In samenwerking met Jong Domus lanceert Laurens De Boeck, een jonge huisarts uit Gent, een petitie om komaf te maken met ziektebriefjes van korte duur. De afschaffing levert volgens hem niet enkel een besparing en een verminderde werkdruk voor huisartsen op, maar het ziektebriefje zelf is ook deontologisch op drijfzand gebouwd.
...
Hoewel er eigenlijk geen enkele periode van het jaar is die in een huisartsenpraktijk als rustig kan worden omschreven, staat toch vooral deze periode bekend als enorm druk. Een van de redenen waarom huisartsen in de herfst- en wintermaanden zo vaak worden gesolliciteerd door patiënten, zijn de ziektebriefjes voor korte duur. Maar liefst drie miljoen consultaties vinden er jaarlijks plaats voor het attesteren van de eerste drie dagen ziekte. "Het is berekend dat deze ziektebriefjes de samenleving jaarlijks meer dan 60 miljoen euro kosten", zegt Laurens De Boeck. "Terwijl de overheid wil besparen, stellen we vast dat er een kloof gaapt tussen de overwerkte huisartsen en de besparingsmaatregelen die nu in sneltempo worden opgelegd. En dat terwijl het afschaffen van de ziektebriefjes een concrete besparing oplevert. Een besparing die gedragen wordt door veel huisartsen én de toegang tot de zorg verbetert voor patiënten. De controle op al dan niet (on)terechte afwezigheid is de taak van een controlearts in opdracht van de werkgever, niet van de huisarts op kosten van de samenleving." De Boeck verwijst naar buitenlandse voorbeelden waar ziektebriefjes voor de eerste dagen niet bestaan. "Wat lukt in Noorwegen, Zweden, Nederland en het Verenigd Koninkrijk, kan ook hier. Acerta berekende dat het eerste anderhalf jaar na het afschaffen van het ziektebriefje voor één dag het kortverzuim daalde. Intussen steeg het weer een beetje, wat vooral aantoont dat het niet enkel afhangt van een attest. Ook andere studies, in binnen- en buitenland, suggereren dat de aan- of afwezigheid van ziektebriefjes slechts een beperkte impact hebben op de totale afwezigheden. Het ziekteverzuim, ook het langdurige, hangt vooral af van de arbeidscultuur, het preventiebeleid en het welzijn op het werk." Het afschaffen van het ziektebriefje voor korte duur zal de patiënt ten goede komen, meent De Boeck. "Zien we veel patiënten om een attest op te maken, dan kunnen we andere patiënten niet behandelen. Het is niet te verantwoorden dat iemand niet terecht kan bij de huisarts omdat diens agenda gevuld is met mensen die moeten langskomen om een ziektebriefje te halen. Ook wanneer de ziektebriefjes verdwijnen kan elke patiënt die een huisarts wil spreken of ongerust is uiteraard nog steeds terecht, ook in de eerste ziektedagen. De patiënt zal met de afschaffing van de attesten zelfs sneller terechtkunnen dan vandaag het geval is." In Nederland is de KNMG erg duidelijk in haar advies over ziektebriefjes. Die mogen in geen geval door de huisarts van een patiënt worden afgeleverd, maar moeten steeds afkomstig zijn van een onafhankelijke arts. "Bij het opmaken van een ziektebriefje beantwoordt de huisarts eigenlijk een vraag van de werkgever. De huisarts neemt dan een positie in die in conflict is met deze van behandelend arts. Het is als het ware zeggen dat iemands boekhouder tevens diens belastingcontroleur is. Dat zou niemand - terecht - aanvaarden. De Orde van Artsen doet in haar adviezen hierover tegenstrijdige uitspraken. Ik heb de Orde hierover aangesproken, maar voorlopig volgen ze me niet in mijn redenering. Ik mag me wel verwachten aan een uitnodiging van de huisartsencommissie om mijn standpunt uiteen te zetten."