In het westen van Tsjechië, in het hart van Bohemen, ligt een streek met oude kastelen en een rijke traditie in architectuur maar ook medische praktijken, met gerenommeerde kuuroorden.
...
In de magische driehoek tussen Karlovy Vary, Mariánské Lázn? en Franti?kovy Lázn? bevinden zich tal van thermale bronnen, ontsproten uit oude vulkanen. Ze staan bekend om hun heilzame werking en werden eeuwen geleden al gebruikt door Europese vorsten en andere beroemdheden. Deze plaatsen waar de jetset van weleer kwam kuren droegen toen andere namen: Karlsbad, Marienbad en Franzensbad, want ze maakten nog deel uit van het Oostenrijks-Hongaarse rijk en de Sudetenregio. Van dit drietal klinkt Mariánské Lázn? het vertrouwdst in de oren, met dank aan 'L'année dernière à Marienbad', de iconische nouvelle- vaguefilm van Alain Resnais uit de jaren '60. Deze stad werd als het ware uit de grond gestampt in het begin van de 19de eeuw, toen dr. Joseph Nehr de bronnen ontdekte, en telt vandaag 13.000 inwoners. Ze ligt op 600 meter hoogte, met een subalpien klimaat dat als één van de zuiverste ter wereld wordt beschouwd, zo vertelt ons hoofdarts dr. Markéta Hovorkova. Het stadje is omgeven met uitgestrekte bossen van vooral dennen. Dat is een overblijfsel uit het tijdperk van de communisten, die tegelijk dit bourgeois juweeltje onaangetast lieten. Ja, zelfs kosmonaut Joeri Gagarin kwam hier op kuur. Na de onafhankelijkheid van Tsjechië brak er een nieuwe bloeiperiode aan, met nog steeds de bronnen als belangrijkste trekpleister: veertig in de stad en haar hotels, en nog eens zestig in de omgeving. (lees het kaderstuk)De hotelketen Ensana baat hier vier historische hotels uit, met vier en vijf sterren. Ze werden grondig gemoderniseerd, maar met behoud van hun ouderwetse charme. Elk hotel biedt een scala aan behandelingen en thermale baden aan, met zwembaden die verbonden zijn door lange elegante binnenwandelgangen. Net als haar twee Tsjechische zustersteden maakt Mariánské Lázn? deel uit van een selecte groep van prestigieuze kuuroorden, zoals Spa, Vichy of Baden-Baden, die allemaal zijn opgenomen in de Werelderfgoedlijst van de Unesco. Natuurlijk kwamen de Habsburgse keizers hier over de vloer voor een 'thuismatch', maar onder de buitenlandse gasten kunnen we ook Edward VII, Goethe, Pierre de Coubertin, Mark Twain, Edison, Chopin en Kafka vernoemen, die hier allemaal in dit peperkoeken stadje kwamen genieten van de serene omgeving, de zuivere lucht en de weldadige bronnen. Op een half uur rijden van Mariánské Lázn? ligt Karlovy Vary, het oude Karlsbad, dat zijn naam dankt aan de beroemdste koning van Tsjechië, Karel IV van Bohemen. Hij is de stichter van deze stad, die ingesloten ligt in de vallei van de rivier Teplá. In tegenstelling tot in Marienbad vindt u hier vooral heetwaterbronnen (het water komt bij 73°C uit de grond). De stad Karlovy Vary telt 12 toegankelijke bronnen van verschillende temperaturen die voor uiteenlopende therapieën worden gebruikt (drie ervan zijn koudwaterbronnen, en in totaal zijn er 81 in en rond de stad). Langs de rivier prijken gebouwen in neoklassieke en art-nouveaustijl en schitterende hotels zoals het prestigieuze Pupp Hotel. Deze stad met 50.000 inwoners pronkt ook met vijf goed bewaarde colonnades, neoklassieke overdekte wandelgalerijen. In één van die colonnades kan je zelfs een geiser in volle actie zien, met het vulkanische water dat 12 meter hoog opspuit. Tegelijk heeft ook de brutalistische bouwstijl van het communisme hier en daar zijn sporen nagelaten, met bijvoorbeeld een imposant kuurhotel in de stijl van Oost-Duitsland of Ceau?escu. De keizerlijke baden uit 1895 boven de oude stad zijn onlangs volledig gerestaureerd. In de gymzaal van het complex, die eruitziet als een balzaal en versierd is met monumentale schilderijen, stonden destijds de oefenmachines van de Zweedse arts Gustav Zander, één van de grondleggers van de mechanotherapie. Een bord vermeldt de beroemde bezoekers die naar het oudste en grootste van de drie Boheemse kuursteden afzakten om het heilzame water te ontdekken: Karl Marx, Richard Wagner, Brahms, Gogol, Schiller, Keizer Wilhelm, Bismarck... De genezende eigenschappen van het water zijn bewezen, zo vertelt Angela Frankova, de verantwoordelijke arts van het Imperial Hotel. Dit is nog zo'n indrukwekkende art-nouveaukolos die uitkijkt over de oude stad. Ze benadrukt dat in de thermen van Karlovy Vary verschillende ziektes behandeld worden: spijsverterings- en stofwisselingsstoornissen en locomotorische problemen, in combinatie met het regelmatig drinken van het zuiverende water. Elk hotel in deze stad, die wat levendiger en toeristischer is dan Mariánské Lázn?, heeft zo zijn eigen wellness. De geest ontspannen maakt zeker deel uit van het kuren, maar wie ook houdt van shopping en culturele activiteiten (zoals het bekende filmfestival, sinds 1966) kiest best voor Karlovy Vary, terwijl de rustzoekers eerder voor Mariánské Lázn? opteren. En wie niet kan kiezen heeft nog een derde optie: het kleine en jongste kuuroord van de streek: Franti?kovy Lázn?. U kunt vele wandelingen maken rond Mariánské Lázn? en in de omliggende bossen (de hoogste top van 900 meter is makkelijk te bereiken), maar het natuurreservaat Kladská biedt het mooiste panorama. Het is gelegen op een plateau rond een meer, waarin het heidelandschap en dennenbossen weerspiegelen in het water. Maak een vaartochtje of loop rond het meer op een houten vlonderpad. In Kynžvart bevindt zich de zomer- residentie van Metternich, al sinds 1623 in familiaal bezit. Deze kanselier van de Oostenrijks-Hongaarse keizer versloeg Napoleon en speelde een grote rol op het Congres van Wenen. Een groot deel van zijn leven bracht hij door in dit mega landhuis in klassieke stijl. Het kasteel is gedecoreerd met de diplomatieke geschenken (Empire-meubels, Egyptische sarcofagen, ...), die de kanselier gedurende zijn lange carrière ontving. U kunt een bezoek brengen aan de eetzaal, die is ingericht om het bezoek van keizer Ferdinand I van Oostenrijk in 1835 te herdenken, en de bibliotheek met 25.000 waardevolle boeken. Op dertig minuten van Mariánské Lázn? ligt het prachtige dorp Be?ov nad Teplou, met een kasteel met zowel middeleeuwse als renaissance-architectuur. Het ligt op een rotsachtige uitloper die uitkijkt over het dorp met kleurrijke huizen, soms in vakwerk zoals in de Elzas. In het kasteel bevindt zich de reliekhouder van Sint-Maurus, waar een onwaarschijnlijk verhaal aan verbonden is. Deze relikwieënkast behoorde toe aan de abdij van Florennes en werd in 1838 gekocht door hertog Alfred de Beaufort-Spontin, wiens familie uit Namen kwam maar in 1813 het kasteel in het Boheemse Be?ov had gekocht. Het schrijn in Maaslandse stijl, bezet met edelstenen, werd naar daar overgebracht, wat tot een betwisting leidde tussen Oostenrijk-Hongarije en België. De kwestie werd beslecht in het begin van de vorige eeuw, maar toen de nazi's in 1938 Tsjecho-Slowakije binnenvielen verstopte de kasteelheer de reliekhouder onder de vloer van de kapel. Na de oorlog werd hij uit het land gezet omdat hij van Sudeten-Duitse afkomst was. Pas meer dan veertig jaar later herontdekten communisten het schrijn. De familie Beaufort-Spontin kreeg het niet terug, in tegendeel: het groeide uit tot één van de nationale schatten van Tsjechië, zoals uitgelegd in een didactische tentoonstelling met een prachtige hedendaagse scenografie.