Telewerken heeft zeker bijgedragen tot de bestrijding van de pandemie. Maar niet alle vormen van telewerken zijn even doeltreffend in het doorbreken van de 'epidemieketen'. Franse wetenschappers bestudeerden de verschillende opties.
...
De pandemie heeft de meeste landen gedwongen om maatregelen op te leggen die het contact op de werkplek beperken. Maar het is moeilijk om te achterhalen hoeveel besmettingen vermeden werden met thuiswerk, vooral omdat er verschillende soorten telewerken waren en zijn, afhankelijk van het land en de periode. In België ging het bijvoorbeeld van 'verplicht' naar 'sterk aanbevolen'.Wat is de beste methode? Gaat het hele team samen opnieuw aan het werk? Een half team? Dagelijks of wekelijks? Franse wetenschappers zochten het uit en publiceerden hun resultaten in PLOS Computational Biology. Ze ontwikkelden een simulatie om covid-19-uitbraken te analyseren in drie netwerken van contacten op een werkplek, in een basisschool en een middelbare school in Frankrijk. "Onze studie biedt een gedetailleerde analyse van de impact van strategieën voor contactbeperking op werkplekken, scholen en middelbare scholen, met name rotatiestrategieën, waarbij werknemers worden verdeeld in twee teams die elkaar dagelijks of wekelijks afwisselen. En aan-uit-strategieën, waarbij de hele groep perioden van normale werkinteracties afwisselt met volledig thuiswerken", aldus de auteurs van het onderzoek. "We modelleren de epidemieën door de meest opvallende kenmerken van het coronavirus op te nemen: super- verspreiders, infectieuze asymptomatische individuen en presymptomatische infectieuze perioden. Onze studie levert duidelijke resultaten op: de rang- schikking van strategieën, gebaseerd op hun vermogen om de verspreiding van de epidemie te verminderen vanaf een eerste geval, is hetzelfde voor alle netwerken (werkplek, basisschool en middelbare school). Namelijk van best naar slechtst: weekrotatie, dagrotatie, aan-uit-week en aan-uit-dag." "Bovendien", zegt co-auteur Simon Mauras, doctoransus bij het Irif, het Franse onderzoeksinstituut voor fun- damentele informatica, "tonen onze resultaten aan dat onder een bepaalde drempel voor het aantal lokale reproducties binnen het netwerk (<1.52 voor basisscholen, <1.30 voor de werkplek, <1.38 voor de middelbare school en <1.55 voor een willekeurig netwerk), de vier strategieën de epidemie doeltreffend controleren door het aantal effectieve lokale reproducties te verminderen tot R0 <1." Voor professor Nathan Clumeck, eredirecteur van de afdeling Infectie-ziekten van het UMC Sint-Pieter (ULB), is deze studie interessant omdat ze verschillende benaderingen vergelijkt. "Maar het onderzoek heeft de beperkingen van modellen die worden bepaald door de geïntroduceerde variabelen. In het geval van professionele activiteiten zou het interessant zijn geweest om de variabele 'beschermende maatregelen', met name ventilatie en luchtkwaliteitscontrole in gesloten ruimten, op te nemen." De professor voegt eraan toe dat een andere variabele het psychologisch welzijn is en het belang van sociale contacten op het werk. "De moeilijkheid is om de juiste balans te vinden tussen overwegend telewerk, met de mogelijke psychosociale gevolgen en werken op de werkplek met het risico van een verhoogde overdracht." De rotatie houdt in dat persoon A nooit face-to-face met persoon B zal werken. Om het aantal interpersoonlijke contacten en zo de kans op verspreiding te verminderen is dit ideaal. Maar dat houdt in dat soms maandenlang samenwerkingen en contacten verstoord worden, terwijl men het risico loopt om veel meer te moeten omgaan met een collega die men voorheen liever vermeed. Om in bepaalde bedrijven permanenties te verzekeren, moeten kleine hechte teams opgebroken worden. Een heus hoofdbreken voor HR. Dit onderzoek komt op het juiste moment omdat België, net als andere buurlanden, de verplichting tot telewerken heeft gewijzigd in een 'sterke aanbeveling'. Binnen de Nationale Arbeidsraad zijn onderhandelingen gaande waarbij gezondheid en welzijn centraal staan. Maar op heel wat vragen is er nog geen antwoord. De werknemer moet bijvoorbeeld thuis over een geschikte werkplek kunnen beschikken, een ergonomische stoel, een tweede computerscherm, een geschikt toetsenbord, enz. Verder is er nog het 'recht op deconnectie', zeker als men weet dat het aantal werkuren tijdens de lockdowns toenam. Er is ook de netelige vraag hoe de kosten verbonden aan telewerken moeten worden gedekt. Want ook na het einde van de pandemie blijft telewerken een essentieel onderdeel van het bedrijfsleven. Uit een onderzoek blijkt dat 42% van de werkgevers dat zal toestaan. Voor de crisis was dat slechts 27%. Zes op de tien werknemers willen op een of andere manier blijven telewerken. Maar 16,5% wil nooit meer thuis werken... "De afgelopen maanden hebben sommige bedrijven al duidelijke lijnen uitgezet. Elke ondernemer heeft specifieke argumenten om het een of het ander te benadrukken - en om meer of minder vrijheid toe te staan. Maar we zijn ons er allemaal van bewust dat de werkorganisatie zoals we die tijdens de coronacrisis hebben ervaren niet het nieuwe normaal kan worden", zegt Pieter Timmermans, CEO van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO). "Een duurzaam telewerkbeleid hangt af van de inhoud van de job en is gebaseerd op autonomie en wederzijds vertrouwen, zowel aan de werknemers- als aan de werkgeverskant."