...

De tentoonstelling begint spectaculair met enkele werkjes die Picasso schilderde als adolescent, zo onder meer een scene van een veldslag tussen Franse en Spaanse soldaten. Picasso was amper 14 toen hij dit tafereel met olie uitwerkte. De gruwel van het gevecht spat van het doek. Doorheen de tentoonstelling zien we dat oorlog een rode draad vormt in het oeuvre van de Spaanse grootmeester, met als apocalyptisch hoogtepunt Guernica, geschilderd na het bombardement op het Baskische stadje. Niet alleen het geweld fascineerde Picasso, maar ook en vooral het lijden achter de schermen, van de moeders wier kinderen het leven lieten bijvoorbeeld.Doorheen de tentoonstelling krijgen we bovendien een les in de stijlevolutie van Picasso: van zijn klassieke vorming naar zijn blauwe en roze periode, van het kubisme naar een terugkeer van de figuratie, daarbij gebruik makend van alle zoveel verschillende kunstdisciplines: de tekening en de gravure, olieverfschilderijen, bronzen sculpturen, assemblages, keramiek...Bovendien is de tentoonstelling flink gedocumenteerd met brieven en foto's van Picasso, met affiches en artikels in kranten en tijdschriften, met voorwerpen... Het enige positieve aan oorlog is dat hij ooit in vrede uitmondt. Oorlog en vrede vormen twee rode draden in het oeuvre van Picasso. Met als hoogtepunt het meesterwerk La Chute d'Icare dat Picasso in 1958 vervaardigde voor de zetel van de Unesco.Een uitzonderlijke tentoonstelling met een historische ondertoon.