...
Wat zou u - met de kennis van vandaag - anders aanpakken in de strijd tegen covid-19?Ik maakte van de kerstvakantie gebruik om het boek Nexus van Yuval Noah Harari te lezen. Hij heeft het over de evolutie van informatienetwerken en -technologieën, en wat dat doet met de samenleving, maar ook met de manier van besturen en aan politiek doen. Volgens Harari onderschatten we nog steeds de impact hiervan. Ook artificiële intelligentie verandert trouwens volgens hem de manier waarop de samenleving functioneert en bestuurd kan worden. Tijdens corona waren we er ons te weinig van bewust dat er naast de reële wereld met de klassieke media, ook een virtuele wereld was met sociale media. Daar gebeurt veel dat invloed heeft op de marges die wij hebben om beleid te voeren en op de efficiëntie van ons beleid. Sociale media hebben veel impact op hoe mensen geïnformeerd worden, en hoe ze al dan niet gevolg geven aan bepaalde aanbevelingen of beslissingen. We hebben dat totaal onderschat en waren daar absoluut niet op voorbereid. Dat gold overigens niet enkel voor ons land. Communicatie was bij het crisis- beheer van in het begin een pijnpunt. De politieke communicatie verliep moeizaam, maar verbeterde wel met de nieuwe regering. Maar al bij al bleef het redelijk klassiek. We probeerden via persconferenties en rapporten te communiceren en onderhielden goede contacten met de klassieke media, maar slaagden er via deze kanalen niet steeds in om mensen te motiveren zich aan bepaalde maatregelen te houden, zich te laten vaccineren of te laten testen. We slaagden er niet altijd in een draagvlak te creëren. Er was echter geen beleid voor sociale media. We konden daar het verhaal van het crisisbeheer niet brengen of uitleggen wat we deden en waarom en hadden bovendien geen middelen om te reageren op de desinformatie die er circuleerde. Dat is een belangrijke les: we moeten werk maken van de manier waarop we in het kader van een crisis communiceren met de bevolking. Je moet met dezelfde wapens kunnen strijden. Daar zijn we absoluut niet klaar voor. Zijn er naast de communicatie nog zaken die we anders hadden moeten aanpakken?Bij globaal crisisbeheer is het belangrijk snel een regisseur aan te duiden. Die les is intussen wel geleerd, zoals we zien met de aanstelling van de drugscommissaris. Aanvankelijk zette het beleid sterk in op de adviezen van de experten die actief zijn in epidemiologie, infectiologie en volksgezondheid. Dat moesten we tijdens de crisis verbreden. We zijn aan tafel gaan zitten met experten met een psychologische of sociaal-psychologische invalshoek. Multidisciplinariteit is erg belangrijk tijdens zo'n crisis. We zijn daar, met scha en schande, in geëvolueerd.Beschikte het Belgische gezondheidszorgsysteem over troeven tijdens de pandemie? Ik kan dat eenvoudig samenvatten. We konden kapitaliseren op alles wat goed werkte voor de crisis, op alle sterke punten die voor de crisis bestonden. We botsten daarentegen op alle verbeterpunten die we al kenden uit bestaande rapporten zoals het performantierapport van het KCE, de gezondheidsenquête of meerdere OESO-rapporten. Dat toont nogmaals aan dat je het dak moet repareren wanneer de zon schijnt en niet wanneer het regent. Een grote troef was de flexibiliteit van ons gezondheidszorgsysteem, zowel van zorgverstrekkers als van ziekenhuisbeheerders die snel wisten te schakelen. De ziekenhuizen hebben zich, onder de regie van de overheid, heel snel hervormd. In de eerste lijn maakten we met de huisartsen triagecentra, die nadien overgingen in vaccinatiecentra.Ook de ziekteverzekering was flexibel, met nieuwe financieringssystemen. Over teleconsultaties werd al jaren gesproken. Plots was er de covid- pandemie en werd het met bijzondere wetten en besluiten meteen ingevoerd. Welke zwakheden betekenden een rem tijdens de pandemie? Ik zie drie grote zwakheden. Ten eerste de gebrekkige aandacht voor alles wat te maken heeft met gezonde levensstijl en preventie. Als we in januari, februari 2020 niet enkel maatregelen hadden genomen om de verspreiding van het virus tegen te gaan, maar ook een groot project hadden opgestart om de gezondheid van mensen te verbeteren, zou het effect gigantisch zijn geweest. Een tweede zwakte is de fragmentatie van ons systeem. Voor de ziekenhuizen beschikten we over noodplannen, maar alleen op ziekenhuisniveau. Het Hospital & Transport Surge Capacity Committee (HTSC) moest een overflow naar andere ziekenhuizen mogelijk maken, zowel binnen als buiten bestaande netwerken. Dat is relatief goed gelukt omdat de ziekenhuissector relatief beperkt is. Je kan de vertegenwoordigers van de honderd ziekenhuizen bij wijze van spreken in één zaal verzamelen. En met de koepels was het makkelijk snel af te spreken.Voor de eerste lijn was het moeilijker. Ik kan Domus Medica en SSMG uitnodigen, maar eigenlijk moet je ook de syndicaten rond de tafel brengen. Die hebben niet allemaal dezelfde visie. Sommigen vonden dat elke arts zijn eigen praktijk moest managen, terwijl anderen meer geneigd waren om over gezamenlijke structuren na te denken. Sommige huisartsen wilden vaccineren in het eigen kabinet, anderen in de vaccinatiecentra.Een derde pijnpunt was de ouderenzorg. Er zijn in België meer dan 30.000 mensen gestorven door covid, vooral ouderen. Dat mogen we toch niet onderschatten. In de eerste fase waren we erg gefocust op de ziekenhuissector, door de beelden die we gezien hadden in de Noord-Italiaanse ziekenhuizen. De ontoereikende investeringen en het gebrek aan expertise en procedures over hoe om te gaan met bepaalde risico's op infectie en overdracht hebben een zeer zware tol geëist in de ouderenzorg. Daarom moeten investeringen in kwaliteitsvolle ouderenzorg hoog op de agenda blijven staan.Er werd soms gelachen met de zeven of acht ministers van Volksgezond- heid die rond de tafel zaten. Hoe schat u de impact van die versnippering van bevoegdheden in? Ik zeg al tien jaar dat de bevoegdheidsverdeling in de gezondheidszorg niet bijdraagt tot een doelgericht, doeltreffend en efficiënt gezondheidszorgbeleid. Maar ik zeg er tegelijk bij dat er ondanks die complexe bevoegdheidsverdeling gelukkig veel samenwerking is tussen administraties.Toch is de bevoegdheidsverdeling een hindernis voor het gezondheids- beleid en het gezondheidszorgbeleid. Als je in dit land iets wil beslissen, moet je eerst een uur bellen om de juiste mensen te horen. Op een bepaald moment wilden we extra capaciteit creëren in de ziekenhuizen. Sommige ziekenhuizen konden dat doen binnen de muren; andere wilden werken met tijdelijke containers. In het eerste geval zijn dat investeringen, en die worden gedragen door de deelstaten; in het tweede geval zijn dat werkingskosten, en die worden door het federale niveau betaald. We hadden ook een spreidingsplan om patiënten naar andere ziekenhuizen te vervoeren als een ziekenhuis aan zijn limiet zat. Dringend patiëntentransport wordt federaal gefinancierd, en niet-dringend transport is voor de deelstaten. Dus moesten we ons buigen over de vraag of het verplaatsen van patiënten om een oversaturatie te voorkomen al dan niet dringend is. We moeten die bevoegdheidsverdeling echt aanpakken. Het is aan de politiek om te bepalen hoe dat zal gebeuren, in welke richting en volgens welk tempo.Er komen nog pandemieën op ons af. Ligt er een roadmap klaar om de strijd aan te gaan?Het zal dit keer geen honderd jaar duren vooraleer we opnieuw met een maatschappijbrede ontwrichtende pandemie geconfronteerd worden. We ontwikkelden al een hele reeks instrumenten, structuren en processen. Die schoten in actie bij kleinere incidenten zoals Mpox, ebola, vogelgriep en Marburg. Is alles in orde? Zeker niet! De grote toets komt er bij iets groots. Zullen de structuren en de processen die stresstesten overleven? Ik ga niet zeggen dat we daar al klaar voor zijn, want ik denk dat dat niet klopt. Ik denk dat we op de goeie weg zijn, maar dat er ook nog veel werk aan de winkel is.Waakzaamheid blijft geboden. Drie jaar geleden was volksgezondheid de topprioriteit van alle beleidsmakers. We merken nu dat in alle landen investeringen in het gezondheidscrisisbeheer worden afgebouwd. We moeten opletten dat we niet terug in dezelfde situatie belanden als tien jaar geleden toen de basis-strategische stocks niet meer aanwezig waren. We mogen niet indommelen. Dat is een reëel risico.