat vertrouwen mogelijk is. Ook humor op tijd en stond is belangrijk, het geeft energie om het project samen te kunnen dragen.