...

Schrijver en acteur Peter De Graef (°1958) maakt deel uit van een generatie theatermakers voor wie boodschap lange tijd een vies woord was, als reactie op het zogenaamde vormingstheater dat hen voorafging. De Graef stond hier anders tegenover. Hij maakte vooral naam met zelfgeschreven monologen waarin hij de levenslessen niet schuwt, zoals Stanley (2011) en Rudy (2014) met Muziektheater De Kolonie.Voor wie De Graefs werk een beetje kent, zal het boek Wie ben ik? (met als ondertitel: En gij?) vertrouwd overkomen. Soms klinkt het effectief alsof je in een nieuwe theatervoorstelling van zijn hand bent terechtgekomen. Met verhalende anekdotes en heerlijk gevatte zinnen als: "Hoewel we geneigd zijn te denken dat alleen sommige voetbaltrainers een ego hebben, hebben we er allemaal een." Het verschil is echter dat in Wie ben ik? Peter De Graef zelf aan het woord is. Puur en onversneden. Op ruim 100 pagina's gaat De Graef in op de thema's ego en identiteit. De Graefs stelling luidt dat onze identiteit een constructie is waarin we zelf zijn gaan geloven. Op zoek naar bevestiging zet elk van ons een dynamiek in gang waarvan de gevolgen haast niet meer te overzien zijn. "Die onstilbare honger naar bevestiging van onze identiteit heeft een economische dictatuur geschapen", schrijft De Graef, "die de planeet dreigt te verstikken en onszelf via burn-out tot suïcide drijft."De Graef beperkt zich niet tot ver- manende woorden. Hij reikt ook een oplossing aan, namelijk loskomen van de rollen die wij allen spelen, en oog hebben voor het wezen in ons, "het wezen dat voornamelijk 'is', zoals de bomen en de slak". De Graef is hierin overigens niet pessimistisch. Het valt hem bijvoorbeeld op dat de jongste generatie hier al veel meer toe in staat is. Zoals in zijn theaterwerk, put De Graef in Wie ben ik? inspiratie uit hindoeïsme en boeddhisme. Ook bij de medische wetenschap - en met name de perceptie daarvan door de patiënt - staat hij en passant even stil.De Graefs boek is een bron om je aan te laven. Het stemt tot nadenken - ook al is De Graef ervan overtuigd dat de ratio in het westen al meer dan voldoende wordt gevoed.