...

Het gebeurt niet vaak dat een Europees centrum zich het hoofd artikel toemeet in Anesthesiology, het meest prestigieuze blad voor anesthesisten wereldwijd, glundert prof. Luc Barvais, diensthoofd cardiothoracale anesthesie aan het Erasmusziekenhuis in Brussel. "Ons ziekenhuis heeft dat gepresteerd. De cover van het nummer verwijst naar de publicatie van onze studie. We hebben aangetoond dat drie autonome robots nuttig zijn om tijdens zware heelkunde bij oudere patiënten de vitale parameters te bewaken." (1)"Robots met feedbacksystemen worden al enige tijd ontwikkeld. We hebben een robot die de dosis van de anesthetica aanpast naargelang de schommelingen van parameters op het encefalogram. Daarnaast hebben we samen met Amerikaanse collega's een robot ontworpen die de schommelingen van de arteriële bloeddruk registreert naargelang het ademritme en de variaties van het slagvolume bij iedere systole. Die laatste parameter is belangrijk om zicht te krijgen op het bloedvolume. De robot dient intraveneus vocht toe op basis van fysiologische noden en vochtverlies. Ten slotte is er ook een systeem dat het beademingstoestel afstelt aan de hand van de CO2 in de uitgeademde lucht."De robots werken zelfstandig en reageren sneller dan een mens. Ze kunnen ook een hoger aantal interventies aan. "Dankzij de robots hoeft de anesthesist niet doorlopend handmatig het debiet van de toestellen bij te sturen. Daardoor heeft hij tijd om de patiënt in zijn globaliteit te bewaken. Meteen kan hij ook andere dingen doen, zoals een oogje houden op de peroperatieve hartechografie."In 2016 publiceerde het team al een studie over twee robots die voor het eerst simultaan werden ingezet tijdens een langdurige interventie. (2) De huidige studie, onder leiding van prof. Barvais en dr. Alexandre Joosten, werd uitgevoerd bij patiënten ouder dan 60 jaar die zware heelkunde kregen. In één groep patiënten (n=44) werden de anesthesisten bijgestaan door drie onafhankelijke robots. In de controlegroep (n=43) gingen ze op de klassieke manier te werk.De robots bewaakten onophoudelijk de parameters van de patiënt en optimaliseerden ogenblikkelijk de dosis van de anesthetica, de beademing en de injectie van intraveneus vocht. De onderzoekers beoordeelden het cognitieve functioneren vóór en na de ingreep.Wat stelden ze vast? Na een week en na drie maanden bestond er in de groep met de robots geen cognitief deficit, in tegenstelling tot wat men zag in de groep met de handmatige controle, waar de patiënten een afname van de cognitieve score hadden."In de groep met de robots bleven de ECG-parameters, het hartdebiet, de schommelingen van het slagvolume en de beademing veel nauwkeuriger binnen het normale bereik, met een zeer stabiel patroon, dan in de groep die onder controle van de anesthesist stond", lichten de auteurs toe. "Mogelijk reageert de anesthesist niet snel genoeg omdat hij met allerlei taken tegelijk bezig moet zijn." Uit de studie kan men evenwel geen conclusies trekken over de relatieve bijdrage van iedere robot aan de cognitieve recuperatie.Luc Barvais hoopt dat Belgische, Europese en Amerikaanse wetenschappelijke verenigingen er de anesthesisten en fabrikanten van monitoringapparatuur zullen toe aansporen om robotsystemen of systemen voor automatische feedback in hun uitrusting op te nemen. "Momenteel zijn die robots onderzoeksapparatuur die wordt ontwikkeld door universiteiten. Ze zijn nog niet in de handel beschikbaar."Als dit soort apparatuur eenmaal het operatiekwartier bereikt, moeten anesthesisten opgeleid worden om ze te gebruiken. Maar net zoals vliegtuigpiloten moeten ze zich ook uit de slag kunnen trekken zonder de apparatuur.Eind februari werd prof. Barvais op het internationaal congres van EuroSIVA (European Society of Intravenous Anesthesiology) gehuldigd voor het geheel van zijn carrière. Verschillende lezingen gingen over de robots.De Brusselse anesthesist sloot het congres af met de lezing 'We still need a pilote': "Die robots zijn een hulpmiddel, maar ze kunnen niet anticiperen op hoe de ingreep verloopt. Er zal altijd een arts nodig zijn om de situatie te overzien en in te grijpen. Robots kunnen anesthesisten niet vervangen. We hebben nog altijd een piloot aan het stuur nodig."Verschillende nieuwe ontwikkelingen worden in het vooruitzicht gesteld, zoals onderzoek rond het effect van deze innovatieve werkwijze bij kwetsbare patiënten en de impact op andere complicaties dan cognitieve deficits. Men zal ook proberen om de verschillende robots niet elk apart, maar gecoördineerd te doen werken. "De anesthesiologie is tijdens de jongste 30 jaar grondig veranderd", concludeert prof. Barvais. "Tegenwoordig past men anesthesie toe bij kwetsbare ouderen, voor transplantatie of zware ingrepen. Hartchirurgie bij patiënten van 90 jaar raakt stilaan ingeburgerd."