Misschien wel dé tentoonstelling van deze zomer is de dubbelexpo van Oostendenaar Peter Depelchin op twee locaties, het Rops Museum in Namen en het Château de Thozée, het vroegere landgoed van Rops, zo'n 30 kilometer daar vandaan. Sedert 2022 is het kasteel opengesteld voor exposities en residenties van kunstenaars. Ga voor een dubbelbezoek.
...
Peter Depelchin (1985) is Oostendenaar en verhuist na deze expo naar New York waar zijn Italiaanse echtgenote een van de curatoren is van het befaamde Metropolitan Museum, kortweg Met. Peter is een hoogst aimabele man, maar eens in zijn atelier ontpopt hij zich tot een ware Pan. De Griekse godheid is dan ook de link die zijn oeuvre koppelt aan dat van Félicien Rops.Wees voorbereid! Depelchin zou zijn 'meester' Félicien Rops misschien wel laten blozen wanneer die zijn werk zou aanschouwen. Bij Depelchin viert de god Pan alle teugels. Maar er zit meer achter, veel meer dan louter en alleen een brok ongeremde erotische verbeelding.Depelchin put uit de verhalen van de mythologie en duikt in de kunstgeschiedenis om zijn punt te maken. Neem de tijd om zijn werk grondig te lezen. Je zal tal van verwijzingen vinden: naar de klassieke Oudheid, Pompeï, naar Van Eyck, Rubens, Jordaens, naar Botticelli, Michelangelo en andere meesters van het Italiaanse Rinascimento, naar Bosch en de Vlaamse wandtapijtkunst, naar het Venetiaanse carnaval, naar Munch en Schiele, naar Picasso, Khnopff, Ensor en - uiteraard - naar Félicien Rops wiens museum in Namen hij tijdelijk ingenomen heeft. Het sleutelwerk van de expo in Namen is getiteld Hortus Conclusus, wat zoveel betekent als Jardin Clos en wellicht verwijst het naar het Maison Close, het oord van ontucht waar alle remmen los gaan. Goden, mensen, dieren, planten vormen in de Hortus Conclusus één panopticum waar geleefd wordt volgens het darwinistische principe 'De natuur is niet wreed maar meedogenloos onverschillig'. Het werk getuigt bovendien van het meesterschap als tekenaar dat Depelchin mag worden toegeschreven. Depelchin wisselt grote formaten af met kleiner werk. Hij leent ook enkele werken van andere artiesten waar hij dan mee aan de slag gaat: Saterkoppen van Tiepolo, een gravure die een Bacchanale voorstelt, naar een werk van Rubens, een beeldhouwwerk Tête de Faune van Jean Carriès en een schitterend werk van Jordaens, De sater en Pan dat Depelchin inspireert tot hedendaagse ensceneringen: een tekening in het Musée Rops en twee screenshots uit filmopnames in het Château de Thozée. Wat Depelchin nog gemeen heeft met Rops, los van de erotische thematiek van zijn werk, is zijn toetreding tot het symbolisme. Sommige werken getuigen van een horror vacui, maar soms zal hij één tafereel grotesk uitvergroten zodat het aan kracht wint. In het Château de Thozée gaat Depelchin anders te werk. Zoals dat in een weekendhuis hoort, is hij er met enkele bevriende kunstenaars en gelijkgestemde zielen voor enkele dagen gaan logeren, en hebben ze lol gemaakt maar ook samen gewerkt rond de thematiek van de god Pan.Dat levert hoogst originele kunstwerken op: een videofilm, geïnspireerd op Griekse vazen, met twee danseressen verkleed als Pan; een serie maskers in keramiek, geïnspireerd op een werk van Tiepolo; filmbeelden van een tableau vivant naar het werk van Jordaens en meer van dat. Uiterst geslaagd in het decor van dat kasteel.Depelchin is een man van Oostende en dan denk je automatisch aan de maskers van Ensor, maar ook de hybride figuren van Jan Fabre en Koen Van Mechelen zijn niet ver weg in zijn oeuvre. Als rode draad in zijn werk noemt Peter Depelchin "de hybriditeit en metamorfose die in ieder van ons sluimeren, soms goed verborgen in de diepste uithoeken van ons wezen". Interessant!